Andrew Wasylyk, Apparat en Michael Stearns

Lost in music…

De nieuwe albums van Andrew Wasylyk en Apparat hebben op het eerste gehoor weinig gemeen. Pastorale elektrofolk versus inventieve indietronics met een subtiele dosis dance. Ik koos ze - in het kader van ‘elke maand een nieuw concept’ - omdat het allebei albums zijn die me bij de eerste beluistering onverwacht overrompelden en volledig in hun greep namen. Als je veel naar muziek luistert ontkom je er niet aan: tijdens je zoektocht slagen negen van de tien albums er niet in om een integrale eerste speelbeurt te halen. Ze lijken teveel op iets dat je al kent, of ze kunnen je domweg niet voldoende boeien. Er zijn echter ook albums waarbij je, nadat je ze hebt aangezet, het volume wat hoger zet en daarna de afstandsbediening en de iPad buiten bereik op de salontafel legt. Omdat je niet wil zappen, maar élke seconde tot in het diepst van je ziel wil laten doordringen. Zulke gelukstreffers zijn voor de gelouterde muziekveelvraat ‘few and far between’. 

De bijpassende klassieker van Michael Stearns was lang geleden ook zo’n album, en het feit dat ik het tot op de dag van vandaag gemiddeld toch wel één keer per maand (nog steeds in zijn geheel) beluister spreekt denk ik boekdelen.

Andrew Wasylyk - The Paralian

Andrew WasylykAndrew Wasylyk heet eigenlijk Andrew Mitchell. Hij is een baardige Schotse multi-instrumentalist die sinds 2014 onder zijn eigen naam ook deel uitmaakt van de uit Edinburg afkomstige indie-band Idlewild. The Paralian nam hij op onder de naam van zijn uit Oekraïne afkomstige grootvader. De naam van het album komt uit het Grieks en betekent ‘De Kustbewoner’, en dat is niet zomaar gekozen. In 2018 werd Wasylyk door het historische kunstcentrum Hospitalfield in Arbroath (aan de oostelijke Noordzeekust) gevraagd om als inwonend componist muziek te schrijven voor een gerestaureerde ‘Griekse’ harp van de Franse instrumentmaker Érard. Wasylyk accepteerde de uitnodiging en liet zich gedurende de vijf maanden die het project in beslag nam inspireren door het landschap rondom Hospitalfield, én door het uitzicht over de Noordzee. Dat landschap hoor je hier en daar als ‘gevonden geluid’ terug in de composities, die naast de harp onder andere de vleugel die in Hospitalfield staat, gitaar en bas, diverse blaasinstrumenten, een strijkersensemble, een klassieke analoge (Roland Juno) synthesizer en drums bevatten, en zeer spaarzaam ook de stem van Wasylyk. Dit in twee delen opgesplitste album (Daylight en Dusk, voor de elpeedraaiers Kant A en Kant B, voor de streamers track 1 t/m 5 en 6 t/m 10) is van een onbeschrijflijke schoonheid, en naar mijn buitengewoon onbescheiden mening slechts geschikt om in één zit te beluisteren. Dus ik ga geen muzikale hoogtepunten noemen. Luister zelf maar. Dat vond het flink aan de muzikale weg timmerende label Athens Of The North (bekend van Hampshire en Foat, die er onlangs het eveneens prachtige album Saint Lawrence uitbrachten) kennelijk óók, want zij boden Wasylyk na het horen van het album onmiddellijk aan het voor hem te releasen. De geluidskwaliteit is warm en intiem, als een lauwe, naar geel gras en zilt zand geurende zomernamiddag aan de kust, terwijl je uitkijkt over de zee en de wereld even in slow-motion aan je voorbijtrekt met slechts het tij als klok. Zijn wij stiekem niet allen Paralianen?

 

Luister naar Andrew Wasylyk met Spotify of lossless via Tidal of Qobuz.

 

Apparat - LP5

ApparatApparat is de nom-de-plume van Sacha Ring, die tot 2017 samen met de band Modeseletor het experimentele technotrio Moderat vormde. Toen Moderat in 2017 ophield te bestaan begon Ring weer aan eigen muziek te werken onder de naam Apparat. Op eerdere albums, zoals The Devil’s Walk uit 2011 en het intrigerende Krieg Und Frieden (Music For Theatre) uit 2013, liet hij al horen dat hij een zeer breed muzikaal palet hanteert. Op LP5 (wat, niet verrassend, zijn vijfde album onder de naam Apparat is) tapt hij uit dezelfde vaatjes, maar die zijn inmiddels wel een aantal jaar gerijpt. LP5 is een luisterplaat die de toehoorder meevoert langs een veelheid aan muzikale stijlen. Het is het meest song-geörienteerde album van Ring tot nu toe, maar wie crowdpleasende elektropop vreest kan opgelucht ademhalen. Al bij albumopener Voi_Do geeft Ring nadrukkelijk een visitekaartje van complexe songsmederij af. Een jazzy contrabas en een Bugel zetten de toon, bovenop een wat sobere drone van elektronica en harmonium. Het lichte stemgeluid van Ring zorgt voor een perfect tegenwicht. Vanaf hier is het album één grote achtbaan. Via de weidse, onderhuidse drum-n-bass van Dawan, het brokkelige dubstep annex wave amalgaam van Laminar Flow, het in de verte wat aan de latere Radiohead refererende Heroist, het spookachtige, aan Christian Fennesz’ gitaarspel herinnerende Means Of Entry, het opnieuw Radiohead-achtige Brandenburg, het soundtrack-aftiteling-waardige Caronte, het spacey Eq_Break en het serene James Blake-achtige Outlier kom je tenslotte uit bij de in woeste Techno ontaardende afsluiter In Gravitas. Waarna je waarschijnlijk meteen op zoek gaat naar - waar had ik ze verdikkeme verstopt - de afstandbediening en de iPad om het album nóg een keer te draaien. Maar dan harder.

 

Luister naar Apparat met Spotify of lossless via Tidal of Qobuz.

 

Michael Stearns - Encounter

Michael StearnsJe bent al wakker, maar je hebt je ogen nog dicht. Je hoort fluitende vogels. Het is dus lente of vroeg in de zomer. Maar iets klopt er niet, het voelt anders. Je doet je ogen open en je herinnert je opeens dat je al een tijdje niet meer op aarde bent maar in een groot ruimteschip, dat door het heelal reist op zoek naar buitenaards leven. Deze absolute space-ambient klassieker van Michael Stearns zou de perfecte soundtrack zijn voor zo’n reis. Je hoeft niet over veel fantasie te beschikken om weg te drijven op de zachtjes gloeiende oneindige vergezichten die Stearns in donkere pastelkleuren schildert. Mijn persoonlijke favoriet is de track Craft: Dimensional Shift, waarin van alles te beleven valt. Het epische thema op een verre fluit begeleidt, tegen een achtergrond van warm galmende akkoorden, het vertrek van diverse enorme interstellaire voertuigen die voor je oog wegschieten in de hyperruimte. Ja, ik geef het bij deze officieel toe: ik ben een nerd. Maar ook voor niet-nerds is dit een fijn album, al was het alleen maar omdat je er zo heerlijk bij tot rust komt na een drukke werkdag. Het werkt trouwens ook heel goed terwijl je op een zomeravond buiten zit, en voor de verandering een keer niet op je smartphone kijkt, maar omhóóg, de ruimte in. Naar de planeten, de sterren, de nevels, de kometen…letterlijk de blik op oneindig. Even niet meer hier, maar dáár, en je even realiseren dat het allemaal niet alleen om jou draait. Dat zouden méér mensen moeten doen…

 

Luister naar Michael Stearns met Spotify of lossless via Tidal of Qobuz.