De schijnwerper op: neo-klassiek, ons favoriete muziekgenre

De keuze waar we steeds bij terugkomen
Begin dit jaar hebben we met een introductie van de jonge Duitse organist Jan Liebermann een voorzichtige eerste stap gezet op weg naar een nieuwe muziekrubriek die we ‘De schijnwerper op’ noemden. Dat artikel werd enthousiast ontvangen en smaakte dus naar méér, maar we vonden óók dat het qua onderwerpen best wat breder zou mogen dan alléén jong talent dat een doorbraak verdient. Er is immers zoveel méér leuks over muziek te vertellen dat niet binnen het redactionele format van onze gewone muziekrecensies past. Daarom geven we deze nieuwe rubriek nu een vaste plaats in onze blog met een artikel over hét muziekgenre waar we bij art’s excellence niet alleen dól op zijn, maar dat we ook regelmatig gebruiken bij de luistersessies voor onze hardware-reviews: neo-klassieke muziek.
Wat is neo-klassiek?
Zoals met veel muziekgenres is neo-klassiek eigenlijk een soort paraplu waar diverse andere genres in diverse samenstellingen onder te vinden zijn. Als je een definitie opzoekt van neo-klassiek vind je meestal zoiets als: “een eigentijdse, vaak minimalistische stijl van compositie die klassieke instrumentatie (zoals piano, strijkers of kamerensembles) verbindt met moderne invloeden zoals ambient soundscapes, elektronische texturen, repetitieve structuren en soms vocale of cinematografische elementen en veldopnames”.
Maar pas op: wat wij neo-klassiek noemen valt, ondanks wat de genrenaam misschien suggereert, niet onder de ‘klassieke’ klassieke muziek, en het moet óók niet verward worden met het neo-classicisme uit het begin van de twintigste eeuw, met componisten als Stravinsky of Hindemith die klassieke vormen als de fuga of de sonate nieuw leven inbliezen met een moderner klankmatig idioom. Het neo-classicisme wordt door veel liefhebbers als een ‘moeilijk’ genre beschouwd, met zijn vaak experimentele muzikale structuren en dissonante klanken.
Het genre dat wij neo-klassiek noemen ontstond aan het eind van de twintigste eeuw. Je zou het een wat cerebralere voortzetting kunnen noemen van de new-age stroming in de muziek, die in de jaren 80 van de vorige eeuw sterk opkwam, maar die al snel verzandde in flauw elektronisch genoedel met een vaag esoterisch verhaal en de geur van Nag-Champa wierook erbij. Er ontstond méér behoefte aan diepgang, en een aantal klassiek geschoolde componisten wist daarop in te springen. Twee bekendere namen uit die begintijd zijn Jóhann Jóhannsson en Max Richter.
Inmiddels heeft het genre een grote vlucht genomen omdat het zowel ‘klassieke’ luisteraars aantrekt als liefhebbers van elektronische of ambient-muziek. Bovendien is het populair voor gebruik in films en series, of bij yoga, meditatie en andere ‘introspectieve’ bezigheden. De sterke link met ambient maakt dat neo-klassieke muziek enerzijds voldoende inhoud heeft om aandachtig te beluisteren, maar dat je het anderzijds ook heel goed als achtergrondmuziek kunt gebruiken. Het is daarmee ook een praktische muzieksoort, die helemaal van deze tijd is.
Een absoluut niet volledige of representatieve selectie
Je kunt kort of lang over muziek schrijven/lezen/praten, maar net zoals een foto méér kan zeggen dan 1000 woorden kunnen luisterlinks dat óók. Dus hier volgt een selectieve lijst van albums die een speciaal plekje in ons hart hebben. In willekeurige volgorde, het is géén wedstrijd. En ook verre van compleet uiteraard. We hebben een keuze moeten maken, dus de kans dat je bepaalde muzikanten of albums mist is dus best groot. Misschien zelfs wel muzikanten of albums waar wij nog nooit van gehoord hebben. Dus schroom niet om die hieronder als reactie op dit artikel te delen. Goede tips zijn altijd welkom!
Oh, en ik geef per album en artiest slechts een korte beschrijving, want als je er tevéél bij moet lezen glij je al snel de ‘achtergrondmuziek’-modus in, en dat is voor nu dus nét niet de bedoeling... Mijn tip: éérst luisteren, dán verder klikken voor meer informatie.
Ólafur Arnalds - ...And They Have Escaped The Way Of Darkness
Eén van de pioniers van het genre. Ongegeneerd melodieus, maar de pianomelodieën hebben diepgang en de arrangementen met elektronica en strijkers zijn smaakvol. Dromerig en op een toegankelijke manier complex. Minder behaagziek van Ludovico Einaudi, die overigens óók tot de pioniers behoort.
Nils Frahm - Felt
Nóg een pionier, en iemand die ook goed nadenkt over de manier waarop je muziek anders dan gebruikelijk kunt opnemen. Dit album werd geïnspireerd door de andere klank die zijn piano gaf toen hij een laag vilt tussen de hamers en snaren aanbracht om de buren niet teveel te storen. Ondanks de minder heldere pianoklank zit er heel veel textuur in deze opnames.
Max Richter - Sleep
Richter, een klassiek geschoolde componist en muzikant, vormt samen met Arnalds, Frahm en Jóhannsson ‘de grote vier’ van het neo-klassieke genre. Sleep is zijn magnum opus, een uit maar liefst 204 korte stukken bestaand werk dat bijna acht en een half uur duurt en bedoeld is als de soundtrack voor een nacht slaap.
Jóhann Jóhannsson - Copenhagen Dreams
Jóhannsson was, net als Ólafur Arnalds, afkomstig uit IJsland. Een getroebleerd genie dat in 2018 de zwaarte van het bestaan niet meer aankon en een eind aan zijn leven maakte. Maar wat heeft hij ons een hoop mooie muziek nagelaten! Dit wonderschone album maakte hij als soundtrack voor de documentaire Drømme i København van Max Kestner.
Jean-Michel Blais - aubades
De muziekstijl van het derde album van deze Frans-Canadese neo-klassieke componist is een mix van Nils Frahm en Ólafur Arnalds, maar dan rijker ingekleurd met echte strijkers en blazers. Je zou het romantisch kunnen noemen, en er klinkt ook een soort filmische melancholie in door.
Joep Beving - Conatus
Deze baardige Amsterdamse pianist begon zijn succesvolle carrière als een stijlgenoot van Ludovico Einaudi. Zijn eerste drie albums zitten nog wat meer in de New-Age hoek, maar Conatus was zijn transitie-album. Hier begon hij meer elektronica te gebruiken en zocht hij samenwerking met andere muzikanten, zoals Eefje de Visser, Colin Benders (Kyteman) en Suzanne Ciani.
Dakota Suite - The Night Just Keeps Coming In
Dakota Suite is een project van de getalenteerde Engelse gitarist Chris Hooson. Zijn composities hebben vaak een wat donkerdere ondertoon. The Night Just Keeps Coming In bevat stijlvolle remixen van alle tracks van zijn voorgaande album The End Of Trying. Wie bij ‘remix’ denkt aan beats zit er in dit geval flink naast, de sfeer is eerder dromerig dan dansbaar.
Goldmund - Sometimes
Goldmund is één van de vele namen waaronder de Amerikaanse muzikant en producer Keith Kenniff muziek maakt. Onder de naam Helios maakt hij elektronische ambient muziek die je ook nog tot het neo-klassieke genre zou kunnen rekenen, als Goldmund bespeelt hij voornamelijk de piano, maar op Sometimes voegt hij ook de nodige elektronica toe en werkt hij voor de track A Word I Give samen met Ryuichi Sakamoto
Arooj Aftab - Vulture Prince
Deze van oorsprong Pakistaanse zangeres en componiste brak in 2021 definitief door met dit album, waarop ze op meesterlijke wijze jazz, ambient en Indiase en Pakistaanse wereldmuziek samenbracht in een wonderlijke maar beeldschone neo-klassieke mix van stijlen. Ze won een Grammy Award voor de van dit album afkomstige track Mohabbat en was de eerste Pakistaanse muzikant ooit die optrad tijdens de awards-ceremonie.
Ben Lukas Boysen - Spells
Ben Lukas Boysen is een Duitse neo-klassieke componist die elementen van elektronische ambient, techno en (neo-)klassieke muziek combineert. Als Hecq maakt hij duistere, dubstep-achtige electronica met rafelige beats, maar onder zijn eigen naam is het lekker wegdromen met hier en daar een diep onderhuids ritme.
Sebastian Plano - Save me Not
De klassiek geschoolde cellist Sebastian Plano werd geboren in Argentinië, maar woont en werkt in Berlijn. Op Save Me Not uit 2021 hoor je hem ook piano en synthesizer spelen. Op het een jaar eerder uitgebrachte album & (zo heet het echt...) werkte hij samen met de Nederlandse cellist Maarten Vos, die ook een belangrijke bijdrage levert aan Vision Of Contentment, het meest recente album van Joep Beving.
Rob Simonsen - Rêveries
Zijn voorouders waren Nederlanders, maar Rob Simonsen woont en werkt in St. Louis in Amerika. Daar is hij een veelgevraagd componist van soundtracks (o.a. Ghostbusters Afterlife en Deadpool & Wolverine) maar op Rêveries creëert hij op piano en synthesizer, en bijgestaan door een klein koor en diverse strijkers en blazers, zijn eigen cinematische vergezichten. De mastering door audioveteraan Bob Ludwig klinkt fantastisch.
Matteo Myderwyck - A Brief Nostalgia
De Nederlandse pianist Matteo Myderwyck zit stilistisch ook ergens tussen Nils Frahm en Ludovico Einaudi in. Zijn lichtvoetige composities hebben een melancholieke charme. Met vleugjes jazz à la Neil Cowley en een kleurrijke en transparante geluidskwaliteit verovert hij een mooi eigen plekje in dit drukbevolkte genre.
Henning Fuchs - A New Beginning
De aan het Sir Paul McCartney’s Liverpool Institute for Performing Arts opgeleide Duitse muzikant Henning Fuchs was jarenlang de assistent van Max Richter, maar werkte ook aan eigen film- en dansproducties. Op A New Beginning hoor je, naast zijn eigen piano- en synthesizerspel, een internationale groep muzikanten die strijkinstrumenten, harp en hang (een melodieus percussie-instrument) combineren tot een sprookjesachtig geheel.