Sam Gendel en Eli Keszler

Avontuurlijke elektronische jazz
In deze muziekrecensie aandacht voor de nieuwe, avontuurlijke elektronische jazzalbums van Sam Gendel en Eli Keszler.
Wie bij jazz denkt aan de ontoegankelijke, toch wat stoffige akoestische muziek met contrabassen en drums met brushes (of nog erger: aan strohoedjes en parapluutjes...), die vooral beluisterd wordt door oudere mannen die bedachtzaam over hun baard strijken alsof zij het allemaal wél begrijpen, zal blij verrast worden bij het beluisteren van deze twee nieuwe releases. De heren wiens nieuwe albums hier centraal staan zijn innovatoren en liefhebbers van kruisbestuivingen, en hebben vooral in hoge mate lak aan conventies. Je zou zelfs kunnen zeggen dat zij de nieuwe belichaming zijn van de expressieve vrijheid die ooit het belangrijkste kenmerk was van jazz.
Maar wacht even...twee releases? Waar is ‘de klassieker’ gebleven? Wel, net zoals het af en toe nodig is om een muziekgenre af te stoffen moet je ook kritisch blijven kijken naar je eigen werkwijze. Na een paar jaar het format van ‘twee nieuwe en een oude’ te hebben gebruikt was deze rubriek aan een efficiëntie-stap toe. De rijke content met veel links naar andere bands en muzikanten was gaaf om te maken, maar het kostte veel tijd en inspanning om dat allemaal uit te zoeken én om het kloppend online te krijgen. Uit een kleine rondgang onder lezers leerden we dat de links naar Spotify in de tekst maar heel weinig gebruikt werden. Wie de genoemde namen verder wil onderzoeken kan ze bovendien zeer eenvoudig zelf vinden. En omdat alleen de reviews van de nieuwe albums aan het eind van het jaar ook weer terugkomen in het grote muziekoverzicht was het logischer om daar dan ook de focus op te leggen.
Veel lees- en luisterplezier!
Sam Gendel - digi-squires
De Californische saxofonist en muziekproducer Sam Gendel is geen grote naam in de hedendaagse jazz-scene, maar toch mag hij beschouwd worden als een belangrijke innovator. Zijn brede muzikale interesse strekt zich vér voorbij de jazz uit. Hij maakt gebruik van een groot palet aan elektronische klanken om zijn producties meer kleur en diepte te geven, en hij gebruikt de studio ook nadrukkelijk als instrument. Mijn eerste kennismaking met zijn muziek was via zijn samenwerking met bassist Pino Palladino en gitarist Blake Mills op het album Notes With Attachments, waar ik hier in 2021 een review over schreef, en van daaruit ontdekte ik onder meer zijn unieke solo-album Satin Doll uit 2020, waarop hij jazzstandards in een bijna onherkenbaar maar schitterend nieuw jasje hijst. Op digi-squires werkt hij samen met multi-instrumentalist Nate Mercereau en maken ze een soort elektronische wereld-jazz die sterk leunt tegen de Fourth World filosofie van wijlen Jon Hassell, waarbij etnische muziekstijlen - veelal met Afrikaanse of Aziatische wortels - worden gecombineerd met futuristische Westerse elektronica. De geest van Hassell waart sowieso rond op dit album, want Gendel stuurt het geluid van zijn saxofoon, net als op voorgaande albums, door een reeks aan effecten waardoor het wat hese, harmonisch rijke fluistergeluid ontstaat waarvan Hassell de uitvinder mag worden genoemd. De muziek op digi-squires is vervreemdend maar niet ontoegankelijk en bovendien fantastisch mooi geregistreerd, waardoor het een kort (amper 33 minuten) maar verrukkelijk luister-avontuur wordt.
Eli Keszler - Eli Keszler
Over dwarsverbanden gesproken... De Amerikaanse drummer en percussionist - en beeldkunstenaar - Eli Keszler vond ik via de aanbevolen albums in Roon, omdat Sam Gendel op één track van Keszler’s gelijknamige nieuwe album meespeelt. Ook Keszler is een innovator en experimentalist. Zijn complexe percussieve stijl vult hij tijdens live-performances aan met zelfgemaakte geluidsinstallaties waarop onder andere pianosnaren gespannen zijn. Hij werkte samen met andere geluidstovenaars als Oren Ambarchi en Oneohtrix Point Never. Gelijknamige albums zijn vaak het debuut van een artiest, maar Keszler is inmiddels een routinier. Dit is een weids en filmisch album waarop Keszler bij de helft van de tracks de in veel galm verpakte zang voor zijn rekening neemt. Voor de andere helft maakt hij gebruik van de etherische vocalen van Sofie Royer. De sfeer op dit album is dromerig, grenzend aan psychedelisch. Keszler is geen zelfzuchtige muzikant, zijn percussie zit op veel nummers vér in de achtergrond, en waar ritme wél de boventoon voert, zoals in het jachtige Ever Shrinking World, het onderkoeld gewelddadige Low Love of het hoekige Sun, is dat nog steeds op een dienende manier. Keszler is een muzikale drummer die zijn ritmes tot een soort van extra melodie uitwerkt. Dit fantastisch opgenomen album heeft een prettig warme, zeer ruimtelijke en dynamische klank. Een goede audio-installatie is dus een vette bonus, en luisteren met hoofdtelefoon geeft nog een extra dosis vervreemding.