Bandler Ching en CIAO KENNEDY

Progressieve crossover Jazz met een hart van elektronica
In deze muziekreview aandacht voor de nieuwe progressieve jazz-crossover albums van Bandler Ching en CIAO KENNEDY.
De oplettende lezer zal denken dat de plaat hier een beetje blijft hangen. Want hadden we de vorige keer niet óók al twee jazz-albums met een flinke scheut elektronica? Dat klopt inderdaad, maar als er veel leuke nieuwe albums in een bepaald genre uitkomen vind ik er niks mis mee om ze een keer als een soort clustertje te recenseren. Zeker niet wanneer ik de vorige keer min of meer een muntje heb opgegooid om de keuze te bepalen. Dit is dus geen kliekje, maar een zuster-recensie. Waarmee ik volgens mij een nieuw woord heb verzonnen. Letten we op Meneer van Dale?
Jazz is bij uitstek een ‘gatekeepers’ genre. Daarmee bedoel ik dat er veel ‘liefhebbers’ omheen hangen die vinden dat zij de hoeders van de ware vorm zijn. De baardstrijkers uit de vorige recensie bijvoorbeeld. Ik negeer ze graag en bewandel halsstarrig mijn eigen pad, waarbij de richting net zoveel bepaald wordt door mijn bestáánde smaak als door wat ik toevallig aan nieuws en spannends op mijn pad tegenkom.
Jazz is namelijk ook een paraplu-genre. Er is niet één soort jazz. Net zoals er niet één soort fruit of groente is. Of je daar écht niet van houdt kun je pas zeggen als je het állemaal geproefd hebt. Als ik iemand “ik hou niet van jazz” hoor zeggen krijgt de muziekpredikant in mij dan ook altijd de neiging om ze in mijn luisterstoel neer te zetten en ze iets voor te schotelen dat nét zo ver van de schijnbare chaos van Ornette Coleman of het notenspervuur van de latere Coltrane albums af ligt als spruitjes van aardbeien of ananas van sperziebonen. Als ik jazzgewijs het avontuur opzoek, maar toch niet té ver off-piste wil skiën, dan winkel ik qua nieuwe crossover-jazzreleases graag bij het Belgische SDBAN ULTRA label. Ik heb in de loop der jaren al diverse albums van bands uit hun catalogus gerecenseerd (zoals De Beren Gieren of Dans Dans) en óók Bandler Ching, waarvan ik deze keer het derde album bespreek, kwam al eerder voorbij. Volgende keer weer een ander genre, dat beloof ik, maar voor nu veel leesplezier met het tweede deel van de daarnet door mij verzonnen zustercluster van jazz die zijn eigen grenzen flink oprekt.
Bandler Ching - Mercurial
Bandler Ching, het uit Brussel afkomstige jazz-ensemble dat heel hard zijn best doet om géén jazz-ensemble te zijn, debuteerde in 2020 met de vrij lange EP Sub Surface, waarop een avontuurlijke mix van jazz en elektronica te horen was die hen een plaatsje onder de SDBAN-ULTRA vleugels opleverde. Qua muzikale structuren draaide het bij Sub Surface nog behoorlijk om hedendaagse, relatief toegankelijke grootstedelijke jazz, met hier en daar een vleugje funk. Op Coaxial, het album dat ik in 2023 recenseerde, was al meer plaats voor elektronische experimenten én voor spannende crossovers met genres als hiphop en wereldmuziek. Coaxial was daarom ook een aanzienlijk psychedelischer avontuur dan hun debuut-EP. Op Mercurial wordt die ontwikkeling met bravoure voortgezet. De titel betekent letterlijk ‘veranderlijk’ of ‘ongrijpbaar’, en dat zijn eigenschappen die echt wel van toepassing zijn op de muziek van dit album. Het sfeervolle saxofoonspel van Ambroos de Schepper blijft bij vlagen weliswaar een herkenbare signatuur binnen de alle kanten uitschietende mix, maar ook hij geeft meer dan ooit vol gas in een glibberige bocht, met als gevolg dat het spectaculair nét niet misgaat. En voor de rest worden ook door de andere leden de genregrenzen van de jazz echt tot het uiterste opgerekt. Zélfs een open-minded luisteraar zich bij vlagen in blije verbazing afvragen of dit nog wel jazz mag heten. De gatekeepers hebben dan trouwens al láng afgehaakt, en het is maar goed dat De Schepper c.s. na de bittere baardstrijk-reacties die Coaxial oogstte hun oor niet naar die toch wat verschraalde rechtlijnigheid hebben laten hangen. Mercurial is namelijk een zeer opwindend en eigenlijk ronduit fantastisch album dat ook nog eens heel fijn geproduceerd is. Gaat dat absoluut horen!
CIAO KENNEDY - Solarium
CIAO KENNEDY is een stadgenoot van Chandler Bing. Deze dus eveneens Brusselse band bestaat uit vijf jeugdvrienden, die in 2022 op het Layva Records label debuteerden met de EP the problem is. De op wat vocale samples na geheel instrumentale landschappen die ze daarop schilderden hadden een basis in de jazz, maar er werd al flink buiten de lijntjes gekleurd met invloeden uit de funk en de post- en progrock, waaraan allerlei elektronische elementen werden toegevoegd voor extra kleur en textuur. De EP deed het goed en dat leverde hen een deal op met het Gentse SDBAN ULTRA label, waarop ze dit jaar hun eerste full-length album Solarium uitbrachten. De mengstijl die op the problem is werd verkend is op Solarium verder uitgediept. Opener NSLS doet me denken aan een fusie tussen de lome psychedelische wereldfunk van Khruangbin en verfijnde Japanse citypop à la Yellow Magic Orchestra. Maar Annexe, de tweede track, opent dan weer met een dikke progressieve rock-riff die overgaat in space-age elektronica in de stijl van Mort Garson om vervolgens tot elektrofunk te evolueren. Waarschijnlijk hebben ze met Bandler Ching strootjes getrokken wie de titel Mercurial mocht gebruiken, want misschien is de muziek van CIAO KENNEDY nog wel ongrijpbaarder dan die van hun stadgenoten. Want niet alleen verschillen de tracks ónderling soms flink van stijl, ook bínnen de tracks wordt vaak van tempo, stijl en sfeer gewisseld. Dat soort intellectuele escapades leveren vaak een nogal cerebraal en afstandelijk geheel op, maar in de handen van deze vijf vrienden wordt het warme, op een merkwaardige manier heel vertrouwd klinkende progressieve elektronische jazz die heerlijk wegluistert en die je meeneemt op een opwindende muzikale trip. Net als bij Bandler Ching (en eigenlijk bij alle SDBAN ULTRA releases) is de productie om door een ringetje te halen. Vol en ruimtelijk, maar tegelijk ook intiem en transparant. Knap luistervoer.