Dhafer Youssef, Bandler Ching en Benjamin Herman
To Jazz or Not To Jazz, that is the question
In deze recensie aandacht voor de nieuwe albums van Dhafer Youssef en Bandler Ching, met als klassieker een soundtrack van Benjamin Herman.
Iedere muziekliefhebber heeft er wel eentje in zijn vrienden- of kennissenkring: iemand die ‘niet van jazz houdt’. Ik begrijp dat soort generieke beweringen niet. Het is hetzelfde als zeggen dat je niet van eten houdt. Okee, er zullen ongetwijfeld een paar mensen zijn die überhaupt niet van muziek houden, en daarom dus óók niet van jazz. Maar ‘Jazz’ is natuurlijk slechts een algemene genre-aanduiding waar zó ongelooflijk veel verschillende stijlen onder vallen dat ik me niet kan voorstellen dat een beetje muziekliefhebber er tóch niet iets van zijn gading tussen zal vinden.
De albums die in deze review worden besproken vallen alledrie onder het genre jazz, maar de onderlinge verschillen hadden nauwelijks groter kunnen zijn. En ik hoop daarom dat de lezers die ‘niet van jazz houden’ hun afkeer voor even opzij zetten en een poging zullen wagen. Er is zoveel te ontdekken in dit genre…
Veel lees- en luisterplezier!
Dhafer Youssef - Street Of Minarets
Dhafer Bin Youssef Bin Tahar Maarref is een in Tunesië geboren, maar sinds 1990 afwisselend in Parijs en Wenen wonende componist, Oud-speler en zanger die sinds zijn debuut-album Malak uit 1999 met een indrukwekkende lijst aan muzikale gasten bruggen bouwt tussen Oosterse en Westerse muziek. Daar leent jazz zich natuurlijk bij uitstek voor en Youssef heeft er in de loop der jaren een unieke eigen mengvorm van gemaakt. Street Of Minarets, de langverwachte opvolger van Sounds Of Mirrors uit 2018, heeft hem een ongebruikelijk lange vijf jaar gekost om te voltooien. Dat kwam enerzijds door de corona-pandemie, die reizen en in dezelfde studio samenwerken lange tijd onmogelijk maakte, maar Youssef moest in die periode ook een operatie aan zijn stembanden ondergaan. Een heikele kwestie, want wie zijn zang al ooit gehoord heeft weet dat hij een stem als een engel had, waarmee hij ongelooflijk hoog en zuiver kon zingen. Gelukkig blijkt op dit nieuwe album dat de operatie geslaagd is. Youssef werkt hier samen met de fine fleur van de moderne jazzrock. De credits vermelden namen als Dave Holland (bas), Nguyên Lê (gitaar), Vinnie Colaiuta (drums), Herbie Hancock (toetsen), Marcus Miller (bas) en Rakesh Chaurasia (fluit). De muziek is zeer gevarieerd; van weidse, bijna sacrale wereldballades tot vette funk en van swingende jazzrock tot pure jazz in een puntgave productie. Net als Andreas Vollenweider dat lang geleden met zijn elektrische harp deed creëert Youssef met het geluid van zijn oud, een uniek muzikaal universum binnen de jazz dat je rechtstreeks bij je ziel grijpt. En bij Youssef is er dan óók nog zijn kraakheldere sirenenzang die je hart verovert. Eénmaal gehoord ben je fan voor het leven. Althans, zo ging het bij mij. Wie durft?
Bandler Ching - Coaxial
Bandler Ching is een Brusselse crossover jazzband rond saxofonist Ambroos de Schepper. De naar mijn idee iets te ludieke bandnaam zou voor sommigen een reden kunnen zijn om het debuutalbum Coaxial links te laten liggen, maar het feit dat het is uitgebracht op het in Gent gevestigde Sdban Ultra label is wat mij betreft een keiharde garantie voor kwaliteit. Dit sublabel van het in 60’s en 70’s grooves gespecialiseerde Sdban label - dat ik leerde kennen via de fantastische compilaties Funky Chicken: Belgian Grooves From The 70’s en Funky Chimes: Belgian Grooves From The 70's - richt zich op hedendaags jazztalent dat niet schroomt om vér buiten de traditionele muzikale lijntjes te kleuren. En daar barst het van bij onze zuiderburen. Bandler Ching maakt een aanstekelijke organische mengvorm van hedendaagse jazz, stomende grootstedelijke elektrofunk, triphop en wereldmuziek, overgoten met een psychedelische saus van knetterende elektronica. Coaxial (een naam die het samensmelten van verschillende muzikale invloeden rond één artistieke kern symboliseert) is een caleidoscopisch album waarop je al luisteraar van de ene muzikale verrassing naar de andere wordt gesleurd. Het is lastig om een muzikaal hoogtepunt aan te wijzen, maar ik denk dat dat voor mij de track RoodGroen is, waarop De Schepper samenwerkt met het elektroduo Vieze Meisje, een project van de in Brussel wonende Amsterdamse dichteres Maya Mertens en Bandler Ching bandlid Alan Van Rompuy. Haar absurdistische parlando - deels in het Frans, deels in het plat Amsterdams - vormt een onweerstaanbaar contrapunt met de muzikale draaikolk er omheen. Coaxial is superspannend, en verplichte kost voor iedereen die denkt dat jazz een stoffig genre voor bejaarde muzieksnobs is.
Benjamin Herman - Campert
Benjamin Herman kennen we als de altijd strak in het pak gestoken bandleider annex altsaxofonist van New Cool Collective. Daarnaast is hij een veelgevraagd sessiemuzikant die onder anderen heeft samengewerkt met Jan Akkerman, Trijntje Oosterhuis, Dr. John en Paul Weller. In 2006 werd hij gevraagd om de soundtrack te verzorgen bij de documentaire Campert: de tijd duurt één mens lang, van Thorvald Kleve, Jeroen Kostense en Jeroen S. Rozendaal. De documentaire, die zich grotendeels afspeelt in de Amsterdamse werkkamer van Remco Campert, schetst een fraai maar wat melancholiek beeld van de toen 76 jaar oude schrijver en dichter die nadenkend, schrijvend en rokend - maar zonder spijt - terugkijkt op zijn creatieve leven. Benjamin Herman weet die sfeer perfect in muziek te vangen, met als bijzonderheid dat de schrijver zelf te horen is op het album. Aan het begin van de track Coffee is hij te horen terwijl hij de typemachine ‘bespeelt’ en in de afsluitende track Lamento draagt hij zijn gelijknamige gedicht uit 1995 voor op een bedje van jazz. Campert was bij leven en welzijn een fervent jazzliefhebber, dus was het ook logisch om de documentaire over hem van een jazz-soundtrack te voorzien. Het valt me desondanks op dat Nederlandse documentairemakers bij verfilmde biografieën van schrijvers vaak quasi-routineus naar een jazz-soundtrack grijpen omdat het zo’n mooie arty-farty Amsterdamse couleur locale oproept. In dit geval is die keuze echter zeer goed op zijn plaats. En het levert een prachtige soundtrack op. Sterker nog, de klassieke hard-bop die Benjamin Herman hier produceert kan zich naar mijn zeer bescheiden mening meten met Miles Davis’ meesterlijke soundtrack voor Ascenseur Pour L’Échafaud. Een boude uitspraak, dat realiseer ik me, maar luister zelf maar. En bedank me later…