Einstürzende Neubauten, Aksak Maboul en Tuxedomoon

OrenTroost in Onzekere Tijden, deel 7

In deel zeven van de serie Orentroost aandacht voor nieuw werk van Einstürzende Neubauten en Aksak Maboul, met een album van Tuxedomoon als klassieker.

We naderen de as van het jaar, de langste dag, het begin van de zomer en toevalligerwijze ook de verjaardag van uw scribent. Sinds Deel 6 uit deze serie zijn de coronamaatregelen verder versoepeld en mochten de terrassen weer open. Daarom beloont Moeder Natuur ons na de zonnigste aprilmaand aller tijden en een bijna even fraaie maand mei prompt met twee weken miezerig flutweer. Terwijl ik dit schrijf jaagt de wind de regen bijna horizontaal langs het raam van mijn werkkamer. Het kan dus verkeren. Fijn voor de tuin hoor, maar de barbecue kan voorlopig weer onder zijn hoes.

Des te beter weer om binnen te blijven en naar muziek te luisteren dacht ik zo, en ik heb volgens mij weer een voor velen verrassende (vvv) selectie gemaakt. De albums die ik deze keer aan je wil voorstellen hebben voor de verandering weer een gezamenlijk thema. Het zijn namelijk alledrie bands die hun oorsprong hebben in de vroege jaren 80 van de vorige eeuw (eentje is zelfs nog iets ouder) en ze behoorden geen van drieën echt tot de mainstream. Om niet te zeggen dat ze eigenlijk diep ingebed waren in de underground-scene die in die tijd al zeer levendig was en heel veel superspannende muziek heeft opgeleverd.

Dus zonder veel omhaal en verder ceremonieel wens ik iedereen wederom veel lees en luisterplezier!

Einstürzende Neubauten - Alles in Allem

Einsturzende Neubauten - art's excellence

De Duitse band Einstürzende Neubauten is één van de pioniers van de Industriële Muziek. Hun eerste albums waren gevuld met splijtend gitaargeweld en bezwerende vocalen op een bedje van donderende, gierende, slijpende en denderende percussie die gespeeld werd met en op metalen objecten, zwaar elektrisch gereedschap, gebroken glas en diverse andere bouwmaterialen. Hun eerste drie albums verschenen in 1980 in zeer beperkte oplage op cassette, dus wordt de elpee Kollaps uit 1981 door de meeste kenners als hun officiële debuut beschouwd. Hier maakte de wereld ook voor het eerst kennis met het iconische logo van de band, een op een petroglief lijkend mannetje met een hoofd dat aan één wijd opengesperd oog doet denken. De muziek doet denken aan een live opnames vanaf een bouwplaats in de hel, waar Satan himself als opzichter de zweep hanteert. Dat geweld houden ze vol tot Tabula Rasa uit 1993, dat als een overgangsalbum wordt beschouwd. De metalen percussie is er nog wel, maar er komt meer nadruk op compositie en - godbetert - melodie te liggen. De stijgende lijn van werkplaatsherrie naar ‘échte muziek’ wordt voortgezet en vindt in 2000 een voorlopig hoogtepunt op het weergaloze dubbelalbum Silence Is Sexy. Dat zou je, zelfs zonder de marge heel ver op te rekken, zelfs een toegankelijk album kunnen noemen. Sfeervolle, inventieve composities met coupletten en refreinen, een van melancholie druipende sfeer, nog steeds veel ongebruikelijke maar veel subtielere voorwerppercussie en een voorman, Blixa Bargeld, die zich zomaar als uitstekend pruimbare zanger ontpopt. In een spatzuivere geluidskwaliteit. Na Alles Wieder Offen uit 2007 blijft het 13 jaar stil rond het aannemersgezelschap uit West-Berlijn maar nu is er dus Alles in Allem, een album waarop Eindstürzende Neubauten een intense ode brengt aan hun thuisstad, doorspekt met krachtige herinneringen aan hun jeugd, waarin ze getuige waren van de bizarre geschiedenis van de verdeelde stad. Wie na de eerste drie tracks denkt dat de band al haar wilde haren kwijt is wordt in Zivilisatorisches Missgeschick weer ouderwetsch op powertools getrakteerd. En omdat ze tegenwoordig vanwege veiligheidsregels niet zomaar meer op slooplocaties mogen rondhangen om ‘instrumenten’ te zoeken wenden ze zich tot andere merkwaardige zaken om ritmes op te slaan. Zoals op het filmische nummer Taschen, waar ze de maat slaan op…jawel… tassen. Het gevoel dat na het meermaals beluisteren van Alles in Allem overheerst is bewondering voor de eigen koers die Eindstürzende Neubauten al ruim 40 jaar vaart, en voor de enorme muzikale evolutie die ze hebben doorgemaakt zónder hun relevantie en geloofwaardigheid te verliezen.

 

Luister in lossless geluidskwaliteit naar Einstürzende Neubauten met Qobuz of Tidal (abonnement vereist) of in lossy geluidskwaliteit met Spotify.

 

Aksak Maboul - Figures

Aksak Maboul - art's excellence

Dit album heeft een connectie met de klassieker van deze editie van Orentroost. Te weten de Belgische underground. Want hoewel Tuxedomoon oorspronkelijk natuurlijk geen Belgische band was hadden ze wel een sterke band met Brussel, waar begin jaren 80 van de vorige eeuw een uiterst vruchtbare en creatieve alternatieve muziekscene heerste waarbinnen duchtig werd kruisbestoven. En via Tuxedomoon-trompettist Luc van Lieshout en de Israelische band Minimal Compact (en hun album Raging Souls uit 1985) komen we uit bij toetsenist en gelegenheids-basklarinettist Marc Hollander, de oprichter van het roemruchte onafhankelijke Crammed Discs label en het daaronder ressorterende sublabel Made To Measure. Het eerste album op dat bijzondere MTM label (Vol. 1) was een verzamelaar, of eigenlijk meer een soort labelsampler, met artiesten die toen op het Crammed Discs label resideerden. Naast Minimal Compact, Tuxedomoon en Benjamin Lew valt vooral de bijdrage van Aksak Maboul op. Dat was het experimentele rockbandje van labelbaas Marc Hollander zélf, dat ook nog samenwerkte met Fred Frith en leden van Henry Cow. Na het meesterlijke Un Peu De L’Âme Des Bandits uit 1980 duurde het echter tot 2014 eer Aksak Maboul weer als hoofdartiest op een album verscheen. Maar op Ex Futur Album, zoals het heet, spelen ze meer de rol van begeleidingsband voor Véronique Vincent, waar ze in 2016 ook nog een tweede album mee maakten. In 2018 verscheen dan nog het obscure, zeer gelimiteerde verzamelalbum Before And After Bandits (Documents 1977-1980, 2015) met voornamelijk demo’s en live-opnames uit de beginjaren. Figures is het dampend verse album van Aksak Maboul dat voor het eerst sinds 40 jaar weer volledig onder eigen naam is uitgebracht. Het laat een zowel hevig gedateerd als volkomen tijdloos geluid horen dat enerzijds nog erg lijkt op de sound van toen, maar dat anderzijds nog geen greintje aan kracht, experimenteerdrift maar vooral ook muzikaal plezier heeft ingeboet. Oosterse invloeden, jazz, Franstalige Canterbury-prog, minimale elektronica, RIO, avant-garde, wijsheid, zotheid, humor en melancholie; het zit er nog állemaal in en alles kolkt in een maalstroom van sferen doorheen het album. Ik vind dit Grote Muziek. En ik vind dit Vrije Muziek. Muziek om de muziek, niet behaagziek, niet opzichtig dingend naar de gunst van welke doelgroep dan ook, maar volledig ‘for the fun of it’. En dat betaalt zich op een zeer natuurlijke en organische manier uit in een meesterlijk, vrolijkmakend, tot nadenken stemmend én intellectueel verheffend album. Zéér uitermate aanbevolen.

 

Luister in lossless geluidskwaliteit naar Aksak Maboul met Qobuz of Tidal (abonnement vereist) of in lossy geluidskwaliteit met Spotify.

 

Tuxedomoon - Holy Wars

Tuxedomoon - art's excellence

Holy Wars van Tuxedomoon wordt door velen - in elk geval óók door mij - beschouwd als het Magnum Opus van deze bijzondere experimentele post-punk band San Francisco. Omdat hun wavey muziek goed aansloeg in Europa verhuisde de band begin jaren 80 naar Brussel waar ze kennismaakten met trompettist Luc van Lieshout en Crammed Discs labelbaas Marc Hollander, die de band onder zijn hoede nam en aan zijn stal toevoegde. Hoewel hun oudere albums Half Mute uit 1980 en Desire uit 1981 een wat Spartaansere, experimentelere sound hadden vormen ze met de knorrende, steevast met plectrum gespeelde bas van Peter Principle, de hoekige vioolpatronen van Blaine L. Reininger en de licht pathetische voordracht van Winston Tong wel een duidelijke opmaat naar de ultra-sfeervolle composities op Holy Wars uit 1985. Op dit album is de plaats van Blaine Reininger, die de band in 1983 verliet, ingenomen door trompettist Van Lieshout. Zijn preluderende melodielijnen - sommige op de (bas)mondharmonica - drukken méér nog dan de incidenteel gebruikte klarinet en saxofoon van Steven Brown een extreem herkenbaar en voor mij uitermate geruststellend stempel op de sound van de band. Geruststellend ja, omdat dit album een zeer prominente rol speelt in mijn muzikale én persoonlijke coming of age omdat heel kant 1 van - destijds nog - de elpee deel uitmaakte van een psychedelische mixtape die een goede vriend me als ‘slaapmutsje’ voorschotelde toen ik na een avondje muziek luisteren en interessante nieuwe rookwaar de middernachtelijke fietstocht naar mijn studentenhuis toch maar oversloeg en me te rusten legde op zijn ultracomfortabele bruin-ribfluwelen vierzitter. Vanaf de eerste trage, vervormde bastonen van The Waltz, via het vervreemdende Hugging The Earth (H.T.E.) en het vanwege het gefloten intro zeer onwaarschijnlijke undergroundhitje In A Manner Of Speaking tot het mijns inziens eigenlijk op kant 1 thuishorende Watching The Blood Flow en tenslotte het lethargische Soma is dit album een vaste waarde in de soundtrack van mijn leven geworden. En nu is het tijd om het te delen…

 

Luister in lossless geluidskwaliteit naar Tuxedomoon met Qobuz of Tidal (abonnement vereist) of in lossy geluidskwaliteit met Spotify.