Floating Points - Elaenia

Tijdloze Grooves

 

Floating Points - Elaenia Floating Points - Elaenia

 

Toen ik op Facebook (of all places…) een tip over dit album voorbij zag komen en daar eens wat verder in dook, herinnerde ik me opeens dat ik hun vorige album (Shadows, uit 2011) al wel eens had gehoord, maar dat het kennelijk niet was blijven plakken. Een korte luistersessie met Tidal maakte duidelijk waarom; de muziek op dat album steekt weliswaar prima in elkaar, maar lijkt wat mij betreft teveel op de foute ‘four-to-the-floor’ lounge met zo’n obligaat saxofoontje voor de Jazz-credibility, die je op vrijdagmiddag in Amsterdam uit de dof blinkende hipstertenten hoort schallen waar véél te jonge beurshandelaartjes in gladde maatpakken ‘de week aftanken’ en vervolgens nog even blijven hangen om ‘een vorkje te prikken’. Tsja, ook ik ben natuurlijk niet vrij van onredelijke vooroordelen, maar als zo’n associatie eenmaal bij me heeft postgevat ben ik daar maar moeilijk vanaf te brengen. Laat ik dus zeggen dat ik (op vrijdagmiddag…toeval?) met enig voorbehoud de play-knop van de VPRO 3Voor12 Luisterpaal aanklikte. Toen ik een kleine drie kwartier later ontwaakte uit de zoete mijmeringen die de muziek op dit nieuwe album bij me had losgemaakt wist ik dat er iets veranderd was in de muzikale benadering van Samuel Shepherd, de man achter Floating Points, die een bekende schijnt te zijn in de mij totaal vreemde House-scene.

Shepherd staat er volgens insiders om bekend dat hij in zijn DJ-sets ‘oude’ genres als Soul, Funk en Disco met House (volgens mij toch ook al een ‘oud’ genre, niet?) verweeft tot een opwindend geheel. Maar goed, ik ben geen danser, dus acht ik mezelf vergeven voor het feit dat ik hem niet kende. Waar hij op Shadows nog heel nadrukkelijk koos voor beats op de voorgrond heeft hij op Elaenia duidelijk een ander pad bewandeld. De beats zijn er in de meeste gevallen zelfs helemáál niet meer, en laat hij de grooves als het ware uitbeelden door elektrische piano’s, baslijntjes en hier en daar een percussieve invulling.

Dat wordt al meteen duidelijk op de eerste track Nespole, die een intro heeft dat het allerergste doet vermoeden. Maar na een minuut of twee spanningsopbouw die je meestal bouwrijp maakt voor de invallende beukbeat realiseer je je dat die niet komt. In plaats daarvan blijft de track zich subtiel opbouwen, neemt het baslijntje wat in volume toe, maar alleen om een ritmisch raamwerk te creëren voor de verrukkelijke synthesizersolo die het nummer naar een hoger muzikaal niveau tilt.

En nu ik blijkbaar op weg ben om weer eens een track-by-track recensie te schrijven: ook in het bijna 11 minuten durende tweede nummer Silhouettes (I, II & III) - waaruit bovenstaande video een bloemlezing biedt - beperkt het ritme zich tot een subtiele breakbeat op een echt drumstel. Ook hier wordt weer vooral op sfeer gewerkt en opnieuw is er een hoofdrol voor allerlei fijne toetsensolo’s. In het tweede deel van het nummer trekt Shepherd dan ook nog eens een blik weelderig schmierende strijkers open, en dan kun je me dus opdweilen. Gloeiende, wat is dat verrukkelijk zeg!

 

Samuel Shepherd - foto: The Guardian Samuel Shepherd - foto: The Guardian

 

Soundscaping

De daarop volgende titeltrack is een studie in traag evoluerende Soundscaping met een jazzy 70’s sausje waarin een Fender Rhodes piano een zalvende centrale plaats inneemt. Op Argenté, dat daarna te horen is, slaat Shepherd echter opeens een hele andere weg in en construeert hij schijnbaar vanuit pure improvisatie een aan Berliner Schule à la Tangerine Dream herinnerende sequencer-track.

Thin Air, de vijfde track, bouwt zéér subtiel voort op de sequencing in Argenté, maar voegt daar de weidsheid van de titeltrack en de onderhuidse ritmiek van het openingsnummer aan toe. Dit steekt toch wel even heel wat gecompliceerder in elkaar dan de - vergeef me de brute kwalificatie - cocktail-pulp op zijn vorige album. Ook For Marmish kabbelt met zijn diepe en lome breakbeat heerlijk voort, maar biedt de actieve luisteraar een niet aflatende stroom van muzikale aanknopingspunten om de afdwalende gedachten aan op te hangen. De afsluiter Peroration Six is qua ritmiek veruit het meest woeste nummer van het album. De bijna filmische spanning wordt gedurende een kleine vijf minuten meedogenloos opgebouwd, maar nét als je het gevoel hebt dat de track in een epische explosie gaat openbarsten en het album op glorieuze wijze tot een einde gaat brengen doet Shepherd een laatste meesterzet. Op precies vier seconden voor het einde van dit laatste nummer van het album trekt hij domweg de stekker eruit, de vertwijfelde luisteraar plotseling in totale stilte onderdompelend. Daar dan! Hoppa! Houdoe en bedankt!

Productie

Een album als dit leent zich perfect voor productionele strapatsen, maar ik moet zeggen dat Shepherd een bewonderenswaardige terughoudendheid aan de dag legt ten aanzien van het overdadige. De klank is warm en intiem en de opbouw van het ruimtelijke plaatje is subliem in proportie. Natuurlijk zitten er een aantal opmerkelijke accenten in, vooral in kleinere percussiegeluidjes, maar over het algemeen zou ik de productie van Elaenia met een klein slagje om de arm zelfs ‘audiofiel’ durven te noemen. Klankkleuren zijn precies zoals je je die voorstelt, er is ruimte om de instrumenten en alles heeft een geloofwaardige afmeting. Het beeld blijft ook in complexere passages overzichtelijk en transparant en het laag…dat laag mensen… Ach, luister zelf ook maar… Jaarlijstjesmateriaal dit!

Beluister Elaenia via Spotify:

Of in lossless geluidskwaliteit via Tidal (abonnement vereist):

TIDAL-Button-Floating_Points