Muziek... Omdat Het Moet

Muzikale Ontdekkingen van een Generalistisch Grootverbruiker

In navolging van mijn jaarlijstje met de 25 leukste, mooiste en beste albums van 2012 - dank overigens voor de vele leuke reacties - leek het me een aardig idee om regelmatig een wat korter stukje te publiceren waarin ik muzikale ontdekkingen aan jullie voorstel. Daar zal zeker recente muziek bij zitten, maar het voordeel is dat ik me eigenlijk niet hoef te beperken tot een bepaald jaar, ik kan gewoon dwars door de geschiedenis hollen en vrijuit plukken waar wat leuks groeit.

In de eerste twee maanden van 2013 ben ik tijdens mijn voortdurende queeste weer tegen een heleboel fantastische bands en albums aangelopen. Ik heb er tien voor jullie uitgekozen die ik hier, in willekeurige volgorde, een korte recensie geef en voorzie van een link naar Spotify, omdat zelf luisteren nu eenmaal de allerbeste graadmeter is. Voel je trouwens niet bezwaard om onder dit bericht een reactie achter te laten. Niet om complimenten uit te delen (hoewel ik dat erg waardeer, niets menselijks is mij vreemd) maar bijvoorbeeld om eigen tips te delen, want ik heb nooit genoeg. Ik verzamel muziek... omdat het moet!

Klik op de naam of de cd-cover om te luisteren.

MatmosMatmos – The Marriage of True Minds (2013)

Drew Daniel en MC Schmidt voerden in de aanloop naar The Marriage Of True Minds parapsychologische experimenten uit waarbij ze het concept voor hun nieuwe album telepatisch probeerden over te brengen op testpersonen die waren afgesloten van zintuiglijke prikkels. De proefpersonen vertelden daarna wat ze meenden te hebben ‘gevoeld’ en die verhalen vormden de basis voor de uiteindelijke muziek. Klinkt vaag, nietwaar? Gelukkig kun je deze ‘wetenschap’ meepikken onder het motto ‘leuk om te weten’, want in de praktijk merk je er als luisteraar niets van. Hoewel… De muziek is elektronisch en experimenteel van karakter. Geen a-tonale plinketieplonk overigens, er zit wel degelijk melodie en structuur in de tracks, maar de hitparade zullen ze er beslist niet mee halen. De veelheid aan samples, gevonden geluiden en tegendraadse ritmes zorgt echter voor een avontuurlijk luisterfeestje en de opnamekwaliteit is uitstekend. Sommige geluidseffecten doen het trouwens alleen bij beluistering via luidsprekers, maar de bezitters van een goede hoofdtelefoon zullen merken dat er voor hen genoeg waanzin in de mix zit verstopt.

Black ElkBlack Elk – Sparks (2012)

Het prachtige piano-intro van dit neo-klassieke meesterwerkje geeft geen erg betrouwbare indicatie van de sfeer die dit kwartet wil neerzetten, want zodra je even later allerlei licht dissonante details en achtergrondgeluiden hoort weet je dat er een verrukkelijke donkere twist in dit album zit. Schoonheid met een gerafeld randje, onschuld in verval, geef het een naam...maar zeker is dat dit een aanzienlijk intensere luisterervaring is dan veel moderne semi-akoestische ambient die oeverloos doorneuzelt. De kalme nummers bouwen langzaam op, de heren nemen hun tijd. De dynamiek is beperkt, wat overigens niet wil zeggen dat de opname plat of gecomprimeerd klinkt. Er zijn gewoon geen plotselinge uitschieters die de dromerige sfeer teniet doen. De muziek is grotendeels instrumentaal, op een zeer ijle gezongen bijdrage van de Japanse zangeres Aki Tomita na (in The Blackest Sky). Een ‘plaatje voor laat’ noem ik dit, zéér geschikt om de dag mee af te sluiten.

Ray LamontagneRay LaMontagne – Trouble (2004)

Het was niet dit debuut waardoor ik kennismaakte met deze singer/songwriter uit Nashua, New Hampshire, dat was namelijk het album Gossip In The Grain uit 2008, en zelfs het album Till The Sun Turns Black uit 2007 (met daarop het bloedstollend mooie Be Here Now) kende ik eerder. Die twee albums hebben een weelderiger geluid en een meer avontuurlijke productie dan Trouble, maar bij Ray Lamontagne vergeet je de muziek sowieso op het moment dat hij zijn mond open doet om te zingen. Zijn heerlijke stem bevat een unieke combinatie van rasperigheid en heel veel valse lucht die in de verte een beetje aan de jonge Van Morisson doet denken, maar die qua tederheid en troost veel meer herinnert aan Tim Buckley. De songs op Trouble zijn redelijk folky van aard en hebben een heerlijk comfortabele ‘sfeer van weleer’ om zich heen hangen. En inderdaad...je hoort er allerlei bekends in, maar Lamontagne laat horen dat hij de nieuwe houder is van het patent op van Soul druipende vocalen, dat Van The Man heeft laten verlopen. Weergaloos prachtig dit...

Paul BuchananPaul Buchanan – Mid Air (2012)

The Blue Nile, dat prachtige bandje uit Schotland dat in 1984 de wereld veroverde met de hit Tinseltown in The Rain, heeft het altijd heel erg moeten hebben van het warme, melancholieke stemgeluid van frontman Paul Buchanan. Vier albums in twintig jaar wisten ze er uit te persen, maar na 2004 werd het weer angstvallig stil. Gelukkig liet Buchanan in 2012 weer van zich horen met dit zeer persoonlijke album. De gewone versie bevat 14 tracks, de Deluxe versie (die ik van harte aanraadt) voegt daar nog eens 4 nieuwe prachtliedjes en zes fraaie alternatieve versies aan toe. De sobere songs beginnen op een enkele uitzondering na allemaal met een piano en de stem van Buchanan, die in de loop der jaren een prachtig randje heeft gekregen en helemaal niets aan zeggingskracht heeft verloren. Met subtiele (elektronische) strijkers en af een toe een ‘ver trompetje’ die bijna onmerkbaar in de nummers sluipen is The Blue Nile steeds dichtbij. Het tempo ligt laag, pijnlijk laag soms, en er is maar weinig variatie in toonsoort en tempo (alleen het nummer God Is Lauging op de tweede cd van de Deluxe Edition zou je van enige pop-allure kunnen beschuldigen), maar daar zit hem nu net de bijna oneindige en tijdloze schoonheid van dit album in. Meer hoeft het niet te zijn, geloof me...

PazzerpappaPanzerpappa – Astromalist (2012)

Wie kan zich een succesvolle combinatie voorstellen tussen Jazz en Progrock? Niemand? Dat dacht ik al, want beide genres hebben strikte regels ter afbakening en definitie. Toch slaagt dit Noorse wondercombo erin de avantgardistische en nogal ‘freestyle’ georiënteerde jazzrock van de Engelse Canterbury-scene te combineren met moderne, strak in elkaar gestoken prog van een meer continentale snit. Zo combineren ze straffe gitaar-riffs met blazers-arrangementen en grossieren ze in maatsoorten waar zelfs de meer gevorderde progrocker het warm van krijgt. Dat ze het geheel desondanks zéér beluisterbaar hebben weten te houden is een prestatie op zich! De track Femtende Marsj is een rechtstreeks eerbetoon aan Dave Brubeck (luister maar eens naar Blue Rondo à la Turk) die er eerder als één van de weinigen in slaagde om dwarse ritmes te verpakken in lekker in het gehoor liggende melodieën en daarbij op virtuoze wijze de valkuil der strapatserij wist te vermijden. Verplicht luistervoer voor de avontuurlijk aangelegde progliefhebber.

Ulrich SchnaussUlrich Schnauss – A Long Way To Fall (2013)

De eerste albums van deze Berlijnse muzikant annex producer vallen volgens het graag in hokjes denkende muziekjournaille onder het genre ‘electronic shoegaze’. Je moet het toch ergens in kwijt, nietwaar? Nu ben ik zelf van mening dat ‘shoegaze’ bij uitstek op heel veel galmende gitaren gespeeld wordt en voorzien is van weinig opbeurende zangpartijen (luister naar bandjes als My Bloody Valentine en je weet wat ik bedoel) dus schaar ik de wijdse instrumentals van Schnauss liever onder de elektronische muziek, wat ook zo’n heerlijk grote paraplu is. Waar zijn eerdere werk nog een bepaalde eenvoud bezat (hoewel meerdere luisterbeurten wel degelijk een forse diepgang onthullen) is A Long Way To Fall een veel caleidoscopischer luisteravontuur. De productie is zeer goed. De klank is warm en omarmend en als je het volume wat opschroeft kun je er heerlijk in verdwalen. Het is een opwindend mengsel van klassieke elektronische muziek (denk Tangerine Dream) en moderne minimale dance-invloeden waar af en toe een heuse popsong onder het oppervlak lijkt schuil te gaan. Verslavend!

Laura NyroLaura Nyro – Eli And The Thirteenth Confession (1967)

Een uniek talent, deze New Yorkse zangeres en componiste, met een krachtig en herkenbaar stemgeluid dat bij vlagen een beetje aan Rickie Lee Jones doet denken. Maar Laura Nyro gebruikt zowel als zangeres als in haar composities een veel breder pallet aan kleuren voor haar muzikale schilderijen. Gospel, jazz, soul, een vleugje folk…het is er allemaal op dit tweede album, dat om vage redenen tot nu toe ontbrak in mijn collectie. Luisteren naar Laura Nyro is voor mij altijd een beetje thuiskomen. Vertrouwd en vol nauwelijks onderdrukte passie geeft haar stem een vanzelfsprekend gevoel van veiligheid, alsof je luistert naar het buurmeisje waar je jarenlang stiekem verliefd op bent geweest voor je er op een van bloeiende kamperfoelie doorgeurde nazomerdag mee trouwde. De opnamekwaliteit van dit album is goed maar hoorbaar gedateerd. De rijk gearrangeerde muziek is echter van hoog niveau.

From The Mouth Of The SunFrom The Mouth of The Sun – Woven Tide (2012)

Weer een fraai voorbeeld van sfeervolle ‘glitchy’ ambient waarin de warmte van analoge instrumenten wordt gecombineerd met de oneindige mogelijkheden die een moderne studio biedt. Pianoklanken krijgen een bijna oneindige galm mee, een gestreken cello heeft soms een rasperige, bijna poederachtige klank, maar soms ook iets glazigs alsof je met een natte vinger een wijnglas laat zingen. Gitaar zit er ook nog in verstopt, maar diep in de mix en nauwelijks herkenbaar. Allerlei kleine percussiegeluidjes, zoals belletjes en in een loop gesamplede plaatruis, zorgen voor een vervreemdend effect. Experimenteel is het zeker, maar ook heel erg spannend. In het nummer Color Signs is de sfeer zelfs ronduit spookachtig, met een aarzelend en melancholiek gespeelde cello tegen een achtergrond van ruis en tikken, terwijl een stem klaaglijk zingt. Dit zou een perfecte soundtrack zijn voor een dwaaltocht door een donker, vochtig en verlaten landhuis ergens aan een ruige kust, waar je de bijgelovige plaatselijke bevolking met geen stok naar binnen krijgt...

The Incredible String BandThe Incredible String Band – The Hangman's Beautiful Daughter (1968)

Aan het eind van de jaren 60 had Engeland de grootste hippie-gemeenschap van Europa en daaruit zijn enorm veel (psychedelische) muziekgroepen ontstaan die het Europese folklandschap mee hebben vormgegeven. The Incredible String Band was in feite een duo, bestaande uit Mike Heron en Robin Williamson, die Keltische folk mengden met allerlei oosterse en Aziatische muziek. Ze bespelen op hun albums zelf een enorm aantal bekende én exotische instrumenten, vaak meegenomen van verre reizen, maar er wordt ook gebruik gemaakt van de diensten van gastmuzikanten. The Hangman’s Beautiful Daughter uit 1968 is één van de eerste albums die op 24 sporen zijn opgenomen en geldt als hun onbetwiste meesterwerk. Het is inderdaad een verrukkelijke trip door de hoogtijdagen van de sixties. Veel Engelse muziek uit die tijd geeft me voortdurend het gevoel dat ik een beetje voor de gek gehouden wordt, er zit altijd een maffe twist in, alsof je bij de Hoedenmaker uit Alice in Wonderland op de thee gaat... Maar als je daar eenmaal doorheen kunt luisteren zie je een volledig authentieke muzikale wereld aan je geestesoog voorbij trekken. De geluidskwaliteit? Ach...mag ik me een keer beperken door te zeggen dat er goed naar te luisteren is?

FoxygenFoxygen – We Are The 21st Century Ambassadors Of Peace & Magic (2012)

De muziekwereld is constant in beweging, maar niet altijd in voorwaartse richting. Retro-bandjes schieten al jaren als paddestoelen uit de grond, en na de 80’s (The XX, Bat For Lashes) en de 70’s (Wolfmother c.s.) zijn nu blijkbaar de 60’s aan de beurt. Eerder sprak ik al lovende woorden over Tame Impala die de meer psychedelische kant op gaan, terwijl dit jeugdige Amerikaanse duo eerder een glam-achtige insteek kiest. De nummers zijn goed uitgevoerd, zowel qua opnametechniek als klank zijn ze bijna niet van hun vele (inmiddels hoogbejaarde) voorbeelden te onderscheiden. De klank is wollig en het stereobeeld is volgens mij bewust een tikje knullig in elkaar gezet, maar dat draagt juist in hoge mate bij aan de perfecte illusie van ouderdom. De tijd moet nog leren of ze inhoudelijk sterk genoeg zijn om definitief tot de grote verrassingen van 2013 te kunnen worden gerekend, maar tot ik dat voor mezelf heb uitgemaakt geniet ik met volle teugen van deze vreemde, verrukkelijke plaat die me totaal op het verkeerde been zette toen ik hem voor het eerst hoorde. In dat opzicht is zelfs de titel We Are the 21st Century Ambassadors of Peace & Magic perfect gekozen...