2024 en muziek, een jaar in 44 releases
De Lijst der Lijsten, voor al uw kerstige lees- en luistergenot
Hoewel ik in 2024 uiteindelijk meer dan 200 nieuwe albums aan mijn collectie toevoegde was het tóch weer zo’n jaar dat in muzikaal opzicht wat traag op gang kwam. En welbeschouwd is dat eigenlijk ook wel logisch, want artiesten (en vooral de platenmaatschappijen) houden er niet van om vlak na de dure feestmaand albums te releasen. Januari is een maand voor uitbuiken van de kerstkalkoen en de oliebollen, maar niet om geld uit te geven aan nieuwe muziek. En ook dit jaar lukte het weer niet om elke maand ten minste één muziekrecensie af te leveren. Zestien waren het er, en die vind je als eerste terug in het overzicht van het jaar. Dat - moet ik het nog uitleggen? - ook dit jaar gewoon weer in alfabetische volgorde staat. Want beste album, daar doe ik niet aan. Elke release die in deze lijst staat is me even lief, hooguit om verschillende redenen. Wél nieuw is dat ik er vanaf deze editie de releasedatum bij vermeld. Het zijn in principe allemaal vrijdagen, want op die dag worden nieuwe albums gereleased, en sommige vrijdagen waren vruchtbaarder dan andere, dan zie je die datum meerdere keren. Waarom de tweede helft van het jaar verhoudingsgewijs beter vertegenwoordigd is weet ik niet; ik ben mijn favoriete releases vanaf januari in chronologische volgorde stuk voor stuk langsgelopen en deze selectie vertegenwoordigt voor mij de hoogtepunten.
Wat me in 2024 trouwens meer dan ooit opviel aan de uitgebrachte albums is dat de invloed van de TikTok- en Spotify-generatie op de tijdsduur van een album steeds duidelijker wordt. Ik bedoel dat niet neerbuigend, het is een constatering die wordt ondersteund door mensen die met en professionele blik naar de muziekmarkt kijken. De TikTokkende en streamende medemens (waarvoor Spotify nu eenmaal de belangrijkste bron is, vandaar de term) krijgt simpelweg steeds kortere tracks voorgeschoteld, die ook de aandachtsspanne van de luisteraar korter maken. Albums van een uur worden steeds zeldzamer, albums van een half uur steeds gewoner. Daar kun je je als in de hobby vergrijsde muziekliefhebber ongemakkelijk bij voelen, en dat doe ik dan ook, maar per saldo heb ik tóch liever een album van 33 minuten waar tien ijzersterke songs op staan dan een album van een uur waarvan de helft van de tracks vergeetbaar is.
En tenslotte was 2024 ook het jaar waarin ik - by popular demand - voor het eerst een volledige review wijdde aan mainstream albums. Dat beviel goed, dus misschien doe ik dat volgend jaar wel nog een keer, maar de aanvullende albums die ik voor deze lijst koos zijn over het algemeen toch van een aanzienlijk obscuurder allooi. Het zijn albums die om verschillende redenen de reguliere muziekreviews niet haalden. Soms omdat ik er geen bijpassend album bij kon vinden, soms omdat ze misschien net iets té obscuur - of te heavy - waren. Maar niet omdat ik ze muzikaal niet de moeite waard vond. Dit is de eclectische herkansing, en onthoud dat er nog veel meer geweldige albums niet in staan dan wél. Staat je favoriete album er niet bij? Deel het met de wereld in een reactie onder dit artikel!
Maar ik wens je op de drempel van 2025 vooral véél lees- en luisterplezier met deze terugblik!
De Samenvatting
Arooj Aftab - Night Reign
Night Reign is het vijfde album van Arooj Aftab, een in New York wonende Pakistaanse componiste en muzikante die in 1985 in Saoedi-Arabië werd geboren omdat haar ouders daar als ex-pats werkten. Op haar tiende verhuisde het gezin terug naar Pakistan, waar Arooj zichzelf gitaar leerde spelen en, geïnspireerd door zowel Westerse als Hindoestaanse zangeressen als Billie Holiday en Begum Akhtar, haar unieke zangstijl ontwikkelde. Omdat Pakistan in die tijd niet bepaald een land was waar Westerse online-platforms gemakkelijk bereikbaar waren, en waar een infrastructuur voor onafhankelijke muziek ontbrak, richtte ze zich als één van de eerste vrouwen in Pakistan via het internet op de binnenlandse markt en ging zoals dat heet viraal, waarmee ze zowat eigenhandig de Pakistaanse ‘indie-scene’ creëerde. In 2005 verhuisde ze naar Amerika om te gaan studeren aan het prestigieuze Berklee College of Music in Boston en na haar afstuderen vestigde ze zich in New York, waar ze in eerste instantie vooral aan soundtracks werkte. Haar debuutalbum Bird Under Water, uit 2014, werd goed ontvangen en ook haar tweede, het experimentele Siren Islands uit 2018, kon op goede kritieken rekenen, maar haar internationale doorbraak kwam pas met haar prachtige derde album, Vulture Prince, in 2021. Dat album bracht haar carrière in een stroomversnelling. Haar vierde album Love In Exile, dat ze maakte met Vijay Iyer en Shahzad Ismaily, kwam in 2023 uit op het prestigieuze Verve label, en in 2024 overtrof ze zichzelf andermaal met Night Reign, haar solo-debuut op Verve. Dit is zo’n album dat je vanaf de eerste tonen in zijn greep houdt. Subliem gearrangeerd en geregistreerd - Arooj had ook de productie zelf in handen - en de kalme composities zijn van een bijna onaardse schoonheid. Haar stem zit soms een beetje tussen Shirley Horn en Nina Simone (en dus ook Melanie de Biasio) in. Luister met dat in je achterhoofd bijvoorbeeld maar eens naar Last Night Reprise (overigens één van de vier tracks waarin een gastrol is weggelegd voor een ándere favoriet van mij; Kaki King). En op Raat Ki Rani vind ik dat ze een beetje klinkt als Sade. In de arrangementen hoor ik ook enkele stijlcitaten van het album Upojenie, dat de Poolse zangeres Anna Maria Jopek samen met Pat Metheny maakte. Ik had heel even mijn twijfels toen ik de titel Autumn Leaves op de tracklist zag staan, maar dat blijkt veruit de interessantste uitvoering te zijn van de meest uitgewoonde jazz-standard aller tijden die ik in jaren gehoord heb. Ze komt er glansrijk mee weg vind ik. Mijn favoriete track is Bolo Na, een broeierige mix van jazzy triphop en Pakistaanse folk en de poëzie van de Amerikaanse dichteres Camae Ayewa, die eerder dit jaar als Moor Mother het ongrijpbaar mooie maar historisch pregnante album The Great Bailout maakte. Een langere ‘korte review’ dan normaal, maar het mag duidelijk zijn dat ik zeer enthousiast ben over dit fantastische album. Omdat ik eind december mijn jaarlijst altijd in alfabetische volgorde zet roep ik dus óók geen ‘beste album’ uit, maar Night Reign zou daar zéker voor in aanmerking komen.
Boris Blank - Resonance
Op vrijdag 16 februari kwam, door verrassend weinig opwinding omgeven, het nieuwe album Resonance van Boris Blank uit. Ik had eerlijk gezegd verwacht dat dit in audiofielenkringen grotere beroering zou veroorzaken dan het in eerste instantie deed. Blank is immers de muzikale en productionele helft van het Zwitserse duo Yello, dat hij vormt met zanger, multimiljonair, playboy en professioneel pokerspeler Dieter Meier. Hun albums worden al decennialang ad nauseam gespeeld tijdens demonstraties op hifi-shows. De reden daarvoor is vrij simpel. De muziek ligt compositorisch vrij gemakkelijk in het gehoor maar klinkt bovenal fenomenaal. Echte ‘testmuziek’ voor hifi dus, wat ervoor zorgt dat Yello niet weg te branden is uit de playlists van hifi-shows. Als geluidstechnicus en toetsenist (én liefhebber van elektronische muziek) ben ik al jaren een trouwe volger van Yello, maar de afgelopen 20 jaar (zeg maar ná The Eye uit 2003) richtte mijn bewondering toch vooral op de puntgave klankmatige producties van Blank. In muzikaal opzicht veranderde er namelijk niet zo veel meer aan de inhoud. Yello werd een pasklaar concept, en dat lag niet alleen aan de beperkte zangkwaliteiten van Meier. Muzikale hoogtepunten sinds 2003 waren dan ook vooral het eerdere solo-album van Blank, Electrified, dat in 2013 uitkwam, waarop een collectie ‘leftovers’ (overigens geenszins verpieterde kliekjes) uit zijn digitale archief zijn verzameld, en het album Convergence dat hij maakte met de Brits/Malawische jazz-zangeres Malia. En nu is er dus dit nieuwe solo-album Resonance, dat wat mij betreft een absolute knaller is. Neem maar vast van me aan: je gaat in 2024 sowieso geen nieuw album meer horen dat beter klinkt dan dit. Dat durf ik half maart al wel te beweren. Maar ook in muzikaal opzicht vind ik het geweldig. Als Blank het keurslijf van de mijns inziens té ver uitgevogelde Yello-formule achter zich laat maakt hij véél interessantere composities. Alleen in album-opener Vertigo Heroes (Part I) en de zustertrack Vertigo Heroes (Part II) klinken nog ‘gele’ echo’s door, maar met de mysterieuze, sterk aan de Berliner Schule stijl refererende track Ninive, het aan Vangelis herinnerende Defying Gravity, de ‘Balearische’ vibe in Respiro di Mare of de pure space ambient van Najade schildert hij met een compleet ander palet. Resonance is daarom misschien wel het beste album dat Yello al ruim 20 jaar niet heeft gemaakt.
Coldplay - Moon Music
Coldplay (Londen, 1997) is een jongere band dan The Cure en Tears For Fears, maar toch draait de formatie rond zanger Chris Martin al heel wat jaartjes mee. Hun debuut Parachutes uit 2000 leverde de hit Yellow op, en opvolger A Rush Of Blood To The Head bracht wereldfaam met de single Clocks. Coldplay ontstond op het Londense University College, en wordt daardoor een beetje als een intellectuele band gezien. Ze werden daarom in het begin vaak (maar onterecht) vergeleken met Radiohead. Met meer dan 100 miljoen verkochte albums hebben is Coldplay letterlijk de grootste band van de 21e eeuw, en met hun activisme en endorsements hebben ze ook een behoorlijke impact gehad op de populaire (muziek)cultuur. Zo staan ze doorlopend 10% van hun verdiensten af aan goede doelen, en steunen ze organisaties als Amnesty International en het Global Citizen Festival, dat aandacht vraagt voor armoede. Het rijk gearrangeerde Moon Music (volledige titel: Music of the Spheres Vol. II: Moon Music) is de opvolger van Music Of The Spheres uit 2021 en hun tiende studio-album, waarop ze samenwerken met mensen als Jon Hopkins, de Nigeriaanse zanger Burna Boy en de Argentijnse zangeres Tini (Martina Stoessel). Moon Music is een afwisselend album dat prachtig begint met het dromerige Moon Music, met John Hopkins, maar daarna meermaals moeiteloos schakelt tussen funky stadionknallers als feelslikeimfallinginlove en Good Feelings (met de Nigeriaanse zangeres Ayra Star), dromerige ballads als Jupiter en All My Love, en futuristische escapades als Alien Hits/Alien Radio en Aeterna. Albumafsluiter One World zal door de talloze cynici die de wereld tegenwoordig rijk is worden gezien als een ‘woke’ oproep tot eenheid en verbroedering (de enige tekst is “One World, In The End It’s Just Love”) maar ik vind het anno 2024 wel een passende en hoopvolle boodschap. Om het album niet al te zwaar af te sluiten eindigt One World letterlijk als een kampvuur-achtig la-la-liedje, wat zowel hilarisch is als geniaal. Klanktechnisch is het een moderne productie, wat betekent dat hij niet uitblinkt in dynamiek, maar het blijft allemaal keurig binnen de perken en welbeschouwd is er gewoon heel goed naar te luisteren. Oók op een bovengemiddeld goede geluidsinstallatie.
De Beren Gieren - What Eludes Us
Het uit Brussel afkomstige jazztrio De Beren Gieren bestaat uit de in Nederland geboren pianist/keyboardspeler Fulco Ottervanger (naast De Beren Gieren onder andere bij het elektrojazz-duo BeraadGeslagen), drummer Simon Segers (Black Flower) en bassist Lieven van Pée (John Ghost). Als je er een beetje kijk op hebt kun je aan de bandnaam De Beren Gieren al zien dat we hier niet met een gewoon trio te maken hebben. Ondergebracht bij het voortreffelijke Gentse experimentele jazz-label SDBAN Ultra maakt De Beren Gieren een explosieve crossover van jazz, funk en elektronica. En ik hou ervan. Niet voor niets besteedde ik in de jaarlijst van 2021 eerder aandacht aan dit bijzondere trio. What Eludes Us werd in slechts zes dagen opgenomen in de Noorse stad Bergen, onder leiding van producer Jørgen Træen (als geestverwante artiest ook actief onder de naam Jaga Jazzist). What Eludes Us is een spannende plaat die zich pas na een aantal luisterbeurten langzaam bloot begint te geven. Dat betekent overigens niet dat er aanvankelijk niks te genieten valt. Een bezwerende track als Mimic, het als een Nits-nummer beginnende A Loving Slumber en het weidse I’ll Explain Later (waarvan het intro met sterk aan de vroege preludes van Debussy doet denken) grijpen meteen je aandacht. Maar wanneer je jezelf herhaaldelijk blootstelt aan het bijna dansbare The Houses, het vervreemdende Light and Illusions en de titeltrack, die afgemeten swingend begint maar langzaam eindigt in een soort late-night softpornojazz, groeit je bewondering voor de extreme inventiviteit en virtuositeit van de bandleden. Als je er in slaagt om in zes dagen een volledig logisch en samenhangend maar tegelijkertijd knotsgek album als What Etudes Us op te nemen behoor je tot de Hele Groten.
Einstürzende Neubauten - Rampen (apm: alien pop music)
De uit West-Berlijn afkomstige band Einstürzende Neubauten (Instortende Nieuwbouw) werd in 1980 opgericht door zanger/gitarist Blixa Bargeld (echte naam Christian Emmerich) en drummer/percussionist N.U. Unruh (de in Amerika geboren Andrew Chudy). Kort na de oprichting werden een aantal muzikanten toegevoegd, waarvan bassist/gitarist Alexander Hacke het derde bandlid is dat sinds hun verontrustende debuutalbum Kollaps uit 1981 deel uitmaakt van de band. Einstürzende Neubauten stond in de eerste decennia van hun carrière bekend om hun nietsontziende industriële erupties, waarbij de schroothoop als onuitputtelijke bron diende voor hun instrumentarium. Er werd hevig gedrumd op lege olievaten, haakse slijpers op stalen balken streden met de gitaren om een plekje in de mix, ter ondersteuning van de aanvankelijk nogal luidruchtig voorgedragen nihilistische poëzie van Bargeld. Legendarisch lawaaierige albums als Halber Mensch en Haus Der Lüge volgden, en dat hielden ze vol tot het jaar 2000. Toen verrasten ze vriend en vijand met het ambitieuze dubbelalbum Silence Is Sexy. Daarop liet de band een compleet ander geluid horen. De schroothoop-percussie was er nog wel, maar kreeg een muzikalere rol. Bargeld zong meer dan dat hij scandeerde, en zoals de titel al beloofde was er op het album relatief veel ruimte voor stilte. De omslag in muzikaal idioom bleek permanent te zijn, hetgeen de band zowel fans kostte als opleverde. Rampen (zo noemen ze hun live-improvisaties, die de basis vormden voor dit nieuwe album) heeft (apm: alien pop music) als ondertitel. De eerste woorden die Bargeld op het album spreekt zijn: “Alles schon geschrieben, Alles schon gesagt”. Sommige recensenten zien daar, in combinatie met de ondertitel, de aankondiging van een nieuw muzikaal tijdperk in. Ik vind echter dat de Neubauten met Rampen steviger teruggrijpen op hun kartelige historie dan ze in lange tijd gedaan hebben. Album-opener Wie lange noch? bouwt als vanouds langzaam op naar een bezwerende climax, en de track daarna, Ist Ist, lijkt zelfs weer bij een willekeurige auto-sloperij te zijn opgenomen. Er is echter ook plaats voor melodieuzere tracks, zoals Es Könnte Sein (dat me doet denken aan Die Wilde Jagd, waarover ik in deze muziekrecensie schreef), Before I go, en het dromerige Tar & Feathers. Het hoogtepunt van het album is voor mij het psychedelische, uit verontrustende soundscapes opgetrokken en in het lijzige Berlijnse dialect gezongen Ick wees nich (Noch nich). Geen muziek voor tere zieltjes, maar wel een zeer interessant - en voorbeeldig geregistreerd - luisteravontuur van een band die zichzelf steeds opnieuw blijft uitvinden. Wie lange noch? Nou, wat mij betreft ‘noch lange’…
Jan Bang - Reading the Air
Toen ik Reading the Air van Jan Bang voor het eerst hoorde moest ik nogmaals kijken of ik wel het goede album had aangezet, want wat ik hoorde klonk meer als een verloren gewaand album van David Sylvian uit de periode tussen Dead Bees on a Cake en Blemish, dan als een werkstuk van één van mijn favoriete muzikanten en producers uit de Scandinavische neo-jazz scene. Dat is grotendeels te danken aan het feit dat Bang op dit schitterend geproduceerde album voor het eerst ook in bijna elk nummer zingt. Zijn dictie en de klank van zijn enigszins hese bariton doen me echt onmiddellijk aan Sylvian denken. Voorheen liet hij de vocalen vaak over aan anderen, zoals trompettist Arve Henriksen, wiens aan Jon Hassell herinnerde stijl van spelen ook op dit album een sfeerbepalende rol heeft. Maar Sylvian was niet de enige verrassende associatie. De opbouw van de songs, de arrangementen, het spaarzame gebruik van achtergrondzangeressen; het deed me allemaal ook behoorlijk denken aan de stijl van een heleboel latere Nits albums, pakweg vanaf hun meesterlijke Wool uit 2000. En een track als het van weidse Americana druipende Delia had trouwens ook zomaar door Daniel Lanois geproduceerd kunnen zijn. Reading the Air is een verrukkelijk album, met een sfeer die wat mij betreft net zo goed bij besneeuwde landschappen past als bij zomerse groene uitzichten. De mysterieuze doolhoven die hij bouwde op albums als Narrative from the Subtropics blijven hier buiten beeld, maar dat maakt Reading the Air wat mij betreft een minder intens en daardoor voor veel meer mensen toegankelijk luisteravontuur. Dat overigens niets aan pure schoonheid inboet. Zeer hoogwaardige luisterkost dit…
Joep Beving en Maarten Vos - Vision Of Contentment
Vision Of Contentment is het zesde album van de Amsterdamse pianist Joep Beving, en het eerste album dat hij volledig samen met iemand anders heeft gemaakt. Zijn eerste twee albums bevatten neoklassieke pianomuziek die gelijkenissen vertoont met de melodieuze en toegankelijke New Age van Ludovico Einaudi. Daar is op zich niks mis mee, maar wat mij betreft liet Beving er, ondanks zijn doordachte composities en virtuoze spel, niet echt een uniek geluid mee horen. Dat veranderde bij zijn derde album, Conatus, waarop artiesten als Eefje de Visser, Colin Benders (alias Kyteman), CFCF en zelfs elektronica-pionier Suzanne Ciani bewerkingen laten horen van Beving’s eerdere composities, die de klankmatige breedte en de emotionele diepgang van de nummers fors groter maakten. Dat moet Beving óók gemerkt hebben, want Henosis, zijn prachtige vierde album, bevatte veel meer elektronische arrangementen. Op Vision of Contentment werkt hij samen met de neoklassieke cellist Maarten Vos, die ook graag van elektronische klanken gebruikt. Het duo kwam met elkaar in contact via een gezamenlijke vriend, Mark Brounen, die tevens de manager van Beving was. Tijdens het schrijfproces voor dit album overleed Brounen, die al jaren aan kanker leed. Vision of Contentment is daardoor een melancholiek - maar niet per se verdrietig - eerbetoon aan hem geworden. De opnames van dit album vonden plaats in een afgelegen huis ergens in een bos in Nederland, maar deels ook in de studio van Beving in Amsterdam en in de studio van Vos in het beroemde Funkhaus in Berlijn, waar ook Nils Frahm zijn muzikale thuisbasis heeft. Frahm tekende voor de mix van dit album en hij bracht het uit op zijn eigen Leiter label. Het is een onaards mooi album vol mysterieuze klanklandschappen. De piano van Beving voert vrijwel nergens de boventoon, sommige passages zijn zelfs pure ambient. Een deel van de titels heeft betrekking op het overlijden van Brounen, zoals 02:07, het tijdstip waarop Beving en Vos hoorden dat hun vriend was overleden. Ook Hades en The Boat verwijzen op een wat mystieke manier naar de dood. The Heron, de witte reiger - die ook staat afgebeeld op het sfeervolle nachtblauwe artwork van Alex Coma, een Canadese schilder die óók bevriend was met Brounen - staat symbool voor de wijsheid en spirituele groei die de laatste levensjaren van Brounen kenmerkten. Zelfs wanneer je deze toch wat sombere thematiek meeneemt in de beluistering overheerst al snel de bewondering voor de prachtige, liefdevolle manier waarop Beving en Vos hun vriend uitzwaaien voor zijn laatste reis. Het maakt de emotionele lading van de composities alleen meer pregnanter. En de schitterende opname zorgt voor een diepe onderdompeling in de muzikale wereld die Beving en Vos schilderen. Echt, prachtig…
Lilacs & Champagne - Fantasy World
De twee leden van het uit Portland, Oregon opererende Lilacs & Champagne zijn de multi-instrumentalisten Alex Hall en Emil Amos, die ook ‘founding members’ zijn van de experimentele, neo-psychedelische instrumentale rockband Grails. Lilacs & Champagne ontstond in de vroege jaren 2010 vanuit de wens van beide heren om hun muzikale horizon te verbreden richting sample-based ‘beatscapes’ die ze baseerden op jaren-70 soundtracks, dub, triphop en obscure psychedelica. Hun gelijknamige debuutalbum uit 2012 vond ik met zijn warme en hypnotische sfeer een parel van muzikaal vernuft. Danish & Blue, het vervolgalbum uit 2013, was zoals de titel al een beetje verraadt gebaseerd op de muziek bij Scandinavische b-films (waaronder ook ‘natuurfilms') uit de jaren 70. In 2014 en 2015 volgden de thematisch met elkaar verbonden EP’s Midnight Features Vol. 1 en Vol. 2, maar daarna werd het stil rond het duo. Een reden daarvoor geven de heren Hill en Amos niet, maar gelukkig doorbraken ze dit jaar hun hiatus met de release van het nieuwe Lilacs & Champagne album Fantasy World. Wie de vorige albums beluistert (iets dat ik echt van harte aanbeveel) zou redelijk snel kunnen oordelen dat er niet veel veranderd is. Op zich zou dat nog niet eens zo erg zijn, de formule van de oudere albums was wat mij betreft nog lang niet uitgewerkt, maar toch denk ik dat ze Fantasy World nog net een stapje verder gaan in hun ‘alles kan en mag’ attitude. De kruisbestuiving met Grails is af en toe duidelijk te horen (bijvoorbeeld in het weidse Rude Dream en de vervreemdende album-afsluiter Ordinary Man), maar op tracks als Evil Has No Boundaries en Leprotic Phantasies wordt uit een wat duisterder vaatje getapt. Vanaf het spookachtige gekreun aan het begin van de album-opener Ill Gotten Gains grijpt Fantasy World je bij de kladden en voert je mee op een merkwaardige maar opwindende tocht langs een collage van allerlei bizarre samples, ondefinieerbare klanken en lome, gruizige ritmes. De productie is hier en daar behoorlijk druk en vol, maar ook ruimtelijk en dynamisch. Iets waarmee Hill en Amos de meer audiofiel ingestelde luisteraar zeker een pleziertje gunnen.
Nils Frahm - Day
Nils Frahm behoeft op deze pagina’s geen introductie meer. Day past in een inmiddels tot traditie uitgegroeide reeks albums vol bedachtzaam gespeelde neo-klassieke composities, waarbij hij moeiteloos schakelt tussen een keur aan akoestische piano’s die allemaal hun eigen klanken én bijgeluiden produceren. Vaak mengt hij de akoestische pianoklanken met analoge elektronica, maar Day is ook dit jaar weer de opmaat naar de door hem in 2015 in het leven geroepen Piano Day, een inmiddels tot een internationaal evenement uitgegroeide feestdag op 28 maart; de 88e dag van het jaar, naar het aantal toetsen van een pianoklavier. Geen synthesizers dus op Day, maar wel ongelooflijk veel sfeer en klank. Frahm’s uitvalsbasis is de voormalige Studio 3 in het monumentale Funkhaus in Berlijn van waaruit de voormalige DDR van communistische propaganda werd voorzien. Hij heeft deze ruimte volledig naar eigen wens verbouwd. In de pas lopen en dezelfde spullen gebruiken als iedereen, daar doet Frahm niet aan. Zijn instrumentarium vormt daarom een merkwaardige verzameling obscuriteiten. Met zijn bij een uitdragerij gekocht mini-pianootje, dat zó versleten is dat het bij elke toetsaanslag piept en kraakt, heeft hij de inmiddels door (te) velen nagevolgde trend gezet dat bij een opname van een akoestische piano ook de bijgeluiden van het mechaniek hoorbaar mogen zijn. Omdat het de luisteraar méér betrekt bij de muziek. Ook heeft hij in zijn studio de M450i staan, een door de firma Klavins speciaal voor hem gebouwde vier en een halve meter hoge ‘verticale vleugel’ die een ongelooflijke akoestische energie uitstraalt. Het zal de oplettende lezer inmiddels zijn opgevallen dat ik het nog helemaal niet over de muziek op Day heb gehad. Dat hoeft ook niet, want voor wie bekend is met het werk van Frahm bevat het album eigenlijk geen verrassingen. De prachtig warme, enigszins omfloerste klanken zijn bekend, zijn kenmerkende dromerige stijl neemt je nog steeds mee naar de binnenkant van je gedachten, en de opname heeft zoals gewoonlijk óók weer die sublieme balans tussen intimiteit en ruimtelijkheid. Dat is voor mij ruimschoots voldoende om Day een nieuwe triomf in het oeuvre van Nils Frahm te noemen. Het enige minpuntje zou kunnen zijn dat ook dit album de krimpende aandachtsspanne van de hedendaagse luisteraar faciliteert en ‘slechts’ 34 minuten duurt. Maar het positieve daaraan is dat er eigenlijk geen zwak moment op staat, en de liefhebber gelukzalig smachtend naar méér achterlaat.
Nits - Tree House Fire
Hoewel ik Nits al sinds mijn studententijd (toen ze nog The Nits heetten) tot mijn favoriete bands reken haakte ik pas vijf jaar na hun debuutalbum aan - omstreeks Omsk, het album uit 1983 waar hun bescheiden hit Nescio op staat. Nits werd in 1974 opgericht en ze vieren dit jaar dus hun vijftigjarig jubileum. Een heuglijk feit, maar even leek het erop dat het feest niet door zou gaan. In mei 2022 brandde namelijk het in een voormalige Amsterdamse gymzaal gevestigde thuishonk van Nits (de legendarische Werf Studio) tot de grond toe af, waarbij niet alleen hun uitvalsbasis maar ook bijna het volledige instrumentarium en veertig jaar aan archiefmateriaal in rook opging. De drie kernleden (zanger Henk Hofstede, drummer Rob Kloet en toetsenist Robert Jan Stips) wisten zich - mede door een spontane en succesvolle inzamelingsactie door fans - snel te herpakken om hun vlak voor de ramp voltooide (en omdat het al bij de perserij lag niet verloren gegane album) NEON te promoten. Ze zagen de ramp als een mogelijkheid voor een nieuw begin. Maar als klap op de vuurpijl kreeg Hofstede het jaar erna te maken met een zeldzame auto-immuunziekte die de spieren in zijn gezicht verlamde. Dat bleek gelukkig behandelbaar, en de band greep dat andermaal aan om het vizier op de toekomst te richten. Op het begin dit jaar uitgebrachte mini-album Tree House Fire schrijven en spelen Nits de studiobrand op meesterlijke wijze van zich af. De opnames vonden plaats in Studio 150 in Amsterdam, die gevestigd is in de voormalige Bethlehemkerk waar vergelijkbare akoestische omstandigheden heersen als in De Werf. Het mag dan ook niet verbazen dat Nits’ vaste knoppentovenaar Paul Telman er ook klankmatig een loepzuiver Nits-album van heeft gemaakt. Bij de eerste beluistering schoten bij de tranen me in de ogen toen ik Hofstede in het openingsnummer Month of May hoorde zingen: “I’m standing in a burned out kitchen / Looking at the month of May / The black pages in our agenda / Are still hanging on the wall today”. Ook Big Brown Building Burning, The Bird en The Wind has no Clothes verhalen vanuit diverse perspectieven over de brand, maar in The Tree en vooral het sublieme en enigszins mysterieuze The Attic zijn melancholieke berusting en hoop de thema’s die voor mij de boventoon voeren. Tree House Fire is daarmee in al zijn 24 minuten durende compactheid een zeer indrukwekkend document geworden, maar ook een sterk statement dat we nog niet van Nits af zijn. En dat is een hoopvolle boodschap. Subliem album!
Stephan Moccio - Legends, Myths and Lavender
Stephan Moccio is een Canadese componist, producer en pianist die zijn sporen verdiende als mede-auteur van hits van o.a. Celine Dion en Miley Cyrus, maar die ook filmmuziek componeerde (waaronder de aftitelingsnummers voor Fifty Shades of Grey). Zijn solowerk als pianist geniet in Nederland relatief weinig bekendheid en dat is jammer. De composities op Legends, Myths and Lavender liggen gemakkelijk in het gehoor, maar hebben niet dat behaagzieke melodieuze van componisten die de platgetreden paden van de New Age bewandelen. Wat het album verder onderscheidt van de commerciële middelmaat is de uiterst rijke opname. Die vond plaats in de legendarische Miraval Studio in de Provence in Zuid-Frankrijk. Deze high-tech studio (annex wijnchateau) werd in 1977 opgericht door de beroemde Franse pianist en arrangeur Jacques Loussier (die bekend is van zijn speelse jazz-interpretaties van klassieke werken, van o.a. Bach en Beethoven) en had in de loop der jaren een zeer uiteenlopende klandizie van o.a. Pink Floyd, Judas Priest, David Sylvian, Rammstein en UB40, maar sloot in 2011 haar deuren toen het Chateau werd verkocht aan de toen nog getrouwde Brad Pitt en Angelina Jolie. Na hun scheiding besloot Brad Pitt, die Jolie’s aandeel in het Chateau had gekregen, om de studio nieuw leven in te blazen en Moccio boekte de eerste sessie in de compleet verbouwde ruimtes. En het klinkende resultaat mag er zijn! De opname heeft een enorme rijkdom aan warme harmonische tonen, en heeft in tegenstelling tot veel andere moderne neoklassieke pianomuziek de microfoon nu eens niet vlakbij de snaren staan, waardoor het mechaniek van de piano in deze opname niet of nauwelijks hoorbaar is. De composities zijn dromerig, sierlijk en toegankelijk, waardoor ze voor sommigen misschien wat te vrijblijvend kunnen klinken. Maar na meerdere beluisteringen beklijft toch vooral de romantische, wat mystieke sfeer die de titel van het album in zich draagt. Om heerlijk bij tot rust te komen.
Tears For Fears - Songs For a Nervous Planet
Tears for Fears werd in 1981 opgericht door Ronald Orzabal en Curt Smith en hun debuut The Hurting verscheen in 1983. De band uit Bath in Engeland stamt daarmee dus ongeveer uit dezelfde tijd als The Cure, maar koos een ander muzikaal pad. Hoewel de ondertoon net zo melancholiek was als die van hun zwartomrande collega’s uit Crawley zat de muziek van Tears For Fears vanaf het begin meer in de hoek van de alternatieve synth-pop. Hun albums werden in de loop der jaren steeds verfijnder van productie, met hun meesterwerk The Seeds Of Love uit 1989 als Beatlesque hoogtepunt. Qua populariteit konden ze zich een tijdlang moeiteloos meten met The Cure en omdat ze een ander publiek aantrokken zaten de bands elkaar ook niet in de weg qua albumverkoop. Curt Smith verliet de band in 1991, vermoedelijk na een ruzie met Orzabal over diens fanatieke werk-ethos en hang naar perfectie (aan The Seeds Of Love was vier jaar gewerkt), die in schril contact stond met Smith’s uitbundige levensstijl die voortvloeide uit hun wereldwijde succes, en zijn scheiding, die de nodige vertraging veroorzaakte. Smith begon daarna een redelijk succesvolle solocarrière en ging gastrolletjes spelen in films en series. Orzabal bracht na Smith’s vertrek onder de naam Tears For Fears de uitstekende albums Elemental en Raoul and the Kings of Spain uit. In 2000 kregen Smith en Orzabal weer contact, legden hun meningsverschillen bij en besloten weer samen een album te gaan maken. Dat werd, in 2004, Everybody Loves A Happy Ending, dat goed onthaald werd. Vervolgens zou het nog tot 2022 duren voor er weer een album kwam; The Tipping Point. En nu is er dus Songs For A Nervous Planet, een album dat bij de aankondiging om twee redenen de wenkbrauwen van fans deed fronsen. Allereerst het fraaie, maar met behulp van AI gegenereerde artwork. Artificial Intelligence is een heikel punt binnen de creatieve gemeenschap, omdat het wordt geassocieerd met het zonder toestemming gebruiken van andermans werk, maar Orzabal verdedigde de keuze door te zeggen dat het artwork wat hem betreft staat voor de verbinding tussen het oude en het nieuwe en de nieuwe kansen die AI biedt. De tijd zal leren of hij daar gelijk in krijgt. De andere reden is het feit dat Songs For a Nervous Planet maar vier ‘nieuwe’ tracks bevat (die nota bene afkomstig zijn van de sessies voor The Tipping Point) en voor de rest bestaat uit een live-optreden bevat dat op 11 juli 2023 werd opgenomen in Franklin, Tennessee. Het moet echter gezegd: de nieuwe tracks zijn goed. Niet exceptioneel, maar van hetzelfde niveau als The Tipping Point. En het live-optreden is niet alleen zeer goed van productie, maar het laat ook horen hoe ontzettend goed de band live is. Smith ontpopt zich als een voortreffelijke bassist en Orzabal, die ook gitaar speelt, is nog waanzinnig goed bij stem. Ondanks dat de grote hits een beetje klinken als 1 op 1 kopieën van de albumversies, en ondanks dat in Woman In Chains het warme stemgeluid van Oleta Adams node wordt gemist (ook al doet zangeres Lauren Evans het erg goed) is de bewondering die ik tijdens het luisteren voel groot. Want ga er maar aan staan om de gelaagde en complexe arrangementen van hun werk op geloofwaardige wijze over het voetlicht te brengen. Hoewel het door de historisch slecht geïnformeerde marketingmachine wel zo wordt verkocht is dit ook niet het eerste live-album van Tears For Fears. Feitelijk is het zelfs al hun derde, na Secret World - Live in Paris (2006) en Live At Massey Hall (dat werd opgenomen in 1985, maar pas werd uitgebracht in 2022), maar dat mag de pret wat mij betreft niet drukken. Fijne plaat!
The Cure - Songs of a Lost World
Toen The Cure (opgericht in Crawley, West-Sussex in 1977) eerder dit jaar Songs of a Lost World aankondigde en vrij snel daarna de teaser-track Alone uitbracht ging er een huivering van genot door de gothic-rock gemeenschap. Het was immers 16 jaar geleden dat Robert Smith en de zijnen hun laatste studio-album hadden uitgebracht. Veel fans van weleer hadden er na het matig ontvangen album 4:13 Dream uit 2008 zelfs een hard hoofd in dat er ooit nog nieuw werk zou verschijnen, ook al bleef The Cure (na vele bezettingswisselingen die Smith als enige originele bandlid overlieten) wel op allerlei festivals optreden. Zestien jaar is lang. Te lang om aansluiting te houden met een jongere generatie muziekliefhebbers, en dit nieuwe album vindt dan ook vooral gretig aftrek onder oudere jongeren die melancholiek terugverlangen naar de puntschoenen, de zwarte piekharen en de geur van patchoeli in slecht verlichte danstenten die onlosmakelijk verbonden zijn met wat volgens mij (en vele anderen) wel eens de beste alternatieve trilogie in de muziekgeschiedenis zou kunnen zijn: Seventeen Seconds (1980), Faith (1981) en Pornography (1982). Overigens denk Smith heel anders over die trilogie, die wat hem betreft pas begint met Pornography, en verder bestaat uit Disintegration (1989) en Bloodflowers (2000). Hij zal het zelf wel het beste weten, en het zijn hoe dan ook allemaal fantastische albums. Songs of a Lost World kon, na de obligate en zorgvuldig geregisseerde hype rond de aankondiging en de uiteindelijke release, eigenlijk alleen maar tegenvallen, maar doet dat niet. Althans niet in muzikaal opzicht. De melancholie van weleer spat er vanaf het eerste moment vanaf. Alone is een lange en stemmige track die mij qua sfeer meteen terugvoert naar de eerste keer dat ik naar Disintegration luisterde. De rest van het album is een grabbelton van muzikale stijlquotes uit het eigen verleden, waarin ‘de trilogie’ (zowel de mijne als die van Smith) de belangrijkste bron lijkt te zijn. Smith doet geen enkele poging om de Cure sound te vernieuwen, en dat is een goede keuze. Het epische, 10 minuten durende Endsong had ook zomaar op Pornography kunnen staan. Genoeg om van te genieten dus. Dat geldt helaas niet voor de geluidskwaliteit van het album, dat geplaagd wordt door forse overcompressie die hoorbare vervorming veroorzaakt. De Loudness War is helaas nog lang niet over. Het verbaast me dan ook dat het album bij de lossless streamingdiensten in HiRes 24bit/96kHz resolutie wordt aangeboden, want dat is mijns inziens totaal overbodig. Een technische analyse van de tracks laat een teleurstellend laag dynamisch bereik zien en wijst zelfs uit dat niet alle tracks dezelfde (hoge) resolutie hebben. Songs of a Lost World roept gemengde gevoelens bij me op. Het is een écht Cure-album, maar de ‘lo-fi’ sound van hun oudere werk had in elk geval nog dynamiek en transparantie, terwijl dit album mij halverwege al naar de volumeknop doet grijpen om de muziek zachter te zetten. Als dat het compromis is om de tijdsduur van 49 minuten op een enkele elpee te laten passen dan zijn er ten burele van Polydor wat mij betreft verkeerde keuzes gemaakt. Dit zijn de momenten waarop ik blij ben dat ik geen puntenscores uitdeel aan de muziek die ik recenseer, want over het geheel genomen vind ik Songs of a Lost World eerlijk gezegd een beetje teleurstellend.
Tycho - Infinite Health
Tycho is de naam waaronder de uit Sacramento, California afkomstige muzikant Scott Hansen zijn met elektronica doorspekte soundscapes uitbrengt. Aanvankelijk zat zijn muzikale stijl duidelijk in de hoek van Boards Of Canada, met trage ‘downtempo’ ritmes en enigszins rafelige geluiden die soms nét een tikje ‘off key’ waren, wat een warme, analoge vibe aan de muziek gaf. Zijn debuut Past Is Prologue en het vervolgalbum Dive laten dat duidelijk horen, hoewel op Dive al een wat opener en meer gefocust geluid te horen was. Voor de kenners was in de meer uptempo nummers op Dive ook een vleugje Ulrich Schnauss te herkennen. Op zijn derde album Awake (2014) gaf hij naast elektronica ook meer ruimte aan de gitaar, waardoor de muziek meer richting indie-elektronic rock kroop, wat hij op Epoch, zijn vierde album dat eind 2016 uitkwam, doorzette en zo de trilogie voltooide die begon met Dive. Op het album Weather uit 2019 was voor het eerst zang te horen (van Hannah Cottrell, die ook solowerk uitbrengt onder de naam Saint Sinner), maar op Simulcast uit 2020 hergebruikte Hansen het muzikale materiaal van Weather en liet hij de zang weg om meer ruimte te creëren voor compositorische exploratie. Na een tussenliggend remixalbum en een verzamelaar waarop hij zijn muzikale invloeden aan de luisteraar voorstelt is Infinite Health een album waarop hij weer een beetje teruggrijpt naar de vibe van de Dive/Awake/Epoch trilogie, met weidse, instrumentale elektronica als achtergrond voor relaxte, licht psychedelische gitaargedreven elektro-rock. Met als ritmisch hoogtepunt het voor zijn doen lekker hoekige nummer Totem. Zou je dit nog post-rock kunnen noemen? Het kost enige dichterlijke vrijheid, maar ik vind van wel. En belangrijker: is het lekker? Nou en of! Qua dynamiek haalt dit album niet de bandbreedte die Lilacs & Champagne wél laat horen, maar het luistert gedurende de relatief korte (vandaag de dag blijkbaar normale) tijdsduur van amper 33 minuten absoluut heerlijk weg.
Willebrant & Williamson - Night Daze
Night Daze is het jongste project van de Australische bassist en electronica-tovenaar annex knoppendraaier Karl Willebrant, waarbij hij samenwerkt met de jonge Australische jazztrompettist Paul Williamson. Op veel plaatsen krijgt dit album dan ook het genre ‘jazz’ opgeplakt. Dat is het eigenlijk ook, maar dat van het meest intrigerende en extra-dimensionale soort. En we horen niet alleen jazz. Het ambient-gehalte van de muziek is zeer hoog en er zijn duidelijk (zowel letterlijk als figuurlijk) echo’s van Dub te horen. De trompet van Williamson staat steevast diep in de mix, omgeven door een enorme bubble van reverb, tegen een keur aan nachtelijke sfeerschetsen door Willebrant, die tijdens de vierdelige Night Suite halverwege het album wordt ondersteund door drummer Dylan van der Schyff en celliste Peggy Lee. Tijdens deze suite neemt de jazz tijdelijk de bovenhand en lijken er even iets vastere structuren te ontstaan, maar het blijft allemaal verrukkelijk weids en zweverig alsof ECM-eigenaar Manfred Eicher zich hoogstpersoonlijk met de productie heeft bemoeid. Door het trage, bijna niet-bestaande ritme raakt de luisteraar die zich daarvoor open kan stellen al snel elk gevoel van tijd en plaats kwijt. Alsof je luistert naar een band van alien-jazzcats in een schaars verlichte jazzclub aan het eind van het universum. Hoewel de gedempte trompet van Williamson hier en daar behoorlijk kan snerpen is Night Daze een heerlijk ontspannende album om in het donker naar te luisteren, de geweldige productie plaatst de luisteraar dan echt in het centrum van de muziek. Ook voor jazz-haters is dit album wat mij betreft zeer hartelijk aanbevolen!
De Aanvulling
Alva Noto - HYbr:ID III (5 juli 2024)
Alvo Noto is de artiestennaam van Karsten Nicolai uit Chemnitz (Duitsland). Hij is best een Grote Meneer in de underground elektronica-scene, en dankzij zijn samenwerkingen met Ryuichi Sakamoto geniet hij óók een bescheiden bekendheid binnen de mainstream. Hij is een bezig baasje, want hij werkt altijd aan meerdere albums tegelijk. Zo bracht hij eind november vrij onverwacht ook het vijfde (en waarschijnlijk laatste) deel uit van zijn Xerrox serie, die nog wat meer richting experimentele ambient zit dan de HYbr:ID serie, waarvan ook dit derde deel weer vol staat met filmische en afwisselende instrumentale elektronica. Zoals gewoonlijk is de klankmatige productie weer om door een ringetje te halen, dit is echt muziek waar je je audiosysteem flink mee op de proef kunt stellen. De muziek op HYbr:ID III is uitstekend geschikt voor ‘inner eye travelling’, waarbij dromerige klanklandschappen zoals in HYbr:ID Script Solitude en HYbr:ID Collective Open worden afgewisseld met meer ritmische passages die je bij de les houden, zoals de tracks HYbr:ID Sync Inter en HYbr:ID Sync Dark.
Anna Butterss - Mighty Vertebrate (4 oktober 2024)
Anna Butterss is een componiste uit Adelaide (Australië) die als sessie-bassiste op veel verschillende albums te horen is (onder andere bij Aimee Mann). Op Mighty Vertebrate is een brede mix te horen van op intrigerende maar toegankelijk wijze samengesmede jazz, funk, rock en pop. Butterss speelt naast akoestische en elektrische bas ook gitaar, fluit en synthesizer. De muziek heeft vaak iets spiritueels, de hypnotische ritmes doen hier en daar een beetje tribaal aan, en het is ondanks de soms echt behoorlijk complexe structuur erg lastig om stil te blijven zitten wanneer je ernaar luistert. Ik sluit niet uit dat ‘echte’ jazzliefhebbers hier hun neus voor ophalen, wegens téveel externe invloeden, maar voor mij is die crossover juist ongelooflijk opwindend. Een nummer als Dance Steve doet met zijn polyritmische gitaar- en synthpatronen zelfs een beetje King Crimson-esk aan (ten tijde van Discipline), en dat bedoel ik als compliment. Ingewikkeld maar toch toegankelijk, knap gedaan en als bonus ook nog erg lekker opgenomen.
Beak> - >>>> (28 mei 2024)
De albumcover van dit vreemd genaamde album van Beak> (hoe spreek je in godsnaam >>>> uit?) zegt eigenlijk al genoeg: hier zijn een stel heerlijke mafkezen aan het werk. Dit in 2009 opgerichte trio uit Bristol (Engeland) maakt inclusief deze al zeven albums lang een vervreemdende mix van 70’s psychedelica, krautrock, indie-pop, lounge en trip-hop. In september 2024, amper vier maanden na het verschijnen van >>>>, besloot mede-oprichter Geoff Barrow (inderdaad, die gast van Portishead) uit de band te stappen om zich op andere projecten te kunnen richten. Wat dat betekent voor de toekomst van de band is onzeker, maar als >>>> hun laatste album zal blijken te zijn kunnen we zeker spreken van ‘going out with a bang!’. Voor de niet zo psychedelisch ingestelde medemens zal dit misschien een beetje zware kost zijn, maar voor geoefende ‘Nauten’ is er heerlijk te spacen op de maffe nummers als Windmill Hill, Denim en Secrets. Maar het is eigenlijk futiel om deze drie tracks apart te noemen, want het hele album is één lange trip.
Causa Sui - From The Source (28 juni 2024)
Denemarken heeft als vrijgevochten land een lange traditie van psychedelische en progressieve bands, en Causa Sui (Odense, 2005) past perfect binnen dat kader. Ze maken een lekker vuig klinkende mix van instrumentale stoner-, space- en progressieve rock met een dikke jaren ’70 Hammond saus. Als je ziet dat het album 47 minuten duurt en maar vier tracks heeft weet je eigenlijk al hoe laat het is. Breed uitgesponnen muzikale vergezichten met een ronkende ritmesectie, heerlijk gitaarwerk en sfeer. Heel veel sfeer. Het album begint met drie ‘korte’ nummers die op de elpee kant 1 vormen, waarvan de ‘middelste’ track Dusk Dwellers de kortste en rustigste track van het album is. Het album eindigt (op kant twee, zeg maar…) met de ruim 24 minuten durende epische suite Visions Of A New Horizon, een achtbaan aan ritmes en weidse texturen waar je volledig de weg in kunt kwijtraken. De productie is passend, dat wil zeggen dat het predicaat ‘audiofiel’ bepaald niet van toepassing is, maar lekker vies is niet smerig…
Daniela Huerta - Soplo (11 oktober 2024)
Soplo is, na een aantal prikkelende singles, het eerste fulltime album van de in Mexico geboren, maar tegenwoordig in Berlijn wonende en werkende multi-media artieste, DJ en sound designer Daniela Huerta. Soplo (dat in het Spaans ‘ruis’ of ‘adem’ betekent) laat een zeer originele en ruimtelijke soort organische ambient horen, vol omgevingsgeluiden (vooral kabbelend water, maar ook ruis en percussieve geluiden) waar Huerta tegen een diep in de achtergrond voorbijschuivend donker pastelkleurig canvas tussendoor preludeert met onder andere piano, synthesizer en diverse percussieve instrumenten of samples. De tijdsduur is met 26 minuten erg kort, maar dat zorgt er in dit geval dus voor dat het in elke track ‘raak’ is. De spanning wordt goed vastgehouden en de luisteraar krijg nergens tijd om zich te vervelen. Echt lichtvoetig is het album niet, maar ook zeker niet te duister. Het werd voortreffelijk geproduceerd door Stephan Mathieu, die je zou kunnen kennen van zijn werk met Taylor Dupree en David Sylvian.
Data Rebel - Parallels (5 april 2024)
Data Rebel is een project van de uit Engeland afkomstige Daniel Howe. De muziek op Parallels, zijn negende album alweer (en het achtste dat hij in eigen beheer uitbrengt) valt onder het genre Downtempo, een soort elektronische ambient met een prettige lichte beat, die je zou verwachten in chill-out zones van grote dansfeesten (bestaan die trouwens nog?). De sfeer is weids en zomers en doet me aan met maanlicht overgoten strandfeesten op Ibiza denken. Wie zijn vorige album Embers kent zal niet teleurgesteld worden door Parallels. Howe beheerst de kunst van het ‘slow entertainment’ uitstekend, en neemt zijn luisteraars mee op een ontspannen reis langs exotische locaties en zelfs naar de rand van de atmosfeer (in de titeltrack). Dat Howe alles zelf heeft gedaan hoor je er niet aan af, de productie is voortreffelijk en kan zich wat mij betreft meten met de beste releases op het Ultimae Records label, waar acts als Aes Dana, Martin Nonstatic en Carbon Based Lifeforms resideren. Aanbevolen voor de kleine uurtjes, als je wil relaxen zonder in te kakken.
Eefje de Visser - Heimwee (13 september 2024)
Eefje de Visser won met haar vorige album Bitterzoet zo’n beetje elke award die de Nederlandse popwereld kent, en dat was wat mij betreft volledig terecht. Haar gloedvolle maar ook melancholieke elektronische pop met meerstemmige zang (live met een uitgebreide choreografie en lichteffecten, wat het tot een soort Gesamtkunstwerk maakt) is van een zeer hoog niveau, ook met dank aan haar partner Pieterjan Coppejans die de heerlijke productie van haar albums verzorgt en tijdens concerten ook toetsen en gitaar speelt en zingt. Na het naar Nederlandse begrippen astronomische succes van Bitterzoet hielden fans een beetje hun hart vast toen Heimwee, haar vijfde studio-album, werd aangekondigd. Maar Eefje stelde niet teleur. Stilistisch liggen de nummers weliswaar in het verlengde van het vorige album, en haar mysterieuze, niet rijmende, verhalende proza zijn nog steeds van een aantrekkelijke mistigheid, maar het voelt allemaal persoonlijker en volwassener. Er is meer ruimte voor de akoestische gitaar en weelderig warme strijkers-arrangementen, en dat maakt Heimwee opnieuw tot kanshebber voor een welgevulde prijzenkast.
Field Music - Limits Of Language (11 oktober 2024)
Field Music doet me altijd aan bands als Sparks, Wilco en Yo La Tengo denken. Niet omdat de muziek op elkaar lijkt, maar omdat het zo’n band is waar een ‘intellectueel’ publiek op afkomt en waar ook andere muzikanten met eerbied over spreken. Limits Of Language is hun negende studio-album en de gebroeders David en Peter Brevis tappen dit keer wat nadrukkelijker uit het vaatje van de analoge synthesizers. Die worden vooral als sfeerverhoger ingezet, met interessante klanken en texturen, niet met geestverruimende pliepjes en ploepjes. De stevige, hoekige ritmes zijn nog als vanouds weldoordacht en poppy met een rock-randje, en de muzikale vondsten in de composities zijn nog steeds fris en origineel. De meerstemmige zang heeft een lekkere early-80’s vibe. Het is tijdloze muziek vol substantie en speelplezier. Wellicht is dat wat het allemaal een beetje high-brow maakt, maar laat je daar niet door afschrikken; dit is gewoon een heerlijk en zeer muzikaal album.
Geordie Greep - The New Sound (4 oktober 2024)
Misschien wel het mafste album van 2024… Het begint als een furieus postpunk album met urgente ritmes en bijna in je gezicht gesmeten teksten, maar na dat eerste nummer schakelt ex-Black Midi frontman Geordie Greep moeiteloos over op een soort 'big-band salsa on speed' en klinkt hij als de stiekeme liefdesbaby van Scott Walker en Donald Fagen. De luisteraar, die van de ene verrassing naar de andere wordt gesleurd, wordt amper een moment rust gegund. Uitspatting na uitspatting wordt over je uitgestort, en als je een moment verslapt lig je eruit en is het hollen geblazen om weer terug aan te sluiten. Wat dat betreft heeft de muziek van Greep ook wel wat weg van The Mars Volta met méér dan een vleugje Zappa. Opwindend en veeleisend, redelijk bizar ook, en met artwork dat op zijn zachtst gezegd ‘lichtjes verontrustend’ is, maar o zo lekker…
Goat - Goat (11 oktober 2024)
Goat is een zevenkoppige band uit Zweden die, gemaskerd en gehuld in kostuums, anoniem hun experimentele psychedelische fusie van rock, Scandinavische folk, elektronica, wereldmuziek en funk over de wereld uitstort. Er hangt een zwaar naar patchoeli en cannabis geurend free-festival sfeertje omheen. Als bands een gelijknamig album uitbrengen is dat meestal aan het begin van hun carrière, maar omdat Goat dingen sowieso anders doet hebben ze daarmee gewacht tot hun zesde. Vanaf track 1 heb je als luisteraar het idee dat je ergens op het Zweedse platteland bij een door kampvuren verlicht feest onder een sterrenhemel bent beland, waar hippies en rockers samen dansen op de meeslepende ritmes van een Afrikaanse band. Het instrumentarium bestaat naast vuig klinkende wahwah-gitaren onder andere uit fluiten, diverse andere blazers, piano en heel veel percussie. De vrouwelijke zang is verre van verfijnd, maar dat draagt wel bij aan de vrijgevochten atmosfeer, en het geheel is dansbaar maar kan ook heel goed vanuit de comfortabele luisterstoel worden genoten. Vrolijk, opwindend en origineel.
Greg Foat - The Rituals Of Infinity (8 november 2024)
Dit is niet het eerste album van Greg Foat dat ik bespreek, en het zal ook zeker niet het laatste zijn. Ik hou van de soms experimentele maar altijd verrukkelijke ‘non-contemporary jazz’ van deze Britse toetsenist, componist, bandleider en DJ. Hij mengt moeiteloos traditionele instrumenten en jarenlange jazz-conventies met moderne, elektronische invloeden en ongebruikelijke instrumenten als klavecimbel en cor anglais. De sound van The Rituals Of Infinity neigt behoorlijk naar de jaren 70, iets dat hij al vele malen eerder heeft gedaan, onder andere op het meesterlijke Galaxies Like Grains Of Sand dat hij samen met Warren Hampshire maakt. Maar tegelijkertijd heeft de muziek op dit album ook weer een bepaalde tijdloze grandeur die zoete herinneringen oproept aan eindeloze, zonnige vakantiedagen in mijn jeugd. Dit is muziek om even niks bij te moeten, al vraagt bijvoorbeeld het vurige saxofoonspel van jazzlegende Art Themen - met wie Foat het vorig jaar door mij besproken album Off-Piste maakte - wel regelmatig je aandacht. Ik moet het eerste slechte album van Greg Foat nog tegenkomen.
Hania Rani - Nostalgia (27 september 2024)
Ik volg de Poolse pianiste Hania Rani (echte naam Hanna Maria Raniszewska) al sinds haar fijne debuutalbum Esja uit 2019. Haar spel, maar ook haar gebruik van synthesizers en sequencers, doet regelmatig denken aan dat van Nils Frahm, maar Rani voegt daar een eigen Oost-Europese twist aan toe. Nostalgia is een live-album dat grotendeels - en met behulp van een strijkers-ensemble - is opgenomen in Studio 1 van de Poolse Radio in Warschau, ter gelegenheid van de presentatie van haar album Ghosts, dat vorig jaar oktober uitkwam. Het album begint met de Frahmiaanse sequencercompositie 24.03, die live een extra voortstuwende drive meekrijgt. Een fraaiere opening van het concert kan ik me eigenlijk niet voorstellen, omdat het meteen haar innovatieve kant laat horen. Maar ook de akoestische passages met strijkers, zoals in het prachtige Dancing With Ghosts, waarin Rani ook zingt, zijn zeer fraai. Muzikaal hoogtepunt is de live-uitvoering The Boat, dat een wat spookachtig intro krijgt en doorloopt in It Comes In Waves, dat opnieuw een ode brengt aan Nils Frahm. Dit heerlijke album werd net als Ghosts uitgebracht op het prestigieuze Gondwana Records label van Matthew Halsall.
Jan van Duikeren & Marcel Veenendaal - A Love Unlimited (22 november 2024)
Soms duurt het tot diep in november vóór misschien wel het mooiste album van het jaar wordt gereleased. Jan van Duikeren is een Nederlandse trompettist die een indrukwekkende internationale staat van dienst heeft maar ook binnen de Nederlandse scene veel aanzien geniet. Hij is bevriend geraakt met Marcel Veenendaal, de zanger van de Haagse groep Di-Rect, omdat hij tijdens live-optredens van die band de vaste trompettist is. De heren delen jazzmuziek als passie, en wat als eenmalig bedoeld experiment begon tijdens de opnames van Van Duikerens Edisonwinnende album Short Stories (met het Metropole Orkest) groeide uit tot de parel van bijna onaardse schoonheid die A Love Unlimited is geworden. Veenendaal’s heldere falset doet regelmatig denken aan het stemgeluid van Chet Baker, maar hij legt er iets meer vibrato en drama in. Ook bijzonder is dat voor dit album de legendarische drummer John Engels is gestrikt, naast pianist Karel Boehlee en bassist Aram Kersbergen. Topklasse jazz van vaderlandse bodem, en ook nog eens subliem geregistreerd.
Kiasmos - II (5 juli 2024)
Kiasmos is een Faröer/IJslands ‘superduo’ dat bestaat uit de neo-klassieke componist Ólafur Arnalds en techno artiest Janus Rasmussen. Ze spelen als sinds 2009 samen, maar na enkele singles brachten ze pas in 2014 hun zeer goed ontvangen gelijknamige full-time debuutalbum uit. Fans van hun experimentele minimal-techno hebben dus tien jaar op deze opvolger moeten wachten, en die stelt gelukkig niet teleur. Sterker nog, ik vind II (gemakkelijk te onthouden naam) een lekkerder album dan hun eerste, die naar mijn smaak toch wel behoorlijk ‘four-to-the-floor’ klonk. De dansritmes zijn er nog wel op II, maar ze zitten in ongeveer de helft van de tracks meer in de breakbeat-hoek en zijn ook meer onderhuids. Dat laat een veel grotere ruimte voor de weidse en enigszins romantische lyriek van Arnalds, wiens solo-albums ik fraai vind, maar vaak ook wel een beetje aan de zoete kant. Deze nieuwe balans zorgt voor een afwisselendere en meer ontspannen sfeer die erg lekker wegluistert.
Leifur James - Magic Seeds (8 november 2024)
Magic Seeds is het derde album van de Engelse multi-instrumentalist en zanger Leifur James. Zijn uitstekende debuutalbum A Louder Silence besprak ik eerder in de jaarlijst van 2018, en de opvolger Angel In Disguise verdiende een plaatsje in de jaarlijst van 2020. Zijn herkenbare muzikale signatuur ligt op Magic Seeds wat meer in het verlengde van zijn eerste album, en dat bevalt me heel goed want Angel In Disguise was weliswaar een fijn album, maar het voelde eerlijk gezegd wat schetsmatig en onaf aan. Invloeden van jazz en soul maken zijn gelaagde elektronische nummers extra interessant om naar te luisteren, en de volle maar transparante productie omarmt de luisteraar met warme klanken en milde grooves. Met zijn vrij hoge stem doet James soms een beetje denken aan Jonsi van Sigur Ros, of aan James Blake en zelfs Thom Yorke van Radiohead, maar je kunt je slechtere referenties voorstellen. Als ik maar één muzikaal hoogtepunt van Magic Seeds zou mogen aanwijzen was dat Forest Of Love, een melancholiek nummer met progressieve trekjes waarin de onderhuidse groove een heerlijke spanning opbouwt, maar daarmee zou ik de rest van het album ernstig tekort doen. Luister hem meermaals in zijn geheel en raak net als ik onder de indruk.
Michel Banabila - Unspeakable Visions (19 juni 2024)
Michel Banabila uit Amsterdam maakt al sinds zijn debuut Marilli uit 1983 spannende en afwisselende elektronische muziek. Dat doet hij solo, of in een groot aantal samenwerkingen met (inter)nationale namen uit de experimentele elektronica, zoals Machinefabriek, Bill Laswell en Jeff Greinke. Zijn werk varieert van filmmuziek, tot toegankelijke grooves (op de drie delen van zijn Voiznoiz: Urban Sound Scapes serie) tot intrigerende ambient met invloeden uit jazz, klassiek en wereldmuziek. Unspeakable Visions zit voornamelijk in die laatste hoek, maar krijgt door de gebruikte samples en ritmes ook een beetje de grootstedelijke sfeer van de VoizNoiz albums. De elf relatief korte tracks op dit 44 minuten durende album nemen de luisteraar in een kalm maar meeslepend tempo mee op een droomreis door veelkleurige atmosferen over de globe, waarbij het voor de fantasierijke geest eenvoudig is om daar allerlei exotische beelden bij op te roepen. In tracks als Rattles en Sounds from an Unforgettable Place #1 brengt hij een eerbetoon aan Jon Hassell, die in zijn Fourth World-geïnspireerde werk vergelijkbare fantasiewerelden schiep. Banabila is mijns inziens onterecht te onbekend bij het in elektronische muziek geïnteresseerde publiek, dus bij dezen een poging om daar verandering in te brengen.
Molchat Doma - Belaya Polosa (6 september 2024)
Het Wit-Russische (maar tegenwoordig vanuit Los Angeles werkende) trio Molchat Doma maakt een mengeling van post-punk, synth-pop en cold-wave, die sinds de release van hun debuutalbum С КРЫШ НАШИХ ДОМОВ (vanaf de daken van onze huizen) in 2017 een gestage muzikale en productionele verfijning heeft doorgemaakt. Aanvankelijk klonk hun post-punk muziek, die geïnspireerd is door Perestroika-bands als Kino, nogal ongepolijst. Hun eerste twee albums werden alleen in Wit-Rusland uitgebracht, maar nadat via Youtube de nodige bekendheid was vergaard volgde een internationale release en een begeleidende tournee. Hun definitieve doorbraak kwam met hun derde album, МОНУМЕНТ (Monument), in 2020. Dat ze uiteindelijk ruim drie jaar over hun jongste album БЕЛАЯ ПОЛОСА (Witte Streep) deden is eraan af te horen. Het album klinkt dynamischer, ruimtelijker, kleurrijker en mede daardoor opwindender en interessanter. Naast opzwepende post-punk zijn er steeds meer invloeden van synth-pop en cold-wave te horen, waarbij vergelijkingen met oudere albums van Depeche Mode niet onterecht zijn. Het onheilspellende БЕЗНАДЕЖНЫЙ ВАЛЬС (Beznadezhniy Waltz) is slechts één van vele hoogtepunten op het album.
Monkey3 - Welcome To The Machine (23 februari 2024)
Het Zwitserse spacerock-kwartet Monkey3 windt er op hun achtste album Welcome To The Machine zowel zichtbaar (de albumtitel) als hoorbaar geen doekjes om welke band hier een eerbetoon krijgt. Al tijdens de openingstrack Ignition heeft de goede verstaander maar en half akkoord nodig om de baslijn en de synthesizersolo uit Shine On You Crazy Diamond Pts. 6-9 van Pink Floyd te ontwaren, en in de loop van het album komen nog diverse andere, maar vaak beter verstopte stijlquotes voorbij. Toch mag je je daar als liefhebber van het genre niet door laten afleiden, Welcome To The Machine is ook voor de enkeling die nog nooit van Pink Floyd heeft gehoord een ijzersterk album met een sterk verhalend karakter. Hun instrumentale muziek zit verpakt in een volvette maar toch mooi doorzichtige productie die het goed verdraagt wanneer de volumeknop van de versterker een stuk verder naar rechts wordt gedraaid. En het moet gezegd: dan komen de hypnotisch voortdenderende riffs en de epische solo’s nóg beter tot hun recht. Dus stof die woofers maar eens goed af…
Murcof - Twin Color, Vol. 1 (15 november 2024)
Murcof is de artiestennaam van de Mexicaanse muzikant en producer Fernando Corona. Zijn weidse elektronische muziek, die voor het eerst te horen was op zijn debuut Martes uit 2002, bezet met zijn herkenbare samples en lome, onderhuidse beats een aparte plaats in de internationale canon van chill-out elektronica. Ook zijn samenwerkingen met Philippe Petit, Eric Truffaz en Vanessa Wagner zijn van grote klasse, maar toch hoor ik Murcof het liefst solo. Twin Color, Vol. 1 begint lieflijk, bijna klassiek zelfs, met de track Going Home. De lieflijke zang van Fernando’s dochter Alina wiegt je bijna in slaap, zowel vóór als ná het rafelige middenstuk van de track, maar in het daarop volgende Cosmic Drifter verandert de sfeer langzaam. De spanning stijgt, en mondt uiteindelijk uit in het bloedmooie tweeluik All These Worlds, mijn favoriete deel van het album. Fans hebben na de dynamische dans-soundtrack The Alias Sessions uit 2021 niet lang hoeven te wachten op een ‘echte’ Murcofplaat. De geluidskwaliteit is zoals we gewend zijn subliem, maar het allermooiste aan Twin Color, Vol. 1 is denk ik toch de in de titel besloten belofte dat er ook nog een Vol. 2 aan zit te komen. Ik kan alvast niet wachten…
Nala Sinephro - Endlessness (6 september 2024)
Nala Sinephro is een jonge Belgische muzikante van Caribische afkomst die woont en werkt in Londen, waar zich het afgelopen decennium het epicentrum van de nieuwe Europese jazz heeft ontwikkeld. Ze debuteerde in 2021 met het prachtige album Space 1.8 waarop ze op sprookjesachtige wijze spirituele jazz mengt met ambient. Ze speelt zelf harp (wat vergelijkingen met Alice Coltrane en Dorothy Ashby oproept) maar bespeelt daarnaast ook de modulaire synthesizer, waar ze warme, relaxte klanken uit tovert die een wonderlijke ‘space age’ klank aan de kalme jazzcomposities geven. Op Endlessness tapt ze in principe uit hetzelfde vaatje, maar met een verdere verdieping en verfijning in de vorm van een stijkers-ensemble. Belangrijke lyrische instrumentale rollen zijn (opnieuw) weggelegd voor saxofoniste Nubya Garcia en trompettiste Sheila Maurice-Grey, die heerlijk ingehouden - maar daarom des te virtuozer - bijna associatief preluderen over de etherische gedachtewolken die aan Sinephro’s brein zijn ontsproten. De productie van dit door het prestigieuze elektronica-label Warp Records uitgebrachte album is warm en diep, waardoor je heerlijk kunt wegzakken in de muziek.
nonkeen - All good? (21 juni 2024)
nonkeen is een trio dat decennia geleden werd opgericht na een sportuitwisseling tussen Oost- en West-Duitse scholen. Het bestaat uit Frederic Gmeiner, Sebastian 'Sepp' Singwald en (waarschijnlijk hun bekendste lid) Nils Frahm. Hun eerste twee albums, The Gamble en Oddments Of The Gamble, grijpen terug op oude tapes die de jongemannen in hun jeugd samen hebben opgenomen. Die teruggevonden tapes dienden als basis voor het debuutalbum uit 2016 en de opvolger die hetzelfde jaar uitkwam. De inmiddels volwassen mannen voegden niet alleen verschillende lagen muziek toe aan de originele opnames, ze verbeterden ook de geluidskwaliteit ervan. Dit is hun derde album, waarop ze een eerbetoon brengen aan Herbert Laszlo Laser, een in 1945 in München geboren muzikant die in de jaren 60 naar Berlijn verhuisde en daar een mix bedacht van de opkomende grotestadsjazz en zijn eigen elektronische soundscapes. Deze ‘Laser Jazz’ was van grote invloed op de muzikale opvoeding van Frahm, Gmeiner en SIngwald, en het zou me niet verbazen als ook iemand als Greg Foat zich erdoor heeft laten inspireren. All good? is uitgebracht op het Leiter label van Nils Frahm en klinkt voortreffelijk.
Qwalia - Abbreviations (5 juli 2024)
Qwalia is een Londen’s collectief van studio-muzikanten die doorgaans met zeer uiteenlopende andere artiesten samenwerken, zoals Frank Ocean, David Byrne en Cat Stevens. Op Abbreviations, hun tweede album, maken ze een energieke en wonderlijke maar ook verrukkelijke mix van jazz, psychedelische folk, funk, ambient en avant-gardistische pop. Dat klinkt moeilijker dan het is om naar te luisteren, want net als voorganger Sound & Reason is Abbreviations een complex maar toegankelijk neo-jazz album dat je als luisteraar voortdurend op een vriendelijke manier op het verkeerde been zet. Zo zijn in de track Majolica naast een beleefd scheurende gitaar ook Afrikaans aandoende tribale ritmes te horen, terwijl het weidse Valeria een diepe, onderhuidse psychedelische funk-groove heeft. Het hoogtepunt van het album is wat mij betreft het epische, bijna 9 minuten lange The Spin, dat progressieve elementen bevat en waarin gitarist Tal Janes heerlijk losgaat. Geen doorsnee luistervoer, maar een lekker cross-over die naar meer smaakt.
Sabled Sun - 2150 (25 mei 2024)
Sabled Sun is één van de alter-ego’s van de in Zweden geboren maar in Amerika wonende Simon Heath, die ook muziek maakt als Atrium Carceri (dark ambient) en Krusseldorf (downtempo) en nog een handvol andere aliassen. Hij is tevens de oprichter van het Cryochamber label dat zich specialiseert in duistere elektronische muziek. Als Sabled Sun debuteerde hij in 2012 met het ‘dark futurism’ album 2145, een dystopische vertelling over een cybernetische hoofdpersoon die door een post-apocalyptische wereld zwerft. 2150 is inmiddels het zesde deel in deze saga, en de beeldende soundscapes hebben nog niet aan kracht ingeboet. De Sabled Sun albums luisteren als hoorspelen, met science-fiction achtige geluidseffecten, en ook als je het verhaal niet kent is het niet moeilijk om je allerlei donkere en verwrongen ruïnes en landschappen voor te stellen waar je samen met de protagonist in rondloopt. Hoe het verhaal gaat aflopen weten we nog niet, maar ik hoop in elk geval dat Heath er nog een aantal delen voor uittrekt om het epos te voltooien. De uitstekende geluidskwaliteit met een groot ruimtelijk beeld maakt meereizen alleen maar eenvoudiger.
Sean Ono Lennon - Asterisms (1 maart 2024)
Sean Ono Lennon is de zoon van John Lennon en Yoko Ono, en de halfbroer van de twaalf jaar oudere Julian, die geboren werd uit het eerste huwelijk van John Lennon met Cynthia Powell. Bij beide zoons valt de muzikale appel niet ver van de boom, maar waar Julian meer in de stijl van zijn vader musiceert neigt Sean meer naar het experimentalisme van zijn moeder Yoko. Het zou een flauwe grap zijn om te zeggen dat hij gelukkig haar stemgeluid niet heeft geërfd, maar dat weten we dus niet want dit album is volledig instrumentaal. Lennon en zijn band spelen een intrigerende mix van avantgardistische prog, elektronica, kosmische jazz à la Sun Ra (Heliopause) en verfijnde pop die meer dan eens schatplichtig klinkt aan Radiohead (Starwater, Thinking of M - waarbij de M waarschijnlijk verwijst naar Miles Davis). De muziek blijft ondanks de hoge moeilijkheidsgraad altijd melodieus en luistert daardoor gemakkelijker weg dan je op basis van de beschrijving zou verwachten. Speciale muzikale gast John Zorn produceerde het album ook en bracht het uit op zijn Tzadik label. Een luisterfeestje!
Slift - Ilion (19 januari 2024)
Het had weinig gescheeld of ik was eind januari al van mijn alfabetische geloof gevallen. Na het beluisteren van Ilion, het derde album van het Franse space-prog metaltrio Slift, was ik bereid om dit moddervette en beestachtig fantastische album uit te roepen tot beste van het jaar, ongeacht wat er de komende elf maanden nog zou verschijnen. Kansloos echte ik de rest, want tegen zóveel epische epischheid is geen kruid gewassen. Het album begint furieus, met de titeltrack, waarmee de heren meteen duidelijk maken dat men geëvolueerd is sinds voorganger Ummon. Het geluid is harder en dynamischer, met bezeten drumwerk en loodzware, verzengende riffs. Het is bijna niet voor te stellen dat drie mannen deze hoeveelheid herrie kunnen maken. Maar ondanks de bijna lichamelijke impact die de muziek zelfs op lager volume heeft zit je als luisteraar vrijwel meteen in het psychedelische Slift-universum en laat je je willoos meevoeren op de golven van hun sonische kernexplosies. Psychonauten opgelet, dit is verplichte kost!
Talk Show - Effigy (16 februari 2024)
De Londense band Talk Show debuteert hier geweldig met hun album Effigy, waarop een aanstekelijke en zelfs dansbare mix van post-punk en elektronica te horen is. Hiermee nestelen ze zichzelf nadrukkelijk op een unieke eigen plek in de huidige post-punk golf. De gedreven voordracht van frontman en componist Harrison Swann klinkt tegelijkertijd urgent en sexy, en de verrassende rustpunten als het dubby trip-hop achtige Oil at the Bottom of a Drum zorgen niet alleen voor een verrassende dynamiek, maar het album lijkt er ook wat langer door te duren dan de bijna teleurstellende maar wél perfect gevulde 31 minuten die het op de klok brengt. Zoals ik in de introductie van deze verzameling muziekrecensies al schreef is de trend van half-uur-albums dit jaar duidelijk gegroeid, en Effigy is er een perfect voorbeeld van. Talk Show heeft wat te zeggen, maar doet dat in korte en efficiënte statements, de luisteraar hongerig achterlatend. Heel goed.
The Smile - Wall Of Eyes (26 januari 2024)
The Smile - Cutouts (4 oktober 2024)
In 2022 kreeg het debuutalbum van de Engelse band The Smile al een plaatsje in de Lijst Der Lijsten en dit jaar lukt ze dat opnieuw met hun tweede én derde album. Fans van deze Radiohead spin-off van Thom Yorke en Johnny Greenwood en Sons Of Kemet-drummer Tom Skinner hadden namelijk een érg goed jaar. Wall Of Eyes, dat het eerst uitkwam, was een logisch vervolg op het debuut. Wat The Smile ten opzichte van Radiohead is zou je kunnen vergelijken met wat Kid A en Amnesiac waren tot de eerste albums van Radiohead. Een nieuw statement dat ondanks de drang tot innovatie niet heel veel anders - of tenminste onmiddellijk herkenbaar - klonk als je bekend was met het eerdere werk. Het klopt dat de drumpatronen van Skinner wat meer jazz in de muziek brengen, maar het stemgeluid van Yorke legt een zware claim op de identificatie van wie er hier aan het musiceren is. Toen in oktober Cutouts uitkwam werd al snel duidelijk dat dit album van dezelfde sessies als voor Wall Of Eyes afkomstig was, maar wie bang was voor opgewarmde kliekjes werd niet teleurgesteld. Cutouts is een volwaardig album dat op een ruimhartiger gebruik van elektronische instrumenten na ook weer niet zo heel veel van Wall Of Eyes verschilt. Achteraf bekeken vind ik het een geniale zet van Yorke om er geen dubbelalbum van te maken, maar de genialiteit een beetje uit te smeren over het jaar. Twee keer genieten, in duidelijk omlijnde porties, met verschillend maar zoals altijd intrigerend artwork. Maar je kunt ze natuurlijk ook gewoon na elkaar beluisteren. Maak je er zelf een dubbelalbum van…
Tramhaus - The First Exit (20 september 2024)
De Rotterdamse post-punk band Tramhaus wist met vier zeer goed ontvangen singles en een serie geweldige optredens op Nederlandse festivals een ijzersterke reputatie voor zichzelf te smeden vóór het debuutalbum The Next Exit er (eindelijk) was. Vooruitgesnelde roem houdt altijd een zeker risico op teleurstelling in, maar het korte (32 minuten) album dat na de zomervakantie uitkwam is een knaller! Eerlijk is eerlijk; heel erg innovatief is het geluid van Tramhaus niet, maar dat maken ze ruimschoots goed met de explosieve energie waarmee ze hun muziek hebben opgenomen, met het messcherpe, soms hevig dissonante maar altijd unieke dubbele gitaarwerk, en de compromisloze presentatie van de charismatische frontman Lukas Jansen, die het ene moment fluistert, maar dan opeens de longen uit zijn lijf schreeuwt. Het geluid op The First Exit komt vrij dicht in de buurt van wat ze laten horen tijdens de opwindende happenings die hun live-optredens zijn. En dat is knap. De productie, die door de band zelf werd gedaan, is eveneens dik in orde.
Post Scriptum
Oh, en tot slot nog even dit: in deze lijst zijn weliswaar meerdere albums van Nederlandse artiesten te vinden, maar welgeteld slechts één Nederlandstalig album. En dat vind ik jammer. Niet uit kleingeestig nationalisme, maar omdat onze mooie taal zo rijk is om je in uit te drukken. Daarom geef ik hier te elfder ure een aantal artiesten nog een eervolle vermelding. Alleen Spotify links, als je ze via een ander streaming-platform wil beluisteren moet je ze zelf even opzoeken. En hoewel het voor onze internationale lezers misschien niet zo voor de hand ligt nodig ik iedereen uit om hier óók eens naar te luisteren:
De Stoeptegels - De Titelloze Tweede (Punk)
Froukje - Noodzakelijk Verdriet (Pop)
Meis - Zwart/Wit (Pop)
Prins S. en De Geit - Partijtje (Electronic/Dance/Rap)