AURALiC ALTAIR G2.2 - review
AURALiC ALTAIR G2.2
Opnieuw een flinke stap voorwaarts
auteur: Max Delissen
Toen ik in juli 2022 de AURALiC ALTAIR G2.1 recenseerde was ik dusdanig onder de indruk van de klankmatige prestaties dat ik besloot mijn ALTAIR G1 te verkopen en mijn streaming-setup de promoveren naar G2.1 niveau. Tijdens de High End Munich show van 2023 introduceerde AURALiC de ARIES G2.2 en VEGA G2.2, wat traditiegetrouw een opmaat bleek te zijn naar de introductie van de ALTAIR G2.2, tijdens de High End Munich 2024. Erg zenuwachtig werd ik daar niet van. Het verschil tussen de G2 en de G2.1 was weliswaar goed hoorbaar geweest, maar een aardverschuiving zou ik het niet genoemd hebben. Op dit high-end niveau zijn verbeteringen vaak slechts incrementeel, dus die 0.1 stijging in het typenummer was waarschijnlijk goed gekozen. Dacht ik. Toen begonnen echter de eerste reviews van de ALTAIR G2.2 binnen te druppelen, die véél positiever waren dan ik had verwacht. Zouden de upgrades dan toch dusdanig zijn dat een follow-up van mijn review uit 2022 noodzakelijk was? Een review-exemplaar was snel aangevraagd, dat we 1 op 1 met de ALTAIR G2.1 vergeleken. En inderdaad: er moest een follow-up komen.
ALTAIR G2.1 versus G2.2 - de verschillen
Wanneer je de ALTAIR G2.2 en de G2.1 met het display uit naast elkaar zet zijn ze, frontaal bekeken, niet van elkaar te onderscheiden. De als een tank gebouwde Unity Chassis II behuizing met de getunede verende voetjes is hetzelfde gebleven. Met het display áán blijkt de G2.2 wel wat meer licht te geven, maar de échte verschillen zitten van achteren en van binnen. De indeling van het achterpaneel van de G2.2 is behoorlijk veranderd door de toevoeging van twee extra digitale ingangen: TOS #2 en HDMI eARC. Hierdoor was het ook nodig om de RJ45 netwerk connector en de USB A aansluiting voor een externe HDD te combineren. En waar bij de G2.1 de analoge ingangen (Line IN en MM Phono IN) van elkaar gescheiden waren door de aardaansluiting voor de phonotrap zitten ze bij de G2.2 direct naast elkaar. En vreemd genoeg zit de aardaansluiting naast de Line IN en niet naast een Phono IN, dus dat is even opletten bij het aansluiten.
Maar dat valt in het niet bij de technische upgrades die AURALiC heeft gedaan. In willekeurige volgorde: de interne opslag die je in de G2.1 kon (laten) zetten was 2TB (SSD). Bij de G2.2 kun je de interne opslag niet zelf plaatsen, maar moet je er bij aanschaf voor kiezen. De meerprijs voor de 4TB aan NVME modules die in de G2.2 wordt geplaatst is weliswaar hoger dan wanneer je de opslagmodules zelf koopt, maar AURALiC selecteert alleen de allerbeste modules en bouwt ze vakkundig in, wat de kans op storingen praktisch uitsluit. De G2.1 draait op het in eigen huis ontwikkelde Tesla 2 streamingplatform en heeft 1GB aan memory-cache ter beschikking. Dat werkt nog steeds prima, maar het nieuwe Tesla 3 platform in de G2.2 heeft een cache van 4GB, en een 8 keer snellere processor, waardoor onder andere de bediening merkbaar sneller is. De Orfeo klasse-A modules hebben in de G2.2 een powerboost gekregen van 4,4 volt naar 6 volt, wat handig is wanneer je hongerige eindversterkers rechtstreeks wil aansturen. Overigens kun je de uitgangsspanning van de Orfeo modules via de Lightning DS app ook op 2 volt zetten, voor wanneer je de ALTAIR G2.2 op een geïntegreerde of voorversterker aansluit.
Fusion DAC, een betere Clock, Direct Memory Access en een nieuw filter
De AURALiC ALTAIR G2.2 heeft een nieuwe Fusion DAC, een uniek ontwerp dat de beste eigenschappen van een discrete ladder-DAC en een Delta-Sigma DAC combineert. AURALiC gebruikt een bestaande topklasse ESS DAC chip waarvan alleen het hoogwaardige schakelnetwerk wordt gebruikt voor de laatste conversie van digitaal naar analoog. Alle overige functies van deze DAC-chip zijn uitgeschakeld en worden vervangen door AURALiC’s eigen Clock (die nu een precisie van 60fs heeft, ten opzichte van de 72fs in de G2.1), eigen digitale reconstructiefilters en eigen oversampling. Bovendien zorgt Direct Memory Access (DMA) ervoor dat het signaal vanaf de digitale ingangen direct bij de processor binnenkomt, wat tijdfouten (jitter) tot wel 90% laat afnemen. De interessantste maar meest omstreden nieuwe functie is het Tone Mode filter. Dit is via de Lightning DS app in en uit te schakelen. Er zijn twee standen: ‘Clear’ (uit) en ‘Mellow’ (aan). Het algoritme achter het Tone Mode filter is ontwikkeld op basis van van psycho-akoestisch onderzoek. Het voegt volgens AURALiC bepaalde harmonische elementen aan de muziek toe die wij als plezierig ervaren. Dat riekt naar My-Fi, dus objectivisten vinden het maar niks. Maar onder subjectivistische luisteraars zijn, zoals dat hoort, de meningen verdeeld. Meer daarover in het luisterdeel van de review.
Vaste Upsampling
Ook anders is dat de ALTAIR G2.2 niet meer de mogelijkheid biedt om via de Lightning DS app met upsampling te spelen. Bij de G2.1 kon je tot op zekere hoogte zelf bepalen óf en op welk niveau je upsampling wilde gebruiken, bij de G2.2 heeft AURALiC die keuze voor je gemaakt. Alle interne en externe digitale signalen worden binnen het Tesla 3 platform naar een extreem hoge 32bit/1.4112MHz resolutie geupsampled, en deze upsampling kun je niet uitschakelen omdat hij nodig is om de eigen programmatuur in de DAC-chip optimaal te benutten. Aanvankelijk vond ik dat jammer, maar hoe meer ik erover nadacht en ernaar luisterde, hoe beter ik de filosofie van AURALiC’s directeur en hoofdontwerper Xuanqian Wang begreep. Het is dus ook niet meer nodig om aan de bronkant upsampling te gebruiken (bijvoorbeeld in Roon) en dat geeft een heerlijke rust. Zowel in mijn hoofd als in de weergave.
Luisteren naar de AURALiC ALTAIR G2.2
Tijdens de luistersessie onderzochten we vooral het verschil tussen de G2.1 en de G2.2 als streamer. De ingebouwde analoge voorversterker wás al volkomen transparant, zoals tijdens de review van de G2.1 bleek, en de phonostage is hetzelfde gebleven. Het luisteren ging deze keer over de invloed van de nieuwe FusionDAC, de lagere jitter van het Tesla 3 platform en het Tone Mode filter. Hiervoor luisterden we naar twee tracks: Hades, een mysterieuze en spannende track op het album Vision of Contentment van Joep Beving en Maarten Vos, en Passage, de openingstrack van het album Resolve van Alex Albrecht. Voor zover mogelijk hadden we beide streamers dezelfde instellingen gegeven, tot en met het ‘Smooth’ reconstructiefilter, maar helemaal hetzelfde was het natuurlijk niet omdat de G2.2 de vaste interne upsampling heeft. Het zou dus een meer algemene indruk worden, maar die was alsnog zeer verrassend.
Het eerste dat echt opviel was dat de laagweergave van de G2.2 schoner en gedetailleerder was. Niet dieper, maar absoluut beter in balans met de rest van de muziek. Daarnaast was het beeld breder en dieper, met meer klankkleur wat vooral het middengebied beter uit de verf liet komen, maar tegelijkertijd met een nog betere transparantie en een zeer verfijnd hoog met enorm veel zijdezachte details. Het waren in werkelijkheid natuurlijk slechts nuances te opzichte van de G2.1, maar als je er als fabrikant op dit niveau in slaagt om verschillen te bewerkstelligen waarvoor je je als luisteraar nauwelijks hoeft in te spannen om ze te horen dan begrijp je waar je mee bezig bent.
Tone Mode Or Not Tone Mode
Eerst hadden we uiteraard geluisterd met het Tone Mode filter uitgeschakeld. Maar toen we dat via de Lightning DS app aanzetten werd het pas echt spannend. Want hoewel we in de loop der jaren zeer dicht naar elkaar toe zijn gegroeid qua waarneming zorgde het Tone Mode filter voor een verrassende tweespalt. Ondergetekende vond de wat ‘buizige’ warmte die het Tone Mode filter bracht zeer aangenaam, en dat het beeld daardoor een heel klein beetje minder scherp van afbeelding werd nam ik op de koop toe. Het algoritme achter het Tone Mode filter zorgde er bij mij voor dat ik op een intuïtiever niveau ging luisteren, met het gevoel dat ik net wat dieper in de luisterstoel wegzakte en de muziek gewillig over me heen liet spoelen. Al begreep ik ook zeer goed waarom Kees Jan, die veel gevoeliger is voor plaatsing en timing dan ik, het Tone Mode filter juist niet zo lekker vond. We hoorden beide wat de ander bedoelde, en we begrepen waarom dat de individuele voorkeur genoot, maar hier bleek duidelijk dat het Tone Mode filter geen universele verbetering veroorzaakt, en dat het zelfs per hifi-systeem kan verschillen hoe het uitpakt. Het is dus een kwestie van luisteren zoals je gewend bent. En of dat nu met het hart of met het hoofd is, of een combinatie van beide, wees vooral eerlijk tegen jezelf. Dat deze functie erop zit betekent niet dat je hem móét gebruiken.
Conclusie
De AURALiC ALTAIR G2.2 pakt qua verbetering van de geluidskwaliteit een grotere voorsprong van de G2.1 dan de G2.1 deed van de G2. Ook zónder het spannende en uitdagende Tone Mode filter wint de G2.2 op alle vlakken. De mogelijkheid om je muzikale ervaring met dat filter extra te ‘kleuren’ is nice to have maar niet essentieel, en zal voor iedereen anders uitpakken. Moet je als je een G2.1 hebt nu onmiddellijk een G2.2 gaan kopen? Dat vind ik een lastige. De G2.1 is en blijft namelijk een fantastische en veelzijdige streamer/DAC die qua upsampling zelfs extra mogelijkheden biedt voor hen die daar graag mee experimenteren. De klankmatige winst met de G2.2 is hoe dan ook onmiskenbaar, al moet iedereen voor zichzelf afwegen of dat de benodigde investering rechtvaardigt. Voor mij is het echter duidelijk…
Muziek en Informatie
Meer informatie en prijzen over de beschreven AURALiC ALTAIR G2.2 vind je in onze webwinkel:
Joep Beving: Vision of Contentment
Alex Albrecht: Resolve
Dit document is eigendom van art's excellence - © copyright 2024