AudioQuest Storm Series Netsnoeren - review

AudioQuest Storm Series Netsnoeren
Een frisse wind door je hifi-set
auteur: Max Delissen
Het is al even geleden dat ons ter ore kwam dat de AudioQuest Storm Series eraan zat te komen. Alleen was de naam toen nog een goed bewaard geheim en liet ontwerper Garth Powell - die ook verantwoordelijk is voor de Niagara stroomproducten - nog niet veel los over wat er precies van te verwachten viel. Behalve dat het radicaal zou worden en dat er veel ‘energy’ (pun intended) nodig zou zijn om de stroom-is-stroom sceptici te overtuigen. Het duurde tot de herfst van 2017 eer de AudioQuest Storm Series op beurzen begon op te duiken, maar een vergelijkende test was nog niet mogelijk omdat sommige modellen domweg nog niet beschikbaar waren. Dus toen we eind van het jaar dan eindelijk een afspraak hadden om op het Europese hoofdkwartier van AudioQuest naar de Storm Serie te gaan luisteren was onze verwachting inmiddels uitgegroeid tot een soort zenuwachtige opwinding.
AudioQuest Storm Series
Het eerste dat opvalt als je kennismaakt met de AudioQuest Storm Series is dat de redelijk omvangrijke kabels eigenlijk uit drie dunnere kabels bestaan. Die zijn losjes gevlochten om het onvermijdelijk toch vrij stugge eindresultaat enerzijds samenhangend, maar anderzijds ook nog enigszins buigzaam te houden. Wat overigens goed werkt, maar ‘soepel’ kunnen we ze met de beste wil van de wereld niet noemen. Iets om rekening mee te houden als je ze wil gaan gebruiken: scherpe hoeken maken gaat met deze kabels niet lukken, en over de lengte een kwartslag draaien als de aansluiting op het te voeden apparaat dat vraagt kan bij de kortste uitvoering van een meter ook redelijk lastig zijn. De afwerking is echter voorbeeldig, met mooie stekkers die stevig aanvoelen, en een fraaie vlechtkous om elke individuele kabel. De naam van de kabels is netjes op de stekker afgedrukt. De serie bestaat momenteel uit vijf modellen. Vier ‘High Current’ types, die primair geschikt zijn voor aan stekkerblokken en (eind)versterkers, maar die zéér beslist ook aan bronapparaten kunnen, en een ‘Source’ versie van het duurste model, dat naast koperen ook zilveren geleiders bevat en omwille van enige kostenbesparing voor de consument ook in een dunnere, dus goedkopere uitvoering beschikbaar is. Of er van de andere modellen ook nog een ‘Source’ versie komt is officieel niet bekend, maar als daar vraag naar ontstaat zou AudioQuest best een gewillig oor te luisteren kunnen leggen. De lijn begint bij de in het bruin/zwart gehulde Thunder met vergulde contacten, dan komen de zwart/grijze Tornado en de zwart/rode Hurricane, en tot slot de geheel zwarte Dragon. De duurdere modellen zijn naar goed AudioQuest-gebruik allemaal voorzien van verzilverde contacten. Alle kabels hebben de speciaal voor deze serie vernieuwde AudioQuest DBS (Dielectric Bias System)-modules die extra technologie aan boord hebben die hun werking ondersteunt.
Om de vergelijking tussen de verschillende netsnoeren in de AudioQuest Storm Series zo optimaal mogelijk te laten verlopen was vooraf besloten om de Niagara 5000, het middelste apparaat in de serie van AudioQuest stroomproducten, in de setup mee te nemen. En omdat we er toch waren hebben we natuurlijk ook de kleinere Niagara 1000 aangesloten. Logischerwijs vormen de Niagara Serie en de Storm Serie sámen de optimale combinatie, maar beide kunnen uiteraard ook onafhankelijk gebruikt worden.
De Setup
Omdat het logistiek gezien tóch handiger was besloten we om de luistersessie in de demostudio van AudioQuest plaats te laten vinden. Dat is een vrij grote, voor dealer-evenementen ingerichte ruimte die zowel akoestisch als qua stroomvoorziening is geoptimaliseerd. De set bestond uit een Primare Pre60 voorversterker annex streamer, een Primare A60 eindversterker, AudioQuest Oak luidsprekerkabel, AudioQuest Fire XLR analoge interlinks en de machtige DALI EPICON 8 luidsprekers, die door AudioQuest medewerker Jan ’t Hart - afkomstig uit de hifi-retail - vakkundig waren gepositioneerd. Jan zou ons tijdens de gehele luistersessie begeleiden en zorgdragen voor het wisselen van de kabels. De stroom kwam van een speciaal voor dit doel aangelegde en volledig gescheiden audio-lichtnetgroep die vanaf de meterkast tot de wandcontactdoos van een ononderbroken AudioQuest NRG-X3 stroomkabel is voorzien. Vanaf de wandcontactdoos ging op ons verzoek een AudioQuest NRG-10 stroomkabel maar een ongefilterd stekkerblok van goede (audiofiele) komaf en was de apparatuur ook met NRG-10 netsnoeren aangesloten, omdat die ongeveer in dezelfde prijsklasse zit als de Thunder, het instapmodel van de AudioQuest Storm Series. Gedurende de luistersessie zouden we éérst het standaard stekkerblok verruilen voor de actief gefilterde Niagara 1000, dan de werking van de Niagara 5000 beluisteren, en daarna de NRG-10 naar de voorversterker voor een steeds beter netsnoer uit de Storm Serie vervangen, om tot slot ook de eindversterker van een Storm Serie netsnoer te voorzien. Het lijkt misschien logischer om de eerst eindversterker steeds van een beter netsnoer te voorzien, maar we wilden vooral ook vaststellen hoe de impact van de ‘High Current’ netsnoeren op een bronapparaat zou zijn.
De Luistersessie
De gebruikte tracks waren om verschillende redenen gekozen. Allereerst ‘Moten Swing (No. 1)’ van een zeer fraai geremasterde, in 1958 live in The Crescendo Club in Hollywood gemaakte opname van het Count Basie Atomic Orchestra. Deze opname blinkt uit in natuurlijke ruimtelijkheid en extreme dynamiek. De tweede track was van Fink, het titelnummer van diens nieuwe album Resurgam, die we kozen vanwege de vele kleine details en de microdynamiek, en als derde kozen we voor de track ‘Primordial’ van het nieuwe album Lunar Glyphs van Desolate, vanwege de nauwkeurigheid van de (artificiële) plaatsing van kleine details en het diepe elektronische laag.
In de hierboven beschreven ‘standaard’ setup liet de track van Count Basie een mooi beeld horen, met veel dynamiek, het geroezemoes van de mensen in de zaal klonk redelijk ruimtelijk, maar het ‘erbij zijn’ gevoel was er niet. De klankkleur was mooi in balans, niet te fel. Fink klonk mooi warm en het beeld was vrij groot en coherent, wat de indruk wekte dat deze opname in één take gemaakt werd. Desolate klonkt ruimtelijk en het laag was indrukwekkend. Al met al geen slecht begin. Zoals al vaker is voorgekomen bij reviews zouden we lang en gelukkig met dit geluid kunnen leven.
AudioQuest Niagara 1000
Toen echter het standaard stekkerblok werd vervangen voor de actief gefilterde Niagara 1000 (met één High Current stroompunt en vijf ultralineair gefilterde stroompunten voor bronapparaten) bleek die een duidelijk hoorbare invloed op de weergave te hebben. Bij Desolate klonk het geheel gecontroleerder, met meer rust. De sound was egaler en ruimtelijker en vormde ondanks de eerder al goede coherentie beslist méér een geheel. Bij Fink kwam het laag beter uit de verf, het liep niet zozeer dieper door, maar het had een grotere impact en klonk schoner. De opname van Count Basie klonk marginaal droger, met grotere dynamiek en een egalere, ruimtelijkere presentatie. Al met al een duidelijke verbetering die groter was dan we ons van ‘een stekkerblok’ hadden kunnen voorstellen. Van dynamische kortademigheid was geen enkele sprake, de Niagara 1000 vertoont niet het wat geknepen gedrag dat je bij sommige andere actieve netfilters wel eens hoort, en wat vaak abusievelijk voor ‘meer rust’ wordt aangenomen.
AudioQuest Niagara 5000
Dat beloofde wat voor de Niagara 5000, die niet alleen aanzienlijk meer stroompunten ter beschikking heeft (12, tegenover de 6 van de Niagara 1000, waarvan 4 keer High Power en 8 keer met het Ultra Linear Noise Dissipation System dat vervuiling van het stroomnet wegfiltert) maar ook is voorzien van een soort stroomreservoir dat meer dan 80 Ampère aan stroom kan ‘bijleveren’ in situaties waarin de versterker over een langere periode dan één dynamische piek opeens flink stroom moet leveren. Oneerbiedig gezegd kun je het vergelijken met een elektrische fiets met trapondersteuning; als je opeens bergop moet raak je niet uitgeput. Het effect van de Niagara 5000 was, en we kunnen er niets anders van maken, spectaculair. Bij Count Basie op dezelfde volumestand (die bij de Primare met een display wordt aangegeven, dus vergissen is uitgesloten) was er opeens aanzienlijk meer ‘druk’ in de weergave, meer energie. Er leek ook meer informatie in de muziek te zitten, en er was meer dynamiek, terwijl de tonaliteit niet veranderde. Ook Fink kreeg meer druk, zijn stem had meer ‘body’ en de drums hadden een aanzienlijk grotere impact. We leken dichterbij te zitten en er was meer rust en meer evenwicht. Er zat ook meer ‘kleur’ in de muziek, het was allemaal tastbaarder terwijl de luidsprekers een stapje terugdeden uit het beeld, alles stond een stuk losser in de ruimte.
Bij Desolate was dat hetzelfde verhaal, de weergave was eigenlijk niet herkenbaar. Losser en met meer kracht, souplesse en soevereiniteit. Kennelijk doet de stroomreserve van de Niagara 5000 ook iets met de energie op lagere volumes. Vooral voor de Niagara 5000 (en de grote broer 7000) geldt overigens: hoe beter het netsnoer tussen de wandcontactdoos en de Niagara 5000, hoe beter het resultaat zal zijn. Waarbij de Storm Serie eigenlijk sterk de voorkeur heeft omdat die voorzien zijn van het bijpassende Ground Noise Dissipation System.
AudioQuest Thunder
En toen stak er een AudioQuest Storm op… Het moment waar we naar hadden uitgekeken was aangebroken. Het NRG-10 netsnoer naar de voorversterker werd vervangen door een AudioQuest Thunder van 2 meter. Deze kost op een paar tientjes na hetzelfde als de nét iets duurdere NRG-10 van 1,8 meter, en dus was het een goed uitgangspunt. De overgang van de NRG-10 naar de Thunder is bijna net zo spectaculair als de stap van het gewone stroomblok naar de Niagara 1000. Bij Desolate was er meer kleur en nam de ruimtelijkheid toe, en kreeg het beeld een flinke uitbreiding naar voren en klonk het in zijn geheel schoner, alsof er een dun laagje grijs vanaf was gepoetst. Bij Fink werd de afbakening van alle elementen in het geluidsbeeld preciezer, alsof iemand aan de focus van de camera draaide en het beeld opeens scherp werd. De stem kwam vanuit een zwartere achtergrond naar voren en er was meer ‘vel’ van de drums te horen. Wat het meest opviel was dat er opeens een neuriënd koortje van echte stemmen te horen was, in de achtergrond, waar het eerst een akkoord op een synthesizer had geleken. Vrij bizar… Door de toegenomen energie hadden het gevoel meer tussen de muzikanten te zitten. Bij het Atomic Orchestra van Count Basie hadden de saxofoons duidelijk meer klankkleur en zaten we twee rijen verder naar voren, midden tussen het publiek dat nu opeens ook naast ons te horen was. Met de ogen dicht was er duidelijk meer illusie van ‘zaal’.
AudioQuest Tornado
Met de Tornado in plaats van de Thunder was de tik op de gesloten Hi-Hat bij Fink feller, en klonk het geheel wat ronder. Ondanks de wat relaxtere weergave nam de ruimtelijkheid toe en was alles beter afgebakend. Het ride-bekken kreeg meer koperkleur en het koortje was duidelijker uit meerdere stemmen samengesteld. Bij Desolate was het laag schoner en nu toch écht dieper, en had het meer energie. Daarnaast nam de ruimtelijkheid vooral in de breedte toe ten opzichte van de Thunder. Count Basie profiteerde van een grotere betrokkenheid en dynamiek, en waren de verschillende partijen van de geweldig op elkaar ingespeelde big band beter te volgen.
AudioQuest Hurricane
De windkracht nam met de Hurricane in hevigheid toe. Bij Count Basie werd het laag natuurlijker, was er meer publiek te horen en kregen we opnieuw meer dynamiek toegeworpen. Die toegenomen natuurlijkheid strekte zich trouwens over het gehele spectrum uit. Dat valt een beetje lastig uit te leggen, maar het ‘voelde’ alsof er toch nog wat kleine onregelmatigheden in het frequentiespectrum werden gladgestreken. Bovendien was er opnieuw een toename in de energie van de weergave; de drummer leek echt harder op zijn trommels te slaan. Bij Fink was de galm rond de drums beter waar te nemen, en de tikjes op de Hi-Hat hadden meer kracht. Bij Desolate rolde het laag gemakkelijker de luisterruimte in en was er, opnieuw, meer energie en ruimtelijkheid.
De algehele indruk die we kregen was dat we door de toegenomen energie en detaillering het volume lager konden zetten om toch dezelfde muzikale ervaring te krijgen.
AudioQuest Dragon High Current
Zoals eigenlijk al verwacht vormde de Dragon het absolute topniveau in de Storm Serie. Bij Fink was er opeens meer kleine dynamiek te horen in de tikjes op de Hi-Hat, en was het beeld meer gelaagd. Ook de grote dynamiek was beter en de galm op de drums (en nu ook op de stem) was duidelijker waarneembaar. De koperklank van het ride-bekken was intenser en analytischer. Het laag was, zoals we bij kabels waar (ook) zilveren geleiders in zitten wel vaker horen, iets softer maar tevens organischer. Datzelfde hoorden we bij Count Basie, waarin ook aanzienlijk meer detaillering te horen was. Bij Desolate was het beeld nogmaals ruimtelijker geworden, met meer detaillering, wat in onze oren ook wel wat meer uitnodigde tot analytisch luisteren. Als je echt diep in een opname wil kruipen is de Dragon je kabel.
AudioQuest Dragon Source
Aan de voorversterker was de Dragon Source duidelijk in het voordeel ten opzichte van zijn dikkere broer. Desolate liet vrijwel dezelfde resultaten horen, maar dan net een tandje rustiger aan, waardoor het geheel iets beter in balans kwam. De ‘spanning’ in de weergave die we zo mooi vonden bij de goedkopere Hurricane was weer terug, maar dan nóg intenser. Het lijkt er dus op dat de Dragon Source het op dat vlak beter doet dan de High Current versie, wellicht geholpen door zijn iets verfijndere Noise Dissipation topologie. Bij Fink miste de stem een heel klein beetje kleur, maar je zou ook kunnen zeggen dat die neutraler werd. Er was een bepaalde mate van rust in de muziek gekomen die licht neigde naar terughoudendheid, en die we ‘audiofieler maar niet per se muzikaler’ zouden willen noemen.
Hurricane en Tornado, nu waait het pas echt…
Als opmaat naar de ‘Double Dragon’ die we als toetje hadden bewaard, schakelden we min of meer voor de grap eerst terug naar Hurricane aan de voorversterker/streamer, en Tornado aan de eindversterker. Het effect daarvan was verbluffend. De ruimtelijkheid in de opname van Desolate nam nogmaals spectaculair toe en werd meer 3D. De ruimte vóór de luidsprekers was groter en werd scherper afgebeeld, en opeens stond het complete geluidsbeeld een stuk hoger. Hetzelfde hoorden we bij Fink, waar de stem zijn wat warmere klankkleur terugkreeg en van meer galm leek te zijn voorzien. The Count stond met zijn band opeens op een podium dat een stuk hoger was. Met name de klankkleur van de saxofoons won opmerkelijk aan ‘glans’.
Double Dragon
In hoeverre moet je voorspelbare zaken nog benoemen? Hoe geloofwaardig ben je op den duur als de duurste combinatie ook steeds de beste is? Die - overigens terechte - vragen werden door de combinatie van AudioQuest Dragon Source aan de voorversterker/streamer en AudioQuest Dragon High Current aan de eindversterker in één gedecideerde zwiep van tafel geveegd. Begrippen als ‘audiofiel’ en ‘high end’ vervaagden, dit was pure muziek. De toename aan energie-overdracht, verfijning en synergie was zodanig dat het zelfs voor sceptische of ongetrainde oren hoorbaar moet zijn. Bij Count Basie waren we opeens ‘front row’ als eregasten aanwezig in de Crescendo Club, bij Fink kregen we zowaar vochtige ooghoeken vanwege de grotere diepte van de overgebrachte emotie, de soevereine rust in de weergave en de ongelooflijk organische samenhang van stem en instrumenten. Het plaatje dat Desolate ons voorschotelde was opeens bijna holografisch, zó tastbaar dwarrelden kleine geluidjes vlak voor onze neus door het virtuele geluidsbeeld. We hadden best hoge verwachtingen van de nieuwe netsnoeren van AudioQuest, maar dat dit niveau haalbaar was hadden we in onze stoutste dromen niet durven hopen…
Conclusie
Volgens Garth Powell stellen de netsnoeren in de Audioquest Storm Series je hifi-apparatuur in staat om eindelijk de energie te leveren waar ze altijd al toe in staat waren, als ze maar betere stroom hadden gehad. Dat klinkt als flauwe marketingpraat, maar we hebben het met onze eigen oren gehoord. Volgens Garth heeft het te maken met het wegnemen van factoren die de vrije stroom van elektronen kunnen hinderen. Hoe we dat technisch moeten aantonen weten we niet, maar op basis van hoorbaar bewijs klopt het als een bus. Los van de niet te ontkennen impact die de Niagara 1000 en vooral de Niagara 5000 hadden, vinden we de nieuwe netsnoeren in de AudioQuest Storm Serie een revelatie. Qua prijs/kwaliteit verhouding ligt de sweet-spot van deze serie wat ons betreft bij de Hurricane. De Dragon is weliswaar op vrijwel alle fronten superieur, maar omdat er naast geleiders van Perfects Surface Copper+ (PSC+) ook geleiders van Perfect Surface Silver (PSS) in zitten liggen zowel de ‘Source’ als de ‘High Current’ variant op een prijsniveau waarbij je óók over een bijpassende topklasse high-end set moet beschikken om hun volle potentieel te kunnen benutten. Is Stroom dus altijd alleen maar Stroom, zoals de Audio-Objectivisten (die kabels liever online beoordelen op theoretische parameters dan in de praktijk op gehoor) ons willen doen geloven? Wij zeggen van niet, maar het hangt er wel degelijk in hoge mate vanaf welke netsnoeren je gebruikt… Drie keer raden welke wij voortaan zullen adviseren…
Muziek en Informatie
Meer informatie en prijzen over de beschreven AudioQuest Storm Series powercords, vind je in onze webwinkel:
Spotify
- Fink - Resurgam
- Desolate - Lunar Glyphs
- Het album van Count Basie is helaas niet op Spotify te beluisteren.
Tidal
Dit document is eigendom van art's excellence - © copyright 2018
De eerste laat zich iets gemakkelijker beantwoorden dan de tweede: We hebben ons bij het beluisteren van de powercords inderdaad grotendeels beperkt tot de kabel tussen het filter en de voorversterker. We waren de luistersessie immers al begonnen met het beluisteren van de verschillen tussen een standaard stekkerblok, de Niagara 1000 en de Niagara 5000, en tot slot ook hebben we óók nog (vrij kort) een beter powercord tussen de Niagara 5000 en de eindversterker aangesloten. Het zou echt teveel van het goede zijn geworden om op die dag óók nog naar de invloed van het powercord naar het filter te luisteren.
We hebben daar sindsdien echter wel behoorlijk wat ervaring mee opgedaan, dus je tweede vraag kunnen we ook beantwoorden: we adviseren om van de wandcontactdoos naar het filter ten minste een powercord te gebruiken dat gelijkwaardig is aan het meest betaalbare powercord dat je van het filter naar je set gebruikt. Als dat een Thunder is, kies dan ook minimaal een Thunder van de WCD naar het filter. Of het zinvol is om een beter powercord tussen de WCD en het filter te gebruiken? Wij vinden van wél. Er is áltijd een extra verbetering te horen wanneer we dat doen. Het kan bij de ene set wat méér verschil maken dan bij een andere, maar je gaat er altijd op vooruit.
Belangrijk om nog even te vermelden is dat je géén ‘Source’ model van de AudioQuest Storm Series tussen de WCD en je filter moet gebruiken. Die zijn echt bedoeld voor bronapparaten, niet voor het filter waar je hele set op is aangesloten.
Ik heb hieronder samengevat hoe en waarmee ik tot mijn conclusie ben gekomen. Mijn set bestaat uit de Naim componenten NAC-272 (streamer/dac/voorversterker) en een NAP-200 DR eindversterker. De luidsprekers zijn de Bowers & Wilkins 705 S2 (voorheen B&W 805 D2). Ik ben van mening dat een zo optimaal mogelijk akoestische balans in een ruimte de basis is. Ik heb een beperkte huiskamer (26-27m2) om dit te bereiken. Met het toepassen van de 1/3 regel, gelijke afstanden, luidsprekers de ruimte te geven, en vervolgens fine-tunen door minimaal te schuiven met de luidsprekers, neemt de performance van de muziek beleving toe.
Vervolgens zijn de standaard luidsprekerkabels opgewaardeerd naar Sign Audio Shotgun, en de blikken luidspreker-brugjes vervangen voor AudioQuest PSC+ Jumpers, hiervan was de impact groot. Afhankelijk van je persoonlijke voorkeur kun je hiermee het hoog-midden of eventuele scherpe randjes weghalen of er juist de nadruk op leggen. Bijkomend kreeg het laag meer fundament. Het resultaat is meer muziek, instrumenten klinken realistischer en er zijn meer details hoorbaar waardoor het genieten toeneemt. De volgende stap werd het vervangen van de standaard netwerkkabel naar de switch door een AudioQuest Vodka RJ/E. Ook al was ik erg sceptisch, binnen korte tijd was ik overtuigd van de meerwaarde. Waar eerst de instrumenten duidelijker aanwezig waren kreeg het geheel nu meer samenhang. Omdat het nog meer 'klopt' kan de volumeknop zelfs nog iets verder open.
Tja, en toen ook nog het 'stroomdraadje' vervangen? Als het snoer van de haarföhn stuk is vervang je die voor een paar euro en werkt het ding weer. Uitleggen dat je een standaard netsnoer wilt vervangen door een 279 euro kostende AudioQuest NRG-4 kabel voor beter geluid is niet te doen. Ik sloot de NRG-4 aan op mijn NAC-272 streamer en binnen de korste keren was het voor mij duidelijk. Instrumenten en vocalen kregen meer ruimte en de afbeelding nam zelfs toe. Het laag kreeg meer definitie en controle, de muziekbeleving werd intenser en het geheel kreeg meer rust.
Toen vergeleek ik de AudioQuest NRG-4 met de Thunder. Na een dag heerlijk vergelijken aan de Naim streamer was het voor mij duidelijk, alles kwam op een nog hoger plan. Mijn conclusie is dan ook dat de AudioQuest Thunder zijn investering dubbel en dwars waard is. Zeker als je set klopt biedt dit powercord meer dan zomaar wat kleine 'puntjes-op-de-i'.
Groet, Eric
Groetjes, Kees Jan
Dank voor je reactie. Ik ga het zeker uitproberen, en ondertussen sparen voor een tweede AudioQuest Thunder.
Groet, Eric
Leuk! Je mag jouw bevindindingen altijd met ons delen, daar wordt iedereen weer wijzer van. ;-)
Groetjes, Kees Jan
Bij voorbaat dank.
Onze ervaring is dat de verschillen meestal het best hoorbaar zijn bij de bron, dus in jouw geval voor de Naim DAC/streamer/voorversterker. Maar ik zou het zeker eens omdraaien om te horen of dit in jouw situatie ook zo is. Mooiste is om voor beide toestellen hetzelfde powercord te gebruiken, dan krijg je meer samenhang.
Groetjes, Kees Jan