Muziek en Hifi - De Kracht Van Noviteit

De discussie over Hifi versus Muziek is verre van beëindigd. Sterker nog; we gaan er waarschijnlijk nooit uitkomen. Daar heb ik me dus maar bij neergelegd. Er zijn gewoon te veel meningen over die - welbeschouwd - bijna allemaal waardevol en verdedigbaar zijn. Toch kom je af en toe nog mensen tegen die, vanuit de ‘eigen gelederen’, een verrassende kijk hebben op de eeuwige strijd tussen technologie en emotie.

Het is als ik dit schrijf een aantal weken geleden dat ik een interview mocht doen met William E. Low (Bill voor vrienden), de oprichter en CEO van AudioQuest. Dat merk hoef ik natuurlijk niet te introduceren. Iedereen die mijn schrijfsels leest weet dat ik er voor mijn werk veel naar geluisterd heb en dat ik ook privé met AudioQuest bekabeling speel. Genoeg dus daarover… Het interview met Bill Low verliep zoals twee eerdere interviews die ik met hem had ook verliepen: Bill steekt na de eerste vraag een monoloog van bijna twee uur af en ik noteer.

Maar voor daar conclusies over mijn journalistieke vaardigheden of Bill’s ‘people skills’ over worden getrokken moet ik er meteen bij vertellen dat ik het in zijn geval echt niet anders zou willen. In tegenstelling tot sommige (ach, wat dondert het: in tegenstelling tot veel) van zijn landgenoten is Bill namelijk zacht van stem en uiterst welbespraakt. Hij weet van tevoren waar hij het in grote lijnen over wil hebben (hij komt voor de pers natuurlijk over zijn nieuwe producten praten), maar hij is zeer bedreven in het op aangename wijze uitweiden over gerelateerde onderwerpen, waarbij hij je meeneemt op een wandeltocht langs allerlei inzichten die hij in de loop der jaren heeft opgedaan, links en rechts strooiend met buitengewoon interessante trivia, om na wat een eeuwigheid lijkt een komma te plaatsen en zijn betoog in één meesterlijke slotzin af te ronden. Hij geniet daarvan, en ik ook.

bill_low_180713Bill Low (©2013 - Max Delissen)

Tijdens het terugluisteren van de opname (een dictafoon-App is een verplicht stuk gereedschap als je hem interviewt) viel één passage me extra op en begon het plannetje te rijpen voor de introductie die je nu zit te lezen. Bill verklaarde namelijk met grote stelligheid dat ‘wij audiofielen’ graag aan onze hifi-set zitten te tweaken (of dat nu met een nieuwe kabel is of met apparatuur) omdat we daarin een aanleiding vinden om ons weer eens ongegeneerd een paar dagen volledig op de (aangepaste) set te werpen en ‘onze collectie opnieuw te ontdekken’. Als je het mij vraagt heeft hij daar volkomen gelijk in, want dat laatste is het meest genoemde effect dat de verbetering van het tweaken zou moeten hebben veroorzaakt. Volgens Bill Low gaat het daarbij waarschijnlijk niet eens primair om de hifi-set, maar om een diep verlangen om ons weer eens helemaal onder te dompelen in onze muziek.

Daar wil ik dan van mijn kant nog graag een aanvulling op doen die al een paar jaar door mijn hoofd spookt. Ik sprak Bill twee dagen na het interview opnieuw en toen ik hem dit voorlegde was hij het er volkomen mee eens: Die wens om helemaal in de muziek op te gaan heeft vooral te maken met de verslavende kracht van ‘noviteit’. Als we naar bekende muziek luisteren horen we wel, maar we luisteren niet echt. Als we iets veranderen in de keten concentreren we ons op de verandering en nemen we veel scherper waar. Wat doet die nieuwe kabel? Hoe klinkt die nieuwe versterker? En daarmee versterken we onze ervaring. Dat geldt ook voor muziek. We pakken bij tijd en wijle graag iets uit ons vertrouwde archief. Vandaag heb ik zin in Herbie Hancock, nu wil ik iets van Bach horen, ik voel me rot dus waar is verdorie mijn Leonard Cohen cd? Maar het wordt pas echt interessant voor de muziekliefhebber als er iets te beluisteren is wat we nog niet eerder gehoord hebben. Dan zijn de oren tot het uiterste gespitst, om geen enkele nuance te missen. De opwinding die mij telkens weer in zijn greep krijgt als ik muziek voor de eerste keer hoor is onvergelijkbaar en onvervangbaar. Dáár ligt de reden voor mijn obsessieve muziekverzamelwoede (3x woordwaarde: 132 punten). Ook mijn nimmer aflatende drang om anderen deelgenoot te maken van mijn muzikale avonturen vindt daarin zijn oorsprong. Misschien is het dáárom dat ik elke dag zo ontzettend geniet van mijn hifi-set. Niet omdat ik er bewust mee bezig ben (hoewel, ik heb pas nog nieuwe kabels gekocht...), maar omdat ik veel, heel veel nieuwe muziek draai.

Daarom dus, beste muziekvrienden, deze keer een zestal gloedjenieuwe albums tot lering en vermaak. Allemaal uitgebracht in 2013, dus deze is vooral voor iedereen die na mijn vorige twee muziekpraatjes vond dat ik wel heel diep in de muziekgeschiedenis dook…

Als gewoonlijk kun je het hele album in Spotify beluisteren door op de afbeelding of op de albumtitel te klikken.

mmoths_150x150MMoths - Diaries

Jack Colleran is een jonge (1993) Ierse muzikant die zoals veel van zijn leeftijdsgenoten elektronische muziek maakt. Waar hij voor mij een streepje voor mee krijgt is zijn grote talent om weidse sferen te scheppen met geluiden die nieuw en toch vertrouwd klinken. Er zit een licht maar smakelijk jaren-80 sausje over zijn muziek maar er zitten ook goede modernismen in. De tweede track (het redelijk introverte For Her, feat. Young & Slick) doet aan James Blake en Jamie Woon denken, wat voorwaar geen slechte beurt is. Er zit een gevoel in dat me ernaar doet verlangen om, met deze muziek op de iPod, met de trein door eindeloze winterlandschappen te rijden. Op No One demonstreert hij zijn vermogen om langzaam een bepaalde spanning op te bouwen en die vast te houden zonder met een oplossing te komen. Lekker… Het door elfenvriendin Holly Miranda gezongen All These Things is het meest ruige nummer van de plaat, hoewel ‘ruig’ in deze context erg relatief is. Met het desolate Too Real sluit hij het album op waardige wijze af. Met een paar geslaagde gastoptredens, meer dan voldoende afwisseling en een uitstekende geluidskwaliteit weet hij zijn relatief korte EP Diaries tot een naar meer smakende verzameling beklijvende tracks te transformeren. In de gaten houden deze gast...

cfcf2_150x150CFCF - Music For Objects

Opnieuw een EP, en wel van CFCF. Het is het muzikale alter ego van Canadees Mike Silver, wiens vorige EP Excercises het tot mijn jaarlijst van 2012 wist te schoppen. Music For Objects is volgens de release-informatie het zuster-album van Excercises, maar dat hadden ze er voor mij niet eens bij hoeven te vermelden. Silver weet op de een of andere manier een prachtige link tussen de vrij abstracte songtitels en de muziek te leggen, die meestal heel erg logisch wordt als je er naar luistert. Music For Objects begint met het nummer Glass, waarin marimba-achtige geluiden een thema spelen dat door Philip Glass gecomponeerd had kunnen zijn. Ook het hakkelende intro van de track Camera doet aan het werk van Glass denken, maar als het weelderige, door een heerlijke fretloze bas gedragen ritme invalt is het weer helemaal CFCF. Via het dansbare Keys en het lieftallige Perfume kom je bij het (opnieuw op Philip Glass geïnspireerde) Lamp uit, waar zich in de achtergrond allerlei interessante en mysterieuze zaken lijken af te spelen. De mooie, gelaagde mix draagt zeker bij aan het luistergenot. De wervelende pianoriedels aan het begin van de laatste track Ring zijn de opmaat voor een dromerige track waarbij het op een zomerse dag heerlijk wolkenstaren moet zijn. Opnieuw een sterk maar tergend kort album. Deze gaat op de jaarlijst terecht komen, dat kan ik nu al zeggen...

tunng_150x150Tunng - Turbines

Als je er op internet de geschiedenis van deze Britse band op naslaat lees je dat kernleden Sam Genders en Mike Lindsay hun carrière begonnen met het maken van soundtracks voor soft-porno films. Ach... it’s a lousy job, but somebody's got to do it… Maar in plaats van de relatieve vergetelheid die componisten van dat soort muzikaal behang doorgaans ten deel valt kozen ze voor een ander pad. Ze mengden hun wat beschouwende, typisch Britse folksound (gitaar en ‘gevoelige’ zang à la Nick Drake) met elektronica, percussie, scratches en vrouwelijke vocalen. De recensenten waren in rep en roer toen hun eerste album uitkwam, want het paste in geen enkel vakje. Toen hebben ze het genre Folktronica maar bedacht. Wat de muziek van Tunng zo ongelooflijk spannend maakt is dat ze de combinatie van akoestisch en elektronisch perfect in balans weten te brengen. Ook op Turbines, hun zesde album alweer, is het dik genieten. Er hangt een prettig soort keukentafel-sfeertje om de muziek dat me aan vroeger tijden doet denken, terwijl de bewust rudimentaire synthesizer-sounds een onverwacht en vreemd natuurlijk aandoend effect van geestverruiming brengen. De opnamekwaliteit varieert een beetje, van redelijk goed tot uitstekend, en zelfs die afwisseling past bij het niet-alledaagse, hybride karakter van het album. Fijn plaatje weer...

airhead_150x150Airhead - For Years

Het bizarre intro van het eerste nummer op For Years zet je als luisteraar meteen op het verkeerde been. Hebben we hier te maken met een stel geflipte Zappa-fans die zonder kennis van muzikale zaken de studio in mochten met de mededeling: “druk maar op wat knopjes en zie maar wat er gebeurt”? Na iets meer dan anderhalve minuut wordt duidelijk van niet. Airhead is een project van de Londense producer Rob McAndrews die invloeden uit post-rock en dubstep combineert tot een vervreemdend en verslavend geheel. De fraaie mix is breed en vol, en er gebeurt de hele tijd van alles. De sfeer is een tikje aan de duistere kant, maar dat geldt natuurlijk evenzeer voor dubstep en post-rock. Als je weet dat McAndrews gitaar speelde in de band van James Blake weet je eigenlijk al hoe de vork aan de steel zit. De onbekende zangeres Catherine Okada doet me op de track Callow sterk aan Anja Garbarek denken, en de zwevende tonen van de gitaar in Masami schreeuwen Boards Of Canada. Allemaal ingrediënten die het voor mij alleen maar smakelijker maken. Het woeste Pyramid Lake is een mooie afsluiter van de eerste helft van het album. ‘Kant twee’ brengt alleen maar meer fraais. Het brokkelige dansritme met de ‘wooshing’ baslijn in Fault Line nodigt uit tot hard draaien en als, na het vervreemdende Lightmeters, zijn vriend en collega James Blake een duidelijk herkenbare instrumentale bijdrage levert aan het nummer Knives is de cirkel weer rond. Dit is een meesterlijk album dat je na vele draaibeurten nog blijft verbazen.

cloudboat_150x150Cloud Boat - Book Of Hours

Mijn voorkeur voor elektronische muziek zal niemand ontgaan zijn. Ik krijg daar wel eens opmerkingen over van mensen die menen dat alleen klassiek en jazz geschikt zijn om hifi mee te beoordelen. Mijn antwoord daarop is altijd dat de gemiddelde gebruiker zijn hifi-installatie volgens mij maar één keer moet beoordelen (bij aanschaf), maar dat er daarna toch vooral naar muziek geluisterd moet worden. En omdat het hier over muziek gaat heb ik dan ook geen enkele schroom om de flink met elektronica gelardeerde prachtplaat Book Of Hours van Cloud Boat aan jullie voor te stellen. Het is de derde plaat in deze column waarbij ik de naam James Blake laat vallen. Want ook dit Londense gezelschap, bestaande uit Tom Clarke en Sam Ricketts, heeft zich duidelijk door meester-sfeerbouwer Blake laten beïnvloeden op weg naar hun eigen geluid. Manke ritmes en putdiep laag ondersteunen een breed uitwaaierende mix van gitaren, samples en vocalen en vormen samen een toegankelijke en uiterst beluisterbare mix die vooral de bezitters van een full-range hifi-systeem zal laten sidderen in hun luisterstoel. Ondanks de moderne mix van dubstep en post-rock is Book Of Hours over het geheel genomen een echt liedjesalbum. De hedendaagse singer-songwriter bedient zich van de mogelijkheden die hij heeft. En dat zijn er, naast de obligate gitaar, gelukkig steeds meer. Een erg beeldend en bij vlagen verbijsterend mooi album dit, met zijn gevoelige, ijle zang, fraaie composities vol verrassende en soms pittige wendingen en (letterlijk) fijnbesnaard gitaarspel. Wie na het beluisteren van dit album nog met droge ogen kan beweren dat elektronische muziek geen ziel heeft heeft óf niet goed geluisterd, óf is een onverbeterlijke misantroop. Of een uitsluitend-klassiek-en-jazz-voor-hifi-fundamentalist. Maar daar kan ik dan ook niks aan doen...

marsenjules_150x150Marsen Jules Trio - Présence Acousmatique

Ik leerde Marsen Jules (artiestennaam van de Duitse componist Martin Juhls) kennen toen ik van een online cd-winkel, als spontane compensatie voor een ongelukkig verlopen transactie, zijn album Les Fleurs uit 2006 cadeau kreeg. Marsen Jules maakt nachtelijke muziek waarin een grote rol is weggelegd voor een flink door effecten gefilterde vibrafoon. De sfeer is doorgaans melancholiek en vervuld van een verlangen naar verre dingen. Ook op Présence Acousmatique, zijn zevende release, is er die donkere ondertoon. Voor dit album nodigde hij zijn vrienden Anwar en Jan-Phillip Alam uit. Hun bijdragen op viool en cello geven de muziek een nóg organischer gevoel, en de twee gastoptredens van Roger Döring (Dictaphone) op saxofoon zijn ook adembenemend mooi. De mix van akoestische en elektronische instrumenten doet meer dan eens sterk aan het oudere werk van Harold Budd denken (Lovely Thunder comes to mind…). Het is onmogelijk om de losse tracks van dit album buiten de samenhang van het geheel te beschrijven. Je moet gewoon bij de eerste noot beginnen en het over je heen laten spoelen. Over die eerste noot gesproken: hij begint dit album met een herbewerking van het nummer Œillet Sauvage, dat ik al kende van (jawel) Les Fleurs. Luistertip: zet hem in hoge kwaliteit op een iPod of een ander muziekdoosje, kies een goede hoofdtelefoon en maak, met dit als soundtrack, een flinke nachtelijke wandeling door de uitgestorven buitenwijken van je stad. Erg mooi...