Nits, Jan Bang en Dustin Wong

Muzikale verhalen van Weemoed en Verlangen

In deze review aandacht voor de nieuwe albums van Nits en Jan Bang, met een intrigerende ‘one that got away’ van Dustin Wong uit 2023 als klassieker.

Aangezien het inmiddels ruimschoots februari is wanneer deze muziekreview verschijnt kan ik de plichtplegingen van het gelukkig nieuwjaar wensen denk ik wel achterwege laten (maar bij deze…). Waarom geen muziekrecensie in Januari? Simpel: het is elk jaar weer afwachten hoe de eerste maand verloopt qua nieuwe releases. Niet dat er geen fantastische albums uitkwamen in januari, maar ik probeer altijd een beetje rekening te houden met een zekere thematische samenhang, én ik ben voor mijn uitgebreidere muziekreviews ook een beetje selectief wat betreft de genres die ik bespreek. Zo is het nieuwe album ILION van de psychedelische Franse spacerockband SLIFT een triomf, maar de productie van de muziek ontbeert elke audiofiele pretentie. Ook Wall Of Eyes van The Smile (het nieuwe bandje van Thom Yorke en Jonny Greenwood van Radiohead) is briljant, maar dat album zit zó prominent in de alternatieve mainstream dat ik het recenseren daarvan liever overlaat aan de mainstream muziekmagazines. Die albums zien we bij mijn jaarlijst in december nog wel verschijnen denk ik, maar nu even niet.

De keuze is gevallen op twee albums (en een ‘klassieker’ die ik vorig jaar over het hoofd heb gezien) die bij mij een prettig soort positieve weemoed opwekken. Door de directe inhoud (zoals bij Tree House Fire van Nits) of de caleidoscoop aan associaties die ze opwekken (zoals bij Jan Bang), óf omdat ze op een innovatieve manier voortborduren op muziek die ik al lang ken en zeer waardeer.

De kop is eraf voor 2024, dat het een fijn muzikaal mag worden! Veel lees- en luisterplezier.

Nits - Tree House Fire

Nits - art's excellence 2024Hoewel ik Nits al sinds mijn studententijd (toen ze nog The Nits heetten) tot mijn favoriete bands reken haakte ik pas vijf jaar na hun debuutalbum aan - omstreeks Omsk, het album uit 1983 waar hun bescheiden hit Nescio op staat. Nits werd in 1974 opgericht en ze vieren dit jaar dus hun vijftigjarig jubileum. Een heuglijk feit, maar even leek het erop dat het feest niet door zou gaan. In mei 2022 brandde namelijk het in een voormalige Amsterdamse gymzaal gevestigde thuishonk van Nits (de legendarische Werf Studio) tot de grond toe af, waarbij niet alleen hun uitvalsbasis maar ook bijna het volledige instrumentarium en veertig jaar aan archiefmateriaal in rook opging. De drie kernleden (zanger Henk Hofstede, drummer Rob Kloet en toetsenist Robert Jan Stips) wisten zich - mede door een spontane en succesvolle inzamelingsactie door fans - snel te herpakken om hun vlak voor de ramp voltooide (en omdat het al bij de perserij lag niet verloren gegane album) NEON te promoten. Ze zagen de ramp als een mogelijkheid voor een nieuw begin. Maar als klap op de vuurpijl kreeg Hofstede het jaar erna te maken met een zeldzame auto-immuunziekte die de spieren in zijn gezicht verlamde. Dat bleek gelukkig behandelbaar, en de band greep dat andermaal aan om het vizier op de toekomst te richten. Op het begin dit jaar uitgebrachte mini-album Tree House Fire schrijven en spelen Nits de studiobrand op meesterlijke wijze van zich af. De opnames vonden plaats in Studio 150 in Amsterdam, die gevestigd is in de voormalige Bethlehemkerk waar vergelijkbare akoestische omstandigheden heersen als in De Werf. Het mag dan ook niet verbazen dat Nits’ vaste knoppentovenaar Paul Telman er ook klankmatig een loepzuiver Nits-album van heeft gemaakt. Bij de eerste beluistering schoten bij de tranen me in de ogen toen ik Hofstede in het openingsnummer Month of May hoorde zingen: “I’m standing in a burned out kitchen / Looking at the month of May / The black pages in our agenda / Are still hanging on the wall today”. Ook Big Brown Building Burning, The Bird en The Wind has no Clothes verhalen vanuit diverse perspectieven over de brand, maar in The Tree en vooral het sublieme en enigszins mysterieuze The Attic zijn melancholieke berusting en hoop de thema’s die voor mij de boventoon voeren. Tree House Fire is daarmee in al zijn 24 minuten durende compactheid een zeer indrukwekkend document geworden, maar ook een sterk statement dat we nog niet van Nits af zijn. En dat is een hoopvolle boodschap. Subliem album!

Luister in lossless geluidskwaliteit naar Nits met QobuzTidal of Apple Music (abonnement vereist) of in lossy geluidskwaliteit met Spotify.

Jan Bang - Reading the Air

Jan Bang - art's excellence 2024Toen ik Reading the Air van Jan Bang voor het eerst hoorde moest ik nogmaals kijken of ik wel het goede album had aangezet, want wat ik hoorde klonk meer als een verloren gewaand album van David Sylvian uit de periode tussen Dead Bees on a Cake en Blemish, dan als een werkstuk van één van mijn favoriete muzikanten en producers uit de Scandinavische neo-jazz scene. Dat is grotendeels te danken aan het feit dat Bang op dit schitterend geproduceerde album voor het eerst ook in bijna elk nummer zingt. Zijn dictie en de klank van zijn enigszins hese bariton doen me echt onmiddellijk aan Sylvian denken. Voorheen liet hij de vocalen vaak over aan anderen, zoals trompettist Arve Henriksen, wiens aan Jon Hassell herinnerde stijl van spelen ook op dit album een sfeerbepalende rol heeft. Maar Sylvian was niet de enige verrassende associatie. De opbouw van de songs, de arrangementen, het spaarzame gebruik van achtergrondzangeressen; het deed me allemaal ook behoorlijk denken aan de stijl van een heleboel latere Nits albums, pakweg vanaf hun meesterlijke Wool uit 2000. En een track als het van weidse Americana druipende Delia had trouwens ook zomaar door Daniel Lanois geproduceerd kunnen zijn. Reading the Air is een verrukkelijk album, met een sfeer die wat mij betreft net zo goed bij besneeuwde landschappen past als bij zomerse groene uitzichten. De mysterieuze doolhoven die hij bouwde op albums als Narrative from the Subtropics blijven hier buiten beeld, maar dat maakt Reading the Air wat mij betreft een minder intens en daardoor voor veel meer mensen toegankelijk luisteravontuur. Dat overigens niets aan pure schoonheid inboet. Zeer hoogwaardige luisterkost dit…

Luister in lossless geluidskwaliteit naar Jan Bang met QobuzTidal of Apple Music (abonnement vereist) of in lossy geluidskwaliteit met Spotify.

Dustin Wong - Perpetual Morphosis

Dustin Wong - art's excellence 2024Op Perpetual Morphosis lijkt de van Hawaii afkomstige gitarist Dustin Wong zijn werkwijze tot de titel van zijn album te hebben gepromoveerd. De voortdurend in flux verkerende composities bieden weinig structureel houvast. Er zijn geen waarneembare couplet-refrein structuren, dus je kunt je het beste maar gewoon laten meevoeren op de kalme stroom van deze meanderende mind-trip. Misschien wilde hij met deze titel de luisteraar een beetje mentaal voorbereiden op de caleidoscopische soundscapes die hij hen in het relatief korte tijdsbestek van 36 minuren voorschotelt. Als je naar zijn uit zwaar bewerkte cyclische gitaarloops opgebouwde tracks luistert is het lastig te geloven dat alle geluiden die je hoort uit slechts zes snaren (en een enorme stapel effecten) afkomstig zijn. De zeer volle maar desondanks altijd intrigerende klanklandschappen die hij op Perpetual Morphosis schildert doen, bijvoorbeeld in de ruim negen minuten durende track Memory River: Future Composite, ook regelmatig sterk denken aan de abstracte Fourth World collages van Jon Hassell. Maar er zitten ook vervreemdende texturen á la Holger Czukay of Haruomi Hosono in. De innovatieve manier waarop hij teruggrijpt op de associatieve werkwijze van mensen als Hassell en Czukay dwingt bewondering af. Dit is muziek om de muziek, complex maar toch toegankelijk, die echter niet uit is op behagen en die een actieve luisterhouding vereist. Als je je erin onderdompelt kietelt deze muziek zowel je verstand als je ziel. Hoogst aanbevolen!

Luister in lossless geluidskwaliteit naar Dustin Wong met QobuzTidal of Apple Music (abonnement vereist) of in lossy geluidskwaliteit met Spotify.