Watter - This World

Watter - This World

Verfijnde Postrock In Glorieuze Geluidskwaliteit

Het nadeel van een grote muziekcollectie is dat je - als je die op een NAS opslaat althans - vroeg of laat tegen de grenzen van de genre-aanduidingen aanloopt. Want als je een beetje aandacht besteedt aan je metadata ontkom je op een gegeven moment niet aan omschrijvingen als ‘West-Keniaanse Psychedelische Afro-Funk’. En dat werkt niet, dus neem je genoegen met de meer generieke genre-aanduiding ‘World Music’. Ja, dat is een paraplu-begrip, maar ik begin er niet meer aan om nóg dieper te differentiëren… Hetzelfde geldt in zeker zin voor het genre Post-rock. Dat is ‘veelal instrumentale muziek die gemaakt wordt met een rock-instrumentarium, dat echter niet op een rock-achtige manier wordt gebruikt’. Hatseflats! Daar kun je dus ook ongeveer de helft van de instrumentale, wat progressievere rockmuziek onder schuiven. Maar we zijn er nog niet. Een ander houvast is dat Post-rock vaak een typische opbouw heeft. Een track begint zacht en langzaam, en zwelt gedurende een redelijk lange tijd aan tot er opeens een uitbarsting van (gitaar)geweld plaatsvindt, waarna de kalmte ook weer vrij plotseling wederkeert, waarna dat proces zich herhaalt, en herhaalt, en misschien nog wel een keer herhaalt. Steeds net iets anders ingevuld natuurlijk, maar het gaat om de dynamiek. Dat zacht-hard-zacht trucje wordt redelijk vaak gebruikt.

 

Watter - This World Watter - This World

 

Deze inleiding vond ik noodzakelijk omdat het album This World, dat de Post-rock ‘supergroep’ Watter in 2014 afleverde, voor een deel aan de technische specificaties van de Post-rock voldoet, maar daar zo mogelijk nog vaker op meesterlijke wijze van af weet te wijken. Watter bestaat officieel uit drie personen: de multi-instrumentalisten Zak Riles (in het dagelijks leven lid van de band Grails) en Tyler Trotter (vaste gast bij Calfornia Guitar Trio) en drummer Britt Walford (van de even legendarische als mysterieuze Math-rock band Slint). Bij een aantal nummers op dit album spelen gelijkgestemde gasten mee - ook dát is min of meer vaste prik binnen de Post-rock - zoals pianiste Rachel Grimes (Rachel’s) en bassist Tony Levin (King Crimson).

Ceci, n’est pas Post-rock!

De muziek die Watter maakt is slechts met moeite te kwalificeren als pure Post-rock. Album-opener 'Rustic Fog' windt er echter vooralsnog geen doekjes om: hier gaat het over spanningsbogen. Een zacht modulerende, bezwerende elektronische drone en een drummachine zetten de toon, en een aantal goed geplaatste synthesizer-accenten leiden de heerlijk lome drums van Walford in. Er is redelijk veel elektronica te horen (a-typisch voor Post-rock) maar de sfeer is er niet minder om. Ongeveer op de helft van het ruim 7 minuten durende nummer hoor je wat ingehouden gitaarsolo’s en de spanning stijgt, maar tot een uitbarsting komt het niet. Het volgende nummer, 'Lord I Want More', begint zowaar met een nogal folky akoestische gitaar, die een lieflijke, zich herhalende melodie speelt, waarna het heerlijk dromerige pianospel van Rachel Grimes er eigenlijk meer Dreampop van maakt dan Post-rock.

 

Screen-capture uit de officiële clip van Rustic Fog op YouTube Screen-capture uit de officiële clip van Rustic Fog op YouTube

 

Of toch wel?

Het dik 13 minuten durende nummer 'Small Business' is dan weer een bijna stereotype Post-rock track met een lange en repetitieve opbouw die ontaardt in een bulderende storm van geluid, waarna een lang maar ingetogen en uitermate spacey coda volgt. Dat is een mooie opmaat naar 'Bloody Monday', dat rustig en hoopvol voorbijkabbelt op weg richting 'Seawater', opnieuw een lange track waarin de tijd wordt genomen om spanning op te bouwen. Maar ook hier geen echte eruptie, hooguit een versnelling. De afgemeten psychedelische blues die hier gespeeld wordt is echter van het verrukkelijkste soort en noopt tot zachtjes maar resoluut meeknikken met het hoofd. Echt muziek om heerlijk 'in te gaan hangen' en mee te drijven naar weet-ik-veel. Ook de titeltrack, die het album afsluit, geeft weer geen enkele aanleiding tot het predicaat Post-rock. Opnieuw klinkt het eerder folky. Wel bééldschoon overigens, echt een nummer om een weergaloos album op gepaste wijze mee af te sluiten.

 

Uitsnede van de officiële Europese tour-poster Uitsnede van de officiële Europese tour-poster

 

Verklaar U Nader...

Dit is een a-typische recensie geworden. Allereerst omdat ik ervoor van mijn keiharde principe ben afgeweken dat ik géén track-by-track beschrijvingen van de nummers op een album doe. Dat is me té niveautje schoolkrant. Maar de verrassende, niet aan de gewekte verwachting beantwoordende structuur van dit album dwong me ertoe. En ook omdat ik daarom nu pas, in de conclusie, mijn misschien wat gechargeerde punt kan maken: Watter is een Post-rock supergroep die geen Post-rock maakt. Althans, niet wat mij betreft. Wat ze wél maken is hoogkaraats luistermuziek die blijft verwonderen en boeien. Wat daarbij helpt is de glorieuze geluidskwaliteit. En dan bedoel ik geen audiofiel ge-tingeltangel, begrijp me niet verkeerd. Er zit genoeg patina op het spel van de ervaren bandleden om gezamenlijk een gelaagd en kleurrijk, maar vooral nieuw eigen geluid te creëren. De opname is rijk en transparant, met redelijk veel dynamiek en een verrukkelijk live-geluid. Ik realiseer me dat het uit medisch oogpunt niet verstandig is, maar ook voor dit album raad ik een wat hoger luistervolume van harte aan. Vooral het drumwerk van Walford klinkt dan volvet en meesterlijk.

Watter zou trouwens, als de heren weer een ándere traditie in de Post-rock scene volgen, wel eens het eerste en meteen ook het laatste album van deze band kunnen zijn. Het universum van de Post-rock is vergeven van dit soort fel brandende maar snel uitgebluste supernova's. Dat is niet erg, het maakt het wat mij betreft juist een heel spannend genre waar ik me bij tijd en wijle graag in onderdompel. En dan laat ik nu de muziek voor zich spreken...

Luister in Spotify:

Of in lossless Flac via TIDAL (abonnement noodzakelijk):

Watter_Button_620