2013 en muziek - een jaar in 25 releases

In 2012 vatte ik rond deze tijd het voorbije jaar samen in een 25-tal korte muziekrecensies met bijbehorende Spotify-links. De reacties daarop waren talrijk en zó positief, dat we besloten er een traditie van te maken. Daarom ben ik in januari van dit jaar begonnen met het bijhouden van een 'Longlist' waar gave nieuwe albums op terecht kwamen. In de loop van november ben ik begonnen daar een shortlist van ongeveer 20 albums uit te distilleren. Geen 25, want je weet namelijk nooit wat de maand december nog aan geweldige muziek brengt! Die shortlist werd vlak voordat ik met deze vrij omvangrijke schrijfklus begon nog uitgebreid met vijf definitieve keuzes uit een wat langer lijstje van overgebleven kanshebbers.

De eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat een aantal albums die in deze nieuwe jaarlijst staan al eerder aan bod zijn gekomen in mijn to-the-MAX columns. Een beetje dubbelop, maar omdat mijn mening over de albums niet is veranderd is het logisch dat ze nu toch in deze lijst terecht zijn gekomen. Je moet het me maar vergeven als de teksten bij die albums wat overeenkomsten blijken te vertonen.

Op de valreep van 2013 is er trouwens ook nog een technische innovatie: elke mini-recensie heeft een Play Button gekregen waar abonnee's van Spotify het complete album mee kunnen beluisteren. Klik daarvoor simpelweg op het Play-pijltje. Skippen naar de volgende (of vorige) track wijst zichzelf. Vergeet niet om ook nog even helemaal naar beneden te scrollen, want daar staat een Spotify Playlist met 25 losse tracks, van elk album één. Leuk als eerste kennismaking tijdens het lezen van de recensies.

Ik wens iedereen een gezond en prettig en ongelooflijk muzikaal 2014 toe! Tot volgend jaar!

 

Ulrich Schnauss - A Long Way To Fall

Deze Berlijnse muzikant annex producer levert met A Long Way To Fall zijn meest complexe, maar tegelijkertijd misschien ook wel zijn meest toegankelijke album af. En dat laatste wil wat zeggen, want zijn eerdere werk was al niet bepaald lastig te verteren. Wat A Long Way To Fall zo geweldig maakt is de wat transparantere productie die veel meer diepte en dynamiek bevat dan zijn oudere albums. Dit is een perfect voorbeeld van moderne, melodieuze elektronische muziek die door zijn avontuurlijke composities en geweldige geluidskwaliteit een warme, emotionele muzikale belevenis aan de luisteraar schenkt. Schnauss beheerst zijn instrumenten op hoog niveau en weet zijn vertelsels laag na zweverige muzikale laag op een briljante manier over en onder elkaar te schuiven, zodat je als luisteraar steeds nieuwe details blijft ontdekken. En hoewel luisteren op een mooi full-range hifi systeem beslist de voorkeur geniet is dit er stiekem ook wel eentje voor onder een (goede!) hoofdtelefoon.

 

Dhafer Youssef - Birds Requiem

Als deze jaarlijst alleen maar over jazz zou gaan was dit zonder twijfel mijn favoriete album van 2013 geweest. Wat de Tunesische Oud-speler met de engelenstem op Birds Requiem laat horen is van zo’n ongelooflijke schoonheid dat ik er niet naar kan luisteren zonder vochtige ooghoeken te krijgen. Hij brengt zonder een spoor van kunstmatigheid elementen uit Jazz, Noord-Afrikaanse muziek en Soefisme samen in een magische mix die bijna een eigen genre is geworden. Voor zijn debuut op het legendarische OKeh-label schuiven onder anderen Eivind Aarset (gitaar) en Nils Petter Molvær (trompet) aan. De muziek heeft een los karakter, bijna niet gecomponeerd, als een jamsessie waarvan je wil dat hij nooit zal ophouden. Maar schijn bedriegt, hier worden intrigerende composities uitgevoerd. Mijn persoonlijke favoriet is de track Ascetic Mood, hoewel ik dan weer het gevoel heb dat ik de andere tracks daarmee tekort doe. Heerlijk album, en fantastisch opgenomen op de koop toe.

 

Jacco Gardner - Cabinet Of Curiosities

Als je anno 2013 een album maakt dat de 60’s als muzikaal uitgangspunt heeft val je daar niet eens meer zo heel erg mee op in Nederland. Als het echter je debuut is en je bent amper 25 dan begint het bijzonder te worden. Jacco Gardner won afgelopen jaar dan ook zo’n beetje alle muziekprijzen die er te winnen zijn. Cabinet Of Curiosities is precies wat de titel belooft: een enorme kast vol vreemde dingen waar je jezelf steeds eventjes in opsluit om heerlijk rond te dwalen. Zo’n beetje alle soorten (voornamelijk Britse) psychedelica uit de latere jaren ’60 komen aan bod op dit briljante album dat - op de drums na - helemaal door Gardner zelf is ingespeeld. En hij heeft zich niet alleen het muzikale idioom goed eigengemaakt, hij weet ook klankmatig perfect de juiste toon te treffen. Weliswaar met de hulp van studioveteraan Jean Audier (o.a. Q65 en Golden Earring) die met een enorm arsenaal aan vintage-apparatuur de pre-mastering verzorgde, maar juist die mix van oude techniek en moderne recorders maakt dat dit album een heerlijk transparante authentieke klank heeft. Pareltje om te koesteren.

 

True Widow - Circumambulation

Als je het eerste nummer van dit album beluistert en het dan terzijde legt wegens ‘wel eens eerder gehoord’ doe je jezelf tekort. Als je van rammelende, zich sludgy voortslepende shoegaze-rock houdt moet je dit album echt een paar luisterbeurten gunnen. In de Engelse taal hebben ze hier de fraaie uitdrukking “it grows on you” voor. Vooral op de momenten dat gitarist/zanger D.H. Phillips even zijn verrukkelijk naargeestige waffel houdt en de vocalen van bassiste Nicole Estill zich langzaam in je hersenkronkels nestelen raak je verslingerd aan dit enigszins botte meesterwerk. Vooral het pikzwarte Trollstigen (dat je bij voorkeur op atoombomkracht moet draaien) galmt op mijn kantoor regelmatig uit de luidsprekers. De geluidskwaliteit valt onder de categorie ‘passende productie’. Als een natte krant dus… Maar dit soort muziek moet om redenen van geloofwaardigheid nu eenmaal blubberig klinken. Wollig, volvet, en een tempo dat zo strak is als een door een stomdronken piraat met één been gedanste horlepiep. Maar jongens wat een heerlijk therapeutisch plaatje is dit zeg…

 

Jonathan Wilson - Fanfare

In 2011 liet ik me - geheel tegen mijn principes - nog verleiden tot het uitroepen van een ‘beste album’ van dat jaar. Ik vind muziek namelijk geen wedstrijd, en in tegenstelling tot de wat hijgerige manier waarop veel muziekredacties middels jaarlijstjes hun verantwoording afleggen in een orgie van onbeschaamde gelijkhebberigheid noem ik gewoon de vijfentwintig albums die me het afgelopen jaar het best bevielen. Zonder dubbele agenda of commerciële bijbedoelingen. Waarom deze disclaimer? Omdat ik voor 2013 theoretisch (let op dat woord: theoretisch) bij dezelfde artiest uit zou komen als in 2011 als ‘winnaar’. Toen was het Gentle Spirit van Jonathan Wilson dat vanwege zijn ongelooflijk relaxte en meesterlijk uitgevoerde seventies/west-coast sfeertje met de eer ging strijken. Dit jaar is het zijn nieuwe album Fanfare dat kans zou maken op de hoogste plaats van de ranglijst. Waarom? Als ik dat op mijn gemak zou gaan uitleggen had ik aan één mini-recensie niet genoeg. Daarom beperk ik me tot de misschien wat cryptische uitspraak dat Fanfare nog steeds vol staat met die relaxte seventies/westcoast psychedelica, maar wel op alle punten beter is dan Gentle Spirit. Daar hoef je het op voorhand niet mee eens te zijn natuurlijk, maar luister zelf maar…

 

Ólafur Arnalds - For Now I Am Winter

De IJslandse componist Ólafur Arnalds blinkt uit in het schrijven van transparante en toegankelijke melodieën die op het eerste gehoor simpeler zijn dan ze op het derde of vierde gehoor blijken te zijn. Zijn grotendeels instrumentale muziek is niet erg bekend en dat is nogal onrechtvaardig. Eenvoud in de muziek, maar dan perfect uitgevoerd, is in de pop een zeldzaam goed vandaag de dag. Dat hij die kunst beheerst heeft hij op een stuk of zeven albums en een handjevol soundtracks inmiddels wel bewezen. Misschien dat hij zich daardoor gesterkt voelde in het verlangen om een keer een klein beetje uit de band te springen. Op For Now I Am Winter trekt hij op sommige tracks redelijk fel van leer. Voor zijn doen dan, het wordt nergens bruut of grofstoffelijk, alles blijft weldoordacht. Toch komen de nogal heftige elektronische drums op Brim als een eerste verrassing en doet de vervorming (!) op de kickdrum in het prachtige This Place Was A Shelter me zelfs de wenkbrauwen fronsen. De zang van landgenoot Arnor Dan, op vier van de tracks, heeft een heel klein beetje dat ijle wat tegenwoordig in de radiovriendelijke dubstep hoogtij viert (denk aan James Blake) en mede daardoor is het een smaakvolle en authentieke plaat geworden. Echt een heerlijk album om te draaien als buiten de sneeuw neerdwarrelt terwijl binnen de verwarming loeit.

Een kleine waarschuwing voor wie hem op Spotify gaat beluisteren: vanaf track 13 geeft Arnalds zelf met een nogal aandoenlijk Engels accent een toelichting op elk van de de songs… Leuk voor de completist, maar ik zou ze even uit je playlist schrappen bij de eerste beluistering.

 

Airhead - For Years

De naam James Blake is al eerder gevallen, en hoewel zijn album Overgrown (wegens overexposure elders) niet in mijn jaarlijstje staat is zijn muziek wel degelijk de maatstaf voor toegankelijke dubstep met hit-appeal, maar waarin voor de ‘gevordere’ luisteraar echter voldoende pure, hoogkaraats kwaliteit schuilgaat om er ongegeneerd van te kunnen genieten. Airhead is het project van Rob McAndrews, de Londense producer die bij gelegenheid ook in de begeleidingsband van James Blake speelt. Alleen laat hij op For Years de zorgvuldig gedoseerde terughoudendheid die Blake nog enigszins toepast helemaal varen. En zo wordt het een zeer divers album, vol muzikale ontdekkingen en verborgen schatten die zich pas na een tijdje aan je openbaren. Elektronische klanken worden gemengd met gitaar en zang (van de ongetwijfeld lieftallige Catherine Okada) en dat levert een prettig totaalgeluid op. De tweede helft van het album is wat experimenteler en dat James Blake daar zelf ook niet vies van is bewijst hij met een meesterlijke instrumentale gastbijdrage aan de één-na-laatste track, Lightmeters. Geen gemakkelijk album als je het voor het eerst hoort, maar in de praktijk blijken dat juist de platen te zijn die jarenlang bij je blijven en regelmatig een draaibeurt krijgen. Daar hoefde ik bij Airhead niet lang over te twijfelen: jaarlijstjeskandidaat vanaf de…eh…derde draaibeurt!

 

The Legendary Pinkdots - The Gethsemane Option

Zelfs voor veel doorgewinterde liefhebbers van onvervalste psychedelica zijn The Legendary Pinkdots een goed bewaard geheim. Deze van oorsprong Engelse band week in de jaren 80 van de vorige eeuw uit naar Nijmegen, omdat ze het repressieve culturele beleid van Margaret Thatcher beu waren. In de loop der jaren zijn er nogal wat personeelswisselingen geweest, maar frontman/dichter/componist Edward Ka-Spel en toetsenman Phil Knight (de oprichters) zijn altijd van de partij geweest. De band van deze twee Britse psychonauten wordt alweer een tijdje gecompleteerd door de Nederlandse gitarist Erik Drost en vaste geluidsman Raymond Steeg. Het was ook Steeg die dit waarschijnlijk duizendste album van de band (ze zijn, zelfs voor de fans, gekmakend productief) van zijn warme, transparante geluid heeft voorzien. Het tempo is over het algemeen vrij traag, de sfeer broeierig maar weids, en het klaaglijke stemgeluid van Ka-Spel jammert de door hemzelf geschreven bizarre vertellingen als vanouds rechtstreeks je benevelde brein in. De ervaring heeft me geleerd dat deze muziek over het algemeen ook voor de 'nuchtere medemens' zéėr goed te verteren is. The Gethsemane Option is daar, op de nogal vervreemdende hoesafbeelding na misschien, geen uitzondering op. Gemakkelijk is het allemaal niet, maar als we dat wilden luisterden we wel de hele dag naar Radio 100%NL, nietwaar?

 

FaltyDL - Hardcourage

Stel je een combinatie voor van de sfeer op de Selected Ambient Works deel 2 cd van Aphex Twin en een op hol geslagen jaren-80 Roland TB303/TR808 set. Meng daar het meest ranzige jaren-80 sausje door dat je bij het ontdooien van je muzikale vriesvak, als een soort gletsjervondst, ergens helemaal achteruit tevoorschijn hebt getrokken, en je hebt de voornaamste ingrediënten voor dit onweerstaanbare retrospectieve album. Net als de afbeelding op de albumhoes heeft de elektronische muziek een nogal weird zomers karakter. Als je goed luistert hoor je karrevrachten aan jaren-80 samples en andere geluidjes uit die tijd voorbijkomen, maar je kunt nergens precies de vinger op leggen. Het ontspruit allemaal aan het brein van de New Yorkse producer Drew Lustman (inderdaad, de DL uit de bandnaam), die echt een heel vreemd sfeertje weet neer te zetten. Een redelijke dosis Kraftwerkiaanse simpliciteit maakt het feest-der-net-geen-herkenning compleet. Recht-toe recht-aan minimale dansmuziek met jazz-invloeden hoor je ook op dit album, en de geur van de wat kale, afstandelijke funk van Prince in zijn jongere jaren hangt als een soort ijle mist om sommige tracks heen. Een album dat meerdere luisterbeurten nodig heeft om je bewondering af te dwingen, maar dan kruipt het onder je huid. Niet de meest innovatieve plaat van 2013, maar ruimschoots goed genoeg om in dit lijstje te eindigen.

 

Ocoeur - Light As A Feather

In de ‘Elektronische Muziek’ is net zoveel te ontdekken als in andere generieke genres als ‘Jazz’ of ‘Pop’, waarbinnen ook zéér uiteenlopende stijlen te vinden zijn. Het gaat in de Elektronica van vette trance tot ijle ambient, en van speelse minimal tot hakkende industrial. En mengvormen daarvan. Dit album zit op zo’n kruispunt van vele subgenres. Achter het project Ocoeur gaat muzikant/producer Frank Zaragoza schuil en dit album (zijn debuut) is er één om in te lijsten. De warme zweverigheid, de kristalheldere melodielijnen en de knerpende, glitchy ritmes maken dit tot een heerlijke klankvijver, waarin je loom op een bootje kunt ronddrijven terwijl je van sfeer naar sfeer glijdt. Het contrast tussen het dromerige Arrêt Sur Image en de onderkoelde dance-beat van Astral Projection geeft in een notendop aan met hoeveel zorg de individuele composities zijn geconstrueerd. Dit is een album dat ik gerust een hele dag op repeat loeihard door de kamer kan laten schallen. Er is zoveel afwisseling en er zijn zoveel laagjes in de verfijnde arrangementen dat ik telkens weer iets nieuws ontdek. Een geniaal album dat veel meer aandacht had mogen krijgen. Hierbij opnieuw in de aanbieding dus. Pik in, het is winter!

 

Matmos - The Marriage Of True Minds

In de aanloop naar The Marriage Of True Minds voerden Drew Daniel en MC Schmidt van Matmos diverse parapsychologische laboratorium-experimenten uit waarbij ze de plannen voor hun nieuwe album telepatisch probeerden over te brengen op testpersonen. De deelnemers aan dit experiment waren tijdens de sessies afgesloten van zintuiglijke prikkels. Na afloop vertelden ze wat ze meenden te hebben ‘gevoeld’. Die verslagen vormden de basis voor de muziek die op dit album terechtkwam. Je moet er maar opkomen. Gelukkig hoef je deze achtergrondinformatie niet te onthouden, want in de praktijk merk je er bij het beluisteren van The Marriage Of True Minds niet zoveel van. Hoewel… De muziek is elektronisch en behoorlijk experimenteel van karakter. Geen piep-knor herrie trouwens, er zit wel degelijk melodie en structuur in de tracks, maar niet bepaald iets voor Radio 3 zullen we maar zeggen... De enorme hoeveelheid samples, gevonden geluiden en bizarre ritmes zorgt echter voor een opwindend luisteravontuur, en de productie is meer dan voortreffelijk. Sommige geluidseffecten werken alleen als je het album via luidsprekers beluistert, maar voor de bezitters van een bovengemiddeld goede hoofdtelefoon is er echt méér dan genoeg waanzin in de mix verstopt.

 

Ulver - Messe I.X - VI.X

Ulver ('Wolven' in het Noors) is zo'n band waarvan je nooit weet uit welk vaatje ze op hun volgende album zullen gaan tappen. In een ver verleden maakten ze brute deathmetal, maar wisselden die af met meer experimentele akoestische muziek. Van die zware metalen lijken ze met ieder nieuw album meer afstand te nemen. In het geval van Messe I.X - VI.X zou je, wat de gekozen stijl betreft, zelfs eerder van een nogal duistere soort semi-akoestische ambient kunnen spreken. Echte strijkinstrumenten en piano worden aangevuld met allerlei vage elektronische samples van  geluiden die lijken op te borrelen uit de schacht naar de onderwereld. De klassiek aandoende thema's en de 'enge geluiden' maken dit een fraaie maar beklemmende soundtrack voor een niet-bestaande griezelfilm. Ook als het tempo wat omhoog gaat en de arrangementen drukker worden blijft er een soort desolaat gevoel hangen. De vervreemding is het sterkst in de track Noche Oscura Del Alma, waar je beslist niet in het donker naar moet luisteren als je zwakke zenuwen hebt. De titel van het album mag dan de suggestie wekkend dat hier een mis wordt. opgedragen, maar dan wel een waarbij het kruis ondersteboven hangt en de voorganger overduidelijk demonische trekjes vertoont. Niet erg gepast misschien voor een jaarlijstje dat onvermijdelijk rond de Kerst verschijnt, maar dit is gewoon een ijzersterk album dat zéér tot de verbeelding spreekt en alleen al daarom in mijn jaarlijst thuishoort.

 

Baths - Obsidian

Ook weer geen hapklare brok dit, maar wát een fijne plaat. Voor zijn 'moeilijke tweede album' putte muzikant en producer Will Wiesenfeld uit de frustraties die hij opliep gedurende een lange periode waarin hij, door ziekte aan bed gekluisterd, te zwak was om muziek te maken. Eenmaal weer op krachten gekomen produceerde hij schijnbaar moeiteloos dit meesterlijke album, waarop relatief softe dansritmes worden gemengd met een verrukkelijk sfeertje van zomers optimisme. Zijn wat lichte en hese stemgeluid contrasteert fijn met de broeierige atmosfeer en de krakerige ritmes. Het is, en niet eens zo heel erg diep onder de oppervlakte, stiekem een onvervalst romantisch liedjesalbum (met absolute pareltjes als het nummer Ironworks), vol hoop en optimisme, maar met voldoende gruizigheid en eigenwijsheid om naast het hart ook het hoofd aan te spreken. Het album is doordrongen van een bepaalde claustrofobische klankkleur die ik altijd associeer met laptop-artiesten (wat in het geval van Wiesenfeld ook klopt), maar er zit genoeg 'ademruimte' in om het geheel tot een zeer plezierige luisterervaring te maken. Een absolute must voor de liefhebbers van hoogkaraats experimentele indie-pop met een sterke elektronische twist.

 

CFCF - Outside

Van alle albums waarvan ik wist dat ze in 2013 gingen uitkomen was dit één van de meest gretig verwachte nieuwelingen. Nadat de Canadese producer Mike Silver ons eerder dit jaar en eind vorig jaar verwende met twee fantastische, grotendeels instrumentale EP's (het dromerige Exercises en het vrij zakelijke Music For Objects) kruipt hij op zijn tweede volledige album weer  eens wat prominenter achter de microfoon. In eerste instantie lijkt zijn niet bepaald krachtige stemgeluid de aandacht af te leiden van wat er muzikaal allemaal gebeurt, maar Silver is een meester in het samenbrengen van elementen die elkaars sfeer versterken. Zijn zanglijnen herinneren, geholpen door de gekozen klanken, op aandoenlijke wijze een beetje aan de elektronische popmuziek van de late jaren '80 en vroege jaren '90, maar zijn muziek als geheel klinkt toch vooral tijdloos. Het album kabbelt relatief rustig door, er zijn geen echt heftige uitschieters, maar dat wil niet zeggen dat er geen hoogtepunten zijn. Mijn persoonlijke favoriet is The Crossing, een heerlijk pakketje schaamteloze pop-fusion dat een mengeling is van alles dat fout was aan de jaren '80. Maar ondertussen klinkt het wel als een klok en voor de bezitters van een full-range geluidssysteem zit er ook nog eens een verrukkelijk putdiep laag in. Een heel erg fijn album dat aan warme zaterdagavonden in een zomer uit mijn jeugd doet denken.

 

Marsen Jules Trio - Présence Acousmatique

De muziek van Marsen Jules (artiestennaam van de Duitse componist Martin Juhls) ken ik sinds 2006, toen ik min of meer bij toeval zijn album Les Fleurs in handen kreeg. Hij maakt nachtelijke muziek waarin een grote rol is weggelegd voor de vibrafoon, maar dan wel voorzien van een flinke laag effecten. De sfeer is meestal melancholiek en vervuld van een onbestemd verlangen. Ook op Présence Acousmatique, zijn zevende alweer, is er die donkere ondertoon. Voor dit album nodigde hij de broers Anwar en Jan-Phillip Alam uit. Hun bijdragen op viool en cello geven de muziek een nóg organischer geluid en de twee gastoptredens van Dictaphone’s Roger Döring op saxofoon - luister naar het beeldschone Histoire de la Nuit - zijn ook fantastisch. De mix van akoestische en elektronische instrumenten doet regelmatig sterk aan het oudere werk van Harold Budd denken (Lovely Thunder bijvoorbeeld…). Het is onmogelijk om de losse tracks van dit album individueel te beschrijven. Je moet gewoon vooraan beginnen en het maar laten gebeuren. Over vooraan beginnen gesproken: hij opent dit album met een nieuwe bewerking van het nummer Œillet Sauvage, dat ik al kende van (en dan is de cirkel weer rond) Les Fleurs. Luistertip: zet dit album in hoge kwaliteit op een iPod of een andere goede muziekspeler, kies een goede hoofdtelefoon en maak, met deze muziek als soundtrack, een flinke nachtelijke wandeling door de stille buitenwijken van je stad. Erg fraai…

 

Darkside - Psychic

Je kent ze wel. Van die albums die je uitkiest op het hoesje. Mijn eerste kennismaking met Psychic van Darkside, in een platenwinkel, verliep precies zo. Toen ik het uit de bak tevoorschijn trok om het wat beter te bekijken maakte de verkoper een opmerking die me er onmiddellijk van overtuigde dat ik deze release moest hebben. Hij vertelde me namelijk dat één van de twee muzikanten van dit gelegenheidsduo Nicolas Jaar is. Jaar bracht in 2011 het geniale album Space Is Only Noise uit, dat het met twee vingers in de neus tot mijn jaarlijst had geschopt. Op Psychic werkt hij samen met gitarist Dave Harrington, die mij tot dit album overigens volkomen onbekend was. Affijn, zo’n album was het dus, maar het kwam op een stapeltje te liggen dat door drukte en door conflicterende prioriteiten vrij lang onaangeroerd bleef. Ach, wat had ik een medelijden met mezelf toen ik het uiteindelijk toch een keer draaide. Want het bleek een fantastisch album te zijn. Wát een sfeer, wát een inventiviteit, en wát een sound! Het is elektronisch, maar ook weer niet, het zijn liedjes, maar ook weer niet, het is een rockplaat, maar ook weer niet. Het is alles, maar ook weer niet. Ook dit is zo’n uniek album dat ik het gerust de hele dag op repeat kan laten draaien, en bij de tiende draaibeurt heb ik dan nog steeds goeie zin. Sterker nog, die wordt er alleen maar beter op.

 

Oneohtrix Point Never - R Plus Seven

Oneohtrix Point Never is een van de vele eenmansprojecten van Daniel Lopatin, een producer/componist uit Brooklyn. Onder deze even lastig te onthouden als uit te spreken naam maakt hij hedendaagse elektronische muziek met een smakelijk retro-sausje. Hij weet op dit album meer dan ooit een bewonderenswaardige balans te vinden tussen structuur en melodie, waarbij hij - en dat is eigenlijk wel zijn handelsmerk, ongelooflijk sterke spanningsbogen bouwt. Repeterende thema's lossen precies op het juiste moment op, en de geluiden die hij gebruikt zijn altijd warm en op de een of andere manier heel herkenbaar, hoewel je er nooit achter komt waar je ze ook alweer eerder hebt gehoord. R Plus Seven is volgens mij zijn absolute meesterwerk. Een optelsom van ervaring en voortschrijdend inzicht, waarbinnen hij de ene keer dwars en hoekig klinkt, om er soms nog in hetzelfde nummer opeens de meest boterzachte ambient achteraan te plakken. Een album dat je het liefst van de eerste tot de laatste noot wil horen, een geweldige trip door de bizarre muzikale speeltuin in het hoofd van Daniel Lopatin. Weergaloos!

 

Mazzy Star - Season Of Your Day

En toen was daar toch nog vrij onverwacht dit album, waarvan fans inmiddels al hadden aanvaard dat het waarschijnlijk nooit meer zou verschijnen. Zeventien (!) jaar geleden leverde deze band rond zangeres Hope Sandoval en gitarist David Roback haar laatste album af (So Tonight That I Might See), en daar moesten de fans sindsdien op teren. Eerder dit jaar verscheen tot ieders stomme verbazing echter opeens de aankondiging dat er iets nieuws in de pijplijn zat. De productie van Season Of Your Day nam (met lange tussenpozen) zó veel tijd in beslag dat er zelfs opnames in zitten verwerkt van muzikanten die ondertussen al lang zijn overleden (Will Glenn en Bert Jansch). Dat geeft beslist een soort spookachtig tintje aan de prachtige muziek, iets waar de melancholieke ondertoon van de folky arrangementen beslist ook aan bijdraagt. Echt somber wordt het trouwens nooit, er is altijd licht aan het eind van de tunnel. Maar dit is desondanks geen plaatje om te draaien als je behoefte hebt aan een mentale opknapbeurt. Met Season of Your Day laat Mazzy Star opvolgers als Beach House en Bat For Lashes horen hoe échte melancholieke dream-pop wordt gemaakt. Mazzy Star is de bron waar alle troonpretendenten uit hebben gedronken, daar twijfel ik geen moment aan...

 

Antonymes - There Can Be No Beauty Without Decay

Ian M. Hazeldine van Antonymes maakte in 2011 zijn laatste volledige album (The License To Interpret Dreams), dat vol staat met melancholieke neo-klassieke ambient, waarin spaarzaam gespeelde pianoakkoorden op schier achteloze wijze worden neergezet in langzaam aanzwellende elektronische klanklandschappen. Die bloedmooie stijl heeft hij voor deze nieuwe plaat gelukkig niet verlaten, al heb ik wel de indruk dat hij op There Can Be No Beauty Without Decay meer nadruk op de sfeer legt dan op muzikale structuur. De meeste tracks zijn erg los van opbouw, wat een bijna hypnotiserend effect heeft. Als er niet met regelmaat onverwachte geluiden uit de mistige mix maar voren zouden komen was dit een heerlijk plaatje om bij in slaap te vallen en zoete dromen te dromen. Maar Hazeldine weet precies genoeg afwisseling in te bouwen om de aandacht van de luisteraar vast te houden. Soms rekt hij noten zo lang dat het wachten op de volgende bijna pijn doet, maar dat maakt het luisteen naar dit prachtige album alleen maar intenser. Zulke muziek zul je waarschijnlijk nooit op de radio horen, maar ergens is dat ook wel goed.  Antonymes mag van mij een insidersdingetje blijven, hoe zeer ik meneer Hazeldine zijn verdiensten ook gun. Laten we dit koesteren en er in gedempte woorden met elkaar over fluisterjubelen.

 

Boards Of Canada - Tomorrow's Harvest

Samen met een handvol andere nieuwe albums (denk bijvoorbeeld aan Daft Punk of Arcade Fire) behoort Tomorrow’s Harvest van Boards of Canada tot meest gehypte releases van 2013. En daar schuilt altijd een bepaald gevaar in. Je kunt de verwachting ook té hoog opdrijven. Soms valt het resultaat dan mee (Daft Punk vind ik erg goed te doen), soms valt het resultaat dan tegen (Arcade Fire vind ik pretentieuze rommel). Gelukkig sloeg de balans voor Boards of Canada al bij de eerste luisterbeurt meteen door naar ‘Oké’. Na de ongelooflijk retro aandoende fanfare aan het begin van de eerste track - die doet denken aan de aankondiging van een nieuwsuitzending in de jaren ’50 - barst een veelkleurig vuurwerk van half ontstemde, rafelige, mank voortkreupelende elektronica los, waar dit Schotse duo patent op lijkt te hebben. De stijl die ze voor zichzelf hebben ontwikkeld is bijna een genre op zich geworden, en ook hier is die meteen herkenbaar. En toch weten ze album na album iets nieuws te maken dat verrast en overtuigt. Als er op Tomorrow’s Harvest één track is die hun stijl perfect samenvat is dat Nothing Is Real. Maar beperk je niet tot dat nummer. Ik weet niet hoe ze het voor elkaar krijgen, maar elk album van Boards of Canada voelt een beetje als thuiskomen in je ouderlijk huis, een terugkeer naar de warme herinneringen aan vroeger. Echt zo’n album dat je in de auto moet draaien als je door de pastelkleurige avondschemer van een mooie dag in November helemaal nergens naar op pad bent.

 

Tunng - Turbines

Als je op internet informatie zoekt over deze Britse band kom je al snel achter dat kernleden Sam Genders en Mike Lindsay hun carrière begonnen met het maken van soundtracks voor soft-porno films. Ach…er moet brood op de plank komen, nietwaar? Om te ontkomen aan de onvermijdelijke anonimiteit die componisten van dat soort muzak doorgaans ten deel valt kozen ze na verloop van tijd een nieuwe richting. Ze mengden een typisch Britse folksound (gitaar en ‘gevoelige’ zang à la Nick Drake) met analoge elektronica, percussie en de meest uiteenlopende samples. De recensenten zaten met de handen in het haar toen het eerste album van Tunng uitkwam, want het paste in geen enkel genre. Het zou best kunnen dat toen de naam Folktronica is bedacht. Wat de muziek van Tunng zo ongelooflijk spannend maakt is dat ze de balans akoestisch en elektronisch perfect in evenwicht weten te brengen. Ook op Turbines, hun zesde album alweer, is het genieten geblazen. Er hangt een prettig soort huiskamer-sfeertje om de muziek, die me daardoor aan vroeger doet denken, terwijl de spaarzame synthesizer-sounds een vanzelfsprekend soort geestverruiming brengen. De opnamekwaliteit varieert een beetje, van behoorlijk goed tot uitstekend, en zelfs dát past bij het niet-alledaagse, polychrome karakter van het album. Fijn muziekje dit…

 

The Besnard Lakes - Until In Excess, Imperceptible UFO

Ik weet nooit of ik de bandnaam van dit Canadese kwartet nu op een soort geaffecteerde pseudo-Franse manier moet uitspreken of dat ik er toch iets Engels van moet maken. Dus hou ik het meestal op een wat besmuikte combinatie van beide. Hetzelfde met de albumtitel. Dit soort Bowie-achtige cut-up poëzie kan ik niet onthouden hoor, het lijkt wel een uitspraak van Master Yoda… Dus heet dit album bij mij ‘iets met Ufo, dan vind je het wel…’ En die beschrijving heb ik nogal eens nodig gehad, want dit is zo’n bandje dat ik stiekem aan heel wat mensen heb aangeraden. Hun uiterst zorgvuldig in elkaar gezette songs bestaan meestal uit en muur van geluid waar allerlei vage, dieper liggende lagen op verschillende plaatsen door het volledig dichtgepleisterde oppervlak tevoorschijn komen. Het is tegelijkertijd onweerstaanbaar lichtvoetig, dat is de prachtige paradox die hier in zit. Het wordt zwaar aangezet, maar onderhuids zijn het allemaal pop-diamantjes van een ongelooflijke zuiverheid. Als je op zoek gaat naar muzikale invloeden moet je de ene keer aan Pink Floyd denken (zoals in The Specter), dan weer aan een andere proggy jaren-70 band. Hoewel ik de kans klein acht dat dit album je bij de eerste beluistering niet pakt dring ik echt aan op meerdere luisterbeurten. Pas als je de wollige, bijna obscure mix helemaal hebt doorgrond ga je de volledige schoonheid erachter zien, en weet je waarom dit album in deze lijst staat.

 

Zomby - With Love

Zomby brengt dit album uit op het prestigieuze 4AD label, waar je vroeger kwaliteitsacts als Cocteau Twins, Throwing Muses en Dead Can Dance kon vinden. Muziek uitbrengen op dit label geeft vandaag de dag nog precies hetzelfde onkreukbare kwaliteitsstempel als toen. 4AD heeft altijd een fijne neus voor talent gehad, en de filmische kruising tussen vuige Dubstep, weerbarstige Drum ’n' Bass en vervreemdende grootstedelijke R&B die de mysterieuze Zomby maakt spreekt zelfs mensen aan die niet zo’n hoge pet van bovengenoemde genres ophebben. In navolging van genre-broeder Burial treedt Zomby slechts zeer sporadisch, en altijd gemaskerd, in de openbaarheid. Maar in tegenstelling tot Burial weet nog steeds niemand wie de man (of vrouw?) achter het masker van Zomby in werkelijkheid is. Ergens vind ik dat wel charmant. De muziek voor zichzelf laten spreken en als persoon helemaal buiten de mallemolen van hijgerige fans en uitputtende promotie-corvee blijven. With Love is enerzijds een vrij woeste vrijdagavondplaat die je draait voor je met vrienden op stap gaat, maar anderzijds ook een album dat je zittend en met stijgende verbazing kunt beluisteren. Als je het maar op een redelijk hoog volume doet, want dat komt de impact beslist ten goede. Een beste track is moeilijk aan te wijzen, maar het naargeestige en opzwepende Overdose is zeker een van de hoogtepunten van het album.

 

Goldfrapp - Tales Of Us

Alison Goldfrapp zong ooit op het debuutalbum van Tricky, en daar hield ze via omwegen de mogelijkheid aan over om in 2000 als duo met Will Gregory, maar onder haar eigen naam, een album op te nemen. Dat werd Felt Mountain, inmiddels een genreklassieker binnen de TripHop. Het is een prachtig album vol halve soundtracks van niet bestaande spaghettiwesterns, dat klinkt alsof het is volgespeeld door een in ongeneeslijke melancholie vervallen jaren-50 orkest. De albums die daarna kwamen konden me niet zo bekoren. Vooral broeierige elektro waar de sex op een nogal ranzige manier vanaf droop en een slaapverwekkend akoestisch folk-achtig album, als ik het even heel kort mag samenvatten. Dat zal voor anderen ongetwijfeld een reden zijn geweest om ze wél te kopen, maar mijn ding was het niet meer. Daarom kwam Tales Of Us als zo’n ongelooflijke verrassing. De kalme, prachtig gearrangeerde liesjes die vol obscure literaire verwijzingen zitten zijn stuk voor stuk prachtig. Met Tales Of Us heeft Goldfrapp zichzelf opnieuw uitgevonden, en keert het duo terug naar de muziek waar het allemaal mee begon. En met de tussenliggende jaren aan ervaring in de achterzak levert dat een werkelijk prachtig album vol schitterende donkere liedjes op. Gaat dat luisteren!

 

Julia Holter - Loud City Song

Toen ik voor het schrijven van deze lijst die van vorig jaar er nog eens bij pakte merkte ik op dat daar twee artiesten in staan die in 2013 ook in het muzikale jaaroverzicht terugkomen. De eerste is CFCF, de tweede is Julia Holter. Haar album Ekstasis omschreef ik vorig jaar als een mengelmoes van klassiek, avantgarde, psychedelica, elektronica, pop en folk, en ook op haar nieuwe album doet ze haar uiterste best om buiten elke genre-aanduiding te vallen. Het verschil is dat de thematische sfeer die ze toen in de muziek wist te leggen voor Loud City Song van pastoraal is omgeslagen naar grootstedelijk. Nog steeds ondoorgrondelijk, tegendraads en wars van muzikale conventies, maar écht een ander album. Dat komt vooral door die sfeer, maar misschien zit het hem ook in het wat prominentere gebruik van jazzy arrangementen, of het grotere klankenpallet dat ze gebruikt. Loud City Song is namelijk haar eerste album dat ze niet in de slaapkamer heeft gemaakt. Dit album is in een echte studio opgenomen, en ze heeft dankbaar gebruik gemaakt van de betere technische mogelijkheden die dat bood, dat is goed te horen. Het is een diep, caleidoscopisch album dat je gemoed tijdens het luisteren alle kanten op slingert, maar dat aan het eind een verrassend coherent avontuur blijkt te zijn geweest…

 

Playlist

Deze Spotify Playlist samengesteld uit 25 tracks, één van elk album. Hij kan gebruikt worden om je leesplezier te vergroten, of gewoon om lekker naar te luisteren als je met je buik omhoog ligt bij te komen van een copieuze kerstmaaltijd.

[embed light height="700" width="620"]http://open.spotify.com/user/1117892144/playlist/3M4IKh187dto7dadPcU8yz" width="300" height="380" frameborder="0">