Objectiviteit en blind testen in de hifi

Hoe objectief moet een recensie zijn?

Jazeker! Het is weer eens tijd om de zeepkist af te stoffen en erop te klimmen voor een to the MAX betoog. 

Zoals gebruikelijk - mag ik inmiddels wel zeggen - begint deze gedachten-explosie in een Facebookgroep. Facebookgroepen die zich bezighouden met hifi zijn zo’n beetje de nieuwe hifi-forums. Meningen worden er net zo hard verward met feiten en de toon is er vaak net zo ongenuanceerd. Ik kwam via zo’n Facebookgroep terecht in een discussie over de objectiviteit van hifi-recensenten, een onderwerp dat mij uiteraard aan het hart gaat.

De directe aanleiding van de woordenwisseling was een interview met een gewaardeerde buitenlandse vakbroeder, die de euvele moed had om te zeggen dat zijn reviews niet volledig objectief zijn. Voor mij is de achterliggende gedachte zo klaar als een klontje, maar voor de naargeestige objectivisten die óók lid zijn van dit soort Facebookgroepen en forums was het een pasklaar ‘zie je wel’ argument om de volledige integriteit van mijn collega in twijfel te trekken. De sfeer was binnen drie reacties volledig omgeslagen, en de discussie liep heel snel zódanig uit de hand dat de moderatoren zich genoodzaakt zagen om groepsleden te blokkeren en het bericht in kwestie offline te halen.

Ik had nog geprobeerd om met een wanhopig “Heren! Heren!” de gemoederen tot bedaren te brengen, maar de nuance die ik probeerde aan te brengen ging volledig verloren in de stofwolken van de schermutseling.

De objectiviteit van hifi-recensies



Enfin, terug naar het onderwerp. De objectiviteit van hifi-recensies. Mijn mening daarover: ben objectief waar nodig, maar niet op het religieuze af. Als hifi-recensent heb je volgens mij de taak om je lezers zo breed mogelijk te informeren, maar je moet daarbij altijd onthouden dat je niet op de kansel staat. 

Er zijn altijd aspecten aan een review die per definitie subjectief zijn. Denk bijvoorbeeld aan de vragen: ‘Vind ik het apparaat mooi om te zien?’, of ‘Heeft het bepaalde functies die voor mij persoonlijk irrelevant zijn maar voor iemand anders misschien heel belangrijk?’, of ‘Vind ik een ietwat warmere weergave prettiger of wil ik absolute neutraliteit?’. Dat zijn namelijk allemaal aspecten die óók van belang zijn voor de eindgebruiker. En dus mogen ze worden besproken in een review.

100% objectiviteit is vrijwel onmogelijk. Ook niet aan de hand van metingen. Lees bijvoorbeeld wat Nelson Pass zegt over zijn First Watt versterker-ontwerpen. Die zijn puur op klank ontwikkeld en ze maken inderdaad fantastisch muziek, maar naar hedendaagse maatstaven meten ze niet zo goed als veel concurrenten. Of leg de vervormingscijfers van een willekeurige buizenversterker maar eens naast die van een ultramoderne Klasse-D versterker. Die laatste meet véél beter, maar lang niet iedereen vindt hem prettiger klinken.

Het ‘onacceptabele’ aan hifi-recensies (althans voor sommigen) is dat ze per definitie subjectief zijn. Althans wat het klankmatige resultaat betreft. Aan de hand van metingen kun je uitstekend vaststellen welk apparaat beter presteert op aspecten als vervorming of jitter, en soms is er zelfs een bepaalde correlatie aan te duiden tussen zo’n meting en het klankmatige resultaat, maar wat betreft de causale samenhang tussen meten en horen hebben we echt nog amper aan het oppervlak gekrabt.

Hifirecensies zullen daarom nog lange tijd (deels) subjectief zijn. En je moet je afvragen of dat überhaupt problematisch is. Helemaal waterdicht zullen we het namelijk sowieso nooit krijgen, omdat de recensent nu eenmaal met andere apparatuur en in een andere akoestiek luistert dan zijn lezers. Of omdat de recensent misschien de nadruk meer op andere aspecten van de weergave legt, of zelfs daadwerkelijk anders wáárneemt. Duits universitair onderzoek in samenwerking met een groot hifi-magazine heeft namelijk minstens twintig jaar geleden al aangetoond dat er grondtoonluisteraars en boventoonluisteraars zijn, met een breed spectrum tussen die beide uitersten. Hoe ga je daarbinnen een objectieve norm vaststellen? Dat kun je niet.



Image courtesy of CottonBro Studio, 2021
Afbeelding: CottonBro Studio, 2021

Echo uit het verleden



Het laatste stuk van dit betoog is al eens eerder aan bod gekomen in deze rubriek. Want niets menselijks is mij vreemd; ik heb ook zo mijn stokpaardjes. Maar ik wil er tóch even wat dieper op ingaan omdat het nauw samenhangt met de objectiviteit van hifi-recensies. Ik heb het uiteraard over dubbelblind testen.



De collega die ik aan het begin van deze fluistertirade noemde is niet de enige die geen blinde testen uitvoert. Ik doe ze niet, en een groot aantal collega’s óók niet. Voornamelijk omdat goede, wetenschappelijk verantwoorde (dubbel)blinde testen qua opzet behoorlijk complex zijn. Zo vergen ze een persoon met kennis van zaken die de testinstallatie opstelt maar die niet bij de uiteindelijke test aanwezig mag zijn, en iemand die de test uitvoert maar dus ook niet mag weten wat wat is. Daarnaast moet je een testpanel met meerdere deelnemers én een controlegroep hebben om op zijn minst enige statistische significantie te mogen claimen. 



Daarom kosten dit soort onderzoeken extreem veel tijd en dus ook héél veel geld. Dát is de voornaamste reden waarom ze in de hifi-pers zo weinig gebruikt worden. Een abonnement op een papieren magazine zou honderden euro’s per jaar gaan kosten als er regelmatig dubbelblinde luistertesten werden uitgevoerd, en gratis toegankelijke webzines zouden achter een betaalmuur verdwijnen. Dat willen de uitgevers én hun adverteerders, én de lezers niet, en ik geef ze groot gelijk. We hebben het namelijk nog steeds over de entertainment-industrie, niet over wetenschap.

Groot opgezette dubbelblinde testen zijn een héél nuttig instrument voor écht wetenschappelijk (doorgaans medisch) onderzoek waarbij statistiek een belangrijke rol speelt, bijvoorbeeld bij de ontwikkeling van een medicijn of vaccin. Maar voor hifi, waarbij het interpreteren van de weergave voor een aanzienlijk deel over niet-meetbare fenomenen gaat, zijn ze naar mijn stellige overtuiging ongeschikt. Dubbelblinde luistertesten zijn objectivistische stokpaardjes geworden, en forums en Facebookgroepen de maneges waarin ze bereden worden.